Miljoenen kinderen zijn in de negentiende en de twintigste eeuw opgevoed onder het regime van de drie R-en: rust, reinheid en regelmaat. Pas na de Tweede Wereldoorlog werden de tot dan toe in het Westen gebruikelijke strenge opvoedingsmethoden doorbroken. Dit was vooral de verdienste van dr. Benjamin Spock. Een baby knuffelen mocht voortaan ook (af en toe). Volgens sommigen heeft die meer toegeeflijke houding (knuffelen van een baby) geleid tot de generatie van de wilde jaren zestig met flower power, sentimenten tegen de Vietnamoorlog en vrije liefde. Of dat nu goed is of niet, er valt wel wat te zeggen voor die 3 R-en. Hierbij denk ik niet alleen aan het gezin, maar ook aan corporate governance.
In veel bedrijven in de Dutch Caribbean ontbreekt het aan rust, reinheid en regelmaat. Er is een gebrek aan compliance. Er is vaak een toegeeflijke houding, zowel naar het personeel als tussen de organen (bestuur, Raad van Commissarissen, aandeelhouder) onderling. Het ontbreekt vaak aan richting en duidelijkheid. De prioriteiten van de directie zijn vaak niet helder. In veel gevallen worden die prioriteiten in de organisatie daarom onvoldoende gevoeld en beleefd. Dan kom je geen steek verder. De drie R-en kunnen in dat geval helpen, samen met een variant: de drie P’s: positiviteit, presentatie en prioriteit.
Positiviteit
Ron Gomes Casseres pleitte onlangs in deze krant voor meer positiviteit van de zijde van de regering en van het bedrijfsleven. Je kunt elkaar de grond in praten, maar je kunt elkaar ook een hart onder de riem steken en positieve krachten en denkbeelden versterken. We hebben dat echt nodig. Dat is bij uitstek een cultuurkwestie. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt niet alleen op het bord van de directie. Die verantwoordelijkheid ligt ook op het bord van de RvC. Het is weer zo’n voorbeeld van een onderwerp dat nooit op de agenda staat, maar er wel minstens vier keer per jaar op zou moeten staan.
Presentatie
Als je plannen en prioriteiten niet presenteert en communiceert, gebeurt er niets. Delen en communiceren is een kerntaak van de directie. Ook daar moet de RvC op toezien. Regelmatig krijg ik de vraag van commissarissen hoe zij moeten ‘toezien’. Wat houdt dat eigenlijk in? Dat is heel eenvoudig. Je moet het desbetreffende onderwerp op de agenda zetten. Vervolgens vraag je de directie hoe zij het onderwerp denken aan te pakken. Als die aanpak redelijk lijkt, vraag je aan de directie wat het tijdpad is. Tenslotte verifieer je of dat tijdpad daadwerkelijk en met succes is aangehouden. Dat is toezicht.
Prioriteit
Prioriteit tenslotte, is het essentiële sluitstuk van de drie P’s. Focus op een of meer kerndoelen is onontbeerlijk. Een voorbeeld is de noodzaak tot betere compliance. Die noodzaak bestaat niet alleen bij financiële instellingen, maar ook bij nutsbedrijven, vervoersbedrijven, in de advocatuur en in de accountancy. Binnen die bedrijven wordt compliance meestal als last ervaren. Het wordt gevoeld als een van buitenaf opgelegde extra taak. Het wordt gevoeld als een taak die eerder afbreuk doet aan het werk, dan dat het bijdraagt aan verbetering. Het bewerkstelligen van betere compliance is tot mislukken gedoemd, tenzij de directie compliance luid en duidelijk tot prioriteit verklaart. Daarnaast moet de directie hierover helder en eenduidig communiceren en last but not least in een positieve sleutel plaatsen. Dat kan door uit te leggen dat goede compliance leidt tot meer veiligheid, een betere kwaliteit van het klantenbestand en grotere kennis van deze klanten, zodat zij uiteindelijk beter kunnen worden bediend en tevredener zullen zijn. De zachte kant alleen is niet toereikend. Het moet ook duidelijk zijn dat het niet voldoen aan compliance-eisen ertoe leidt dat je er uitgeknikkerd wordt. En duidelijkheid daarover leidt weer tot rust, reinheid en regelmaat.
Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.