Door Marlon Sneek
Het kabinet Wever-Croes op Aruba mag van het kabinet Rutte III ruim 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) meer schulden maken dan in de wet is opgenomen en in 2015 tussen Aruba en Nederland is afgesproken. Door de wet en afspraken op willekeurige wijze terzijde te leggen laat de Nederlandse regering toe dat de schuldquote van Aruba binnen deze regeerperiode tegen de 100 procent zal leunen - dit terwijl in deze periode juist een ombuiging van de schuld tot onder de 80 procent was afgesproken, nu de economie een lichte groei laat zien.
Minister-president Mark Rutte (VVD), staatssecretaris Raymond Knops (CDA) en CAft-voorzitter Raymond Gradus (College Aruba financieel toezicht) hebben schijnbaar medelijden met het nieuw aangetreden kabinet in Oranjestad. De nieuwe sociaaldemocratische coalitie op Aruba heeft tijd en financiële ruimte nodig, want - zo klinkt het in Oranjestad - het vorige kabinet heeft er een puinhoop van gemaakt. Om dit argument van een financiële puinhoop kracht bij te zetten gebruikt de nieuwe Arubaanse coalitie allerlei quasi-waarheden. Deze argumenten hebben schijnbaar hun effect gesorteerd - de nieuwe coalitie mag méér lenen, méér uitgeven en mínder bezuinigen - chapeau voor de nieuwe coalitie! Maar wat zijn de feiten en wie zit er straks met de gebakken peren?
Toen het kabinet Mike Eman in 2009 aantrad was de bruto schuldquote van Aruba 49,9 procent - hierbij is de onderdekking van het ambtenarenpensioenfonds Apfa, waar de regering volledig garant voor staat, echter niet bij meegerekend. Als we dat wel doen - de onderdekking bedroeg 586 miljoen florin ofwel 12,5 procent van het bbp - dan was de schuldquote van Aruba 62,4 procent.
Bij het aftreden van het kabinet Mike Eman II was de onderdekking van het ambtenarenpensioenfonds door stevige hervormingen opgelost en bedroeg de schuldquote van Aruba 85,8 procent. Een verhoging dus van ruim 23 procent in een periode waarin wereldwijd de schuldquote van landen omhoogging en op Aruba vele crises het hoofd zijn geboden. Een korte samenvatting:
De Arubaanse economie zat in 2009 in een enorme crisis. De economische achteruitgang was in 2009 en 2010 gezamenlijk 15 procent; de werkloosheid steeg in rap tempo tot boven de 12 procent; de tweede economische pijler (de raffinaderij in San Nicolas, red.) was zojuist gesloten; en de verhoudingen binnen het Koninkrijk hadden een dieptepunt bereikt. De schuldquote liep voor een niet onaanzienlijk deel op door het zogenaamde noemer/deler-effect van een oplopende schuld met een dalende economische groei als gevolg van de lokale en de internationale crises.
Aan het einde van de regeerperiode van het kabinet Mike Eman was er weer economische groei, de werkloosheid was gedaald tot 7 procent, Aruba had zojuist een grote bijdrage geleverd aan het veroveren van de zetel voor het Koninkrijk in de VN- Veiligheidsraad en de sociale en fysieke verpaupering van het eiland werd door flinke investeringen van overheidszijde een halt toegeroepen. Dit gebeurde allemaal zonder het gebruik van de ‘geldpers’ door de Centrale Bank, zoals wel in de Verenigde Staten en Europa is gebeurd.
De economische theorie leert dat in tijden van economische achteruitgang het verantwoord is om te investeren in een economie en dat een tijdelijke verhoging van het tekort verantwoord is. Maar wat is het excuus, nu er weer economische groei is? Waarom vinden het kabinet Wever-Croes en het kabinet Rutte III het verantwoord om meer te lenen dan is afgesproken en de schuldquote en het financieringstekort van Aruba op te laten lopen naar ruim boven de 90 procent?
Wat wij in de wandelgangen horen is dat politici aan weerszijden van de oceaan het niet eerlijk vinden dat het nieuwe kabinet in Aruba moeilijke maatregelen moet nemen, en dat dit kabinet daarom medelijden verdient van de rest van het Koninkrijk. Was het verhogen van de pensioenleeftijd van ambtenaren van 55 jaar naar 65 jaar niet (ook) moeilijk, en het omzetten van het eindloonsysteem in een middelloonsysteem met franchise? Het goede voorbeeld geven door het verhogen van de pensioenleeftijd van ministers van 45 naar 65 jaar? Het afschaffen van de stapeling van pensioenen?
Ik kan hier nog tientallen voorbeelden geven. Feit is dat het verlagen van kosten en structurele hervormingen doorvoeren meer creativiteit vergt dan het verhogen van omzetbelastingen bbo zoals dit kabinet beoogt. Dat wil niet zeggen dat het één electoraal minder pijnlijk is dan het ander. Zo heeft het nieuw aangetreden kabinet in de verkiezingscampagne beloofd om de pensioenleeftijd te verlagen, om de belasting voor gepensioneerden af te schaffen, en om überhaupt geen maatregelen te nemen.
Ze komen nu, na minder dan vijf maanden dat ze aan de macht zijn, zogenaamd van een koude kermis thuis. Ze moeten nu ‘vervelende maatregelen’ nemen. De tijd zal echter leren dat zij deze door Nederland en door enkele maatregelen gecreëerde ruimte zullen gebruiken om meer neven, nichten, broers en zussen in dienst van de overheid te nemen dan nu al het geval is. En om allerlei dubieuze projecten te financieren, zoals ook in 2009 is geconstateerd door het WODC. De schuldquote van Aruba zal dan inmiddels zijn verhoogd tot tegen de 100 procent en het draaiboek van de MEP-regering van 2001-2005 zal dan zijn herhaald - maar dit keer met instemming en ondersteuning van Nederlandse bewindslieden en toezichthouders.
Marlon Sneek is fractieleider voor oppositiepartij AVP. De Arubaanse Volkspartij vormde de afgelopen twee jaar met een absolute meerderheid in de Staten van Aruba gedurende twee perioden de regering in Oranjestad.