Door Sheila Sitalsing
Je bent de minister die verantwoordelijk is voor de bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Je krijgt een onderzoeksverslag op je bureau. De beerputgeur walmt je tegemoet. Met dichtgeknepen neus ga je bladeren. Je leest wat je al wist: dat de man die jou daar representeert als rijksvertegenwoordiger er een puinzooi van maakt.
Hij heet Wilbert Stolte, CDA. Was ooit wethouder en heeft een politieke kruiwagen in de persoon van Hans Hillen. Voor een politieke benoeming aan de rafelranden van het Koninkrijk is dat een topzwaar cv. Op de eilanden wordt al tijden geklaagd over 's mans warme banden met de Union Patriótiko Boneriano (UPB), zusterpartij van het CDA en bevolkt door onfrisse lieden.
Je leest dat de hoge Nederlandse ambtenaren met wie Stolte moet samenwerken hem diep wantrouwen. Dat ze elkaar grommend vanuit hun loopgraven beloeren. Dat de mensen op Bonaire zich afvragen wat Stolte in hemelsnaam eigenlijk doet. Dat ze hem op Saba en Sint Eustatius nooit zien omdat hij daar de stagiair heen stuurt op werkbezoek. Dat er geen communicatie is, geen samenwerking, niets. Haal die man daar weg, snel, zo besluit het advies.
Wat doe je dan? Je whatsappt het rapport onmiddellijk naar de Kamerleden die al tijden bezorgde vragen stellen over de wanprestaties van Stolte. Vervolgens neem je de KLM naar Kralendijk, alwaar je Stolte uit zijn strandstoel sleurt en terug naar Nederland schopt. Daarna ga je langdurig ‘sorry’ zeggen tegen de BES-eilanders.
Maar de minister die dit rapport op 18 november 2013 kreeg, stopte het in het mapje 'Kan blijven liggen'. Want er komt binnenkort nog een onderzoekje over de BES, dan kan de boel in een bundeltje naar de Kamer. In april of zo. En op 1 mei 2014 gaat Stolte conform eerdere afspraak toch al weg. Handig: dan is de angel bij voorbaat uit de discussie.
Een betrokkene die hier minder lichtvaardig over dacht, smokkelde het rapport naar het Antilliaans Dagblad, dat sinds 7 februari elke dag nieuwe heerlijke details uit het stuk opdist. En nu heeft Ronald Plasterk een probleem, want hij is de minister die het rapport - dat hij op 7 februari alsnog schielijk naar de Kamer stuurde - bijna drie maanden liet schimmelen in een mapje. D66 is boos en vroeg een Kamerdebat aan, de SGP steunde dat verzoek - van de constructieve oppositie hoeft Plasterk het niet te hebben.
Op het Binnenhof zal de affaire snel worden teruggebracht tot de overzichtelijke vraag: kan Plasterk zich een tweede 'sorry, ik had dit niet moeten doen' veroorloven?
Voor de BES-eilanden houdt de tragiek daarmee niet op. Want het rapport gaat ook over onvermogen. Verbijsterend onvermogen van de Nederlandse politiek om een visie op de toekomst van de eilanden te formuleren, en van Plasterks ministerie om het BES-beleid vanuit talloos veel Nederlandse ministeries fatsoenlijk te coördineren. Er is geen visie, geen sturing, geen planning, geen inlevingsvermogen in elkaar.
Het Antilliaans Dagblad bedacht zelf vier basisvereisten voor verbetering van de relatie tussen hier en daar: 1. visie en toekomstperspectief; 2. één regisseur vanuit de Nederlandse overheid; 3. een permanente vertegenwoordiger van de BES-eilanden in Den Haag; 4. excuses aan de bevolking van Saba, Sint Eustatius en Bonaire. Nummer 1 is al te veel gevraagd.
Deze column verscheen gisteren in de Volkskrant.