Door Runy Calmera
Minister dr. Steven Martina heeft op vrijdag 16 maart jongstleden een presentatie van zijn Economic Recovery Programma gehouden voor de Economenclub. De zaal zat vol met ruim 47 leden en gasten. De presentatie was identiek aan de presentatie die de minister een tijd geleden aan het publiek gaf bij het ministerie van Economische Ontwikkeling. Het is goed dat een minister zijn visie en plannen komt presenteren. Curaçao heeft visie nodig en vooral implementatie van plannen.
De minister spreekt van een ‘perfect storm’ door samenloop van diverse negatieve omstandigheden, zoals de situatie in Venezuela, het sluiten van de grenzen door Venezuela, de raffinaderij et cetera. In deze situatie is het logisch dat de economie krimpt.
De overheid kan in zo’n situatie kiezen voor een IMF-achtig pakket van maatregelen - snijden in de kosten dus. Ook kan de overheid kiezen om de lasten te verzwaren. Deze pakketten leiden vaak tot nog meer economische krimp en een daling van de belastinginkomsten. We hebben dit soort pakketten in het verleden al gekend. Naast economische krimp leiden ze ook tot hogere werkloosheid. En als mensen hier geen werk kunnen vinden dan gaan ze naar Nederland.
De minister kiest voor investeren - planten. Een boost geven aan de economie door overheidsinvesteringen en public-private-partnershipprojecten. Dit is goed, zolang de overheid zich houdt aan haar kerntaken: investeringen in de infrastructuur, de gezondheidszorg, het onderwijs en rechtszekerheid van bedrijven en burgers. Ik heb de indruk dat bij vrijwel alle projecten die de minister heeft gepresenteerd de overheid zich houdt aan haar kerntaken en dat er niet geïnvesteerd wordt in commerciële projecten met geld van de bevolking.
Hoe wil de minister dit financieren wanneer de economie aan het krimpen is? De minister geeft aan dat het plan is om met Nederland in overleg te gaan. Door de rijkswetten mogen de rentelasten niet hoger uitkomen dan de rentelastennorm. Die norm staat nu op 5 procent van de belastinginkomsten van de afgelopen drie jaar. Gegeven de forse overheidsinvesteringen die nodig zijn in het plan zal de overheid waarschijnlijk boven deze rentelastnorm uit willen komen. Hiervoor is een gesprek met Nederland nodig.
Wanneer een overheid geld leent voor overheidsinvesteringen dan zal de staatschuld stijgen. Voor kleine eilanden als Curaçao wordt er een schuldquote (staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product) van 40 procent door het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) geadviseerd. Curaçao zit al bijna tegen de 55 procent schuldquote aan. Aruba heeft de schuld nog meer laten oplopen en heeft een nog grotere staatschuld en een aanwijzing dreigt voor Aruba.
De minister kiest dus voor planten (investeren in de economie) met geleend geld. Het idee is dat als de economie groeit de overheid dan meer belastinginkomsten krijgt om de overheidsschuld weer af te betalen.
Er zitten uiteraard ook enkele risico’s hieraan. De overheid kan niet alleen de economie lange tijd doen groeien. De private investeringen op Curaçao zijn ruim 2 miljard en de overheidsinvesteringen zijn de afgelopen jaren (2000-2015) gemiddeld ongeveer 100 miljoen gulden per jaar geweest. Een fractie van de private investeringen.
De nieuwe private investeringen die in het plan van de minister zijn moeten zich daadwerkelijk in de periode van 2018-2022 materialiseren. De private sector moet dus ook geld neerleggen en daadwerkelijk gaan geloven in deze projecten. Er zijn al enkele grote projecten gerealiseerd. Maar indien deze projecten zich niet allemaal materialiseren, dan blijft de overheid met een hogere schuld en hogere rentelasten zitten, zonder extra belastinginkomsten. We moeten daarom met z’n allen toezien dat de private projecten daadwerkelijk doorgang vinden en gaan renderen.
Een ander risico is dat de rente die we nu moeten betalen aan Nederland kan gaan stijgen als het beter gaat met de Europese economie en de Nederlandse economie. Ook als de euro meer in waarde gaat stijgen dan de dollar, dan zullen de rentelasten toenemen.
Met 10-10-‘10 heeft Nederland juist een groot gedeelte van onze schuld gesaneerd. Goed financieel beheer blijft dus nodig. En zodra de inkomsten binnenkomen als gevolg van groei van de economie zou je bijvoorbeeld een vast percentage moeten gebruiken voor reductie van de schuld.
Zo’n ‘begrotingsregel’ in de wet vastleggen zou vertrouwen kunnen geven. Een hoge staatsschuld geeft burgers en bedrijven immers de vrees dat dit ooit gaat leiden tot meer lastenverzwaringen of vermindering van de uitgaven. Een hoge staatsschuld schaadt het vertrouwen.
Een ander punt is de communicatie van de voortgang van projecten. Er moet een formule gevonden worden om steeds periodiek, per kwartaal of misschien zelfs per maand, de voortgang van deze investeringsprojecten te monitoren en te communiceren aan burgers en bedrijven.
Welke projecten zijn daadwerkelijk in uitvoering, in welke fase zitten deze projecten en wat voor mensen en skills zijn er nodig? Mensen kunnen dan anticiperen op deze ontwikkelingen. Als je dit goed communiceert dan zal het vertrouwen groeien dat dit plan werkelijk uitgevoerd wordt. Geen plan op papier, maar daadwerkelijk in uitvoering. Blijven communiceren dus. We moeten dit samen doen.
Al met al is het een goed teken dat we meer gaan investeren in de economie, dat we onze infrastructuur onderhouden en gaan verbeteren. Dat we gaan investeren in ‘Smart City’ en ‘Smart Government’. Als het bedrijfsleven voluit meedoet kunnen we betere groeicijfers laten zien voor de komende periode, misschien zelfs boven de 3 procent groei die de Caribische eilanden laten zien, meer werk creëren en onze welvaart verhogen. En hebben we meer middelen om het armoedevraagstuk op Curaçao aan te pakken.
Drs. Runy Calmera is macro-econoom, ondernemer, online trainer en coach. Hij helpt MKB-bedrijven om online succesvol te zijn en helpt overheden van kleine economieën met hun strategie en financieel-economische analyses. Voor meer informatie zie ook de website: www.mydreambusinesscoach.com.