Excusez moi. De analyse van René Zwart ‘Wat schiet kansarme jongere op met juridische haarkloverij?’ in het Antilliaans Dagblad van 11 maart 2014 heb ik met stijgende verbazing gelezen. Het stuk is zeker geen analyse, maar de geschiedenis van de kansarme Curaçaose armlastigen en de Nederlandse onmacht om hiermee om te gaan. De onmacht van een zeer rijk en stoer land, dat sinds 1985 niet in staat is geweest om deze jongeren te helpen. Waar, zeg maar, sinds jaar en dag de politici van de kleinere partijen handig gebruikmaken van dit issue om kiezers die verrechtsen voor zich te winnen. De kansarme Curaçaose jongeren zijn vooral verworden tot een voortreffelijke politieke voetbal, waar bij de aanloop naar verkiezingen hevig tegenaan getrapt kan worden. Het is zeker leerzaam om de geschiedenis van deze jongeren weer te lezen. Helder komt naar voren dat wij het hier hebben over een stuk politieke geschiedenis. Van Erica Terpstra, Roger van Boxtel, Rita Verdonk, Geert Wilders, Elco Brinkman, Ella Vogelaar, Wouter Bos, Ernst Hirsch Ballin, Ank Bijleveld, Hein Donner tot André Bosman die vandaag voorop loopt. Een rij van politici die in de loop der jaren wel in staat waren om de problemen met verve te omschrijven, maar onmachtig waren om dit Nederlandse probleem op te lossen. Jongeren die omschreven worden met een scala van demoniserende etiketten zoals ‘ernstige overlast’ en ‘weinig normbesef’, die in Nederland ‘gedumpt’ worden. Waar Rijk en gemeenten tientallen miljoenen euro’s gestoken hebben in hulpverlening en preventie. Waar uiteindelijk het probleem van deze kansarme tot nu toe nooit echt afdoende kon worden opgelost.
René Zwart vindt het opmerkelijk dat allerlei organisaties op dit moment spreken over racisme en zelfs gerespecteerde (internationale) organisaties spreken over fundamentele rechten van de mens en muggenzifterig met artikel zus of zo komen aandragen. Neen, aldus René Zwart, mensenrechtelijk is het om deze groep naar hun eiland terug te sturen. Jawel. Anno 2014. How far can you get.
In de politiek is er maar een adagio: blijf iets beweren, dan gaan journalisten mee doen en vervolgens wordt het op den duur de werkelijkheid. De Nederlandse politiek is er vanaf 1985 mee bezig. Je zou mogen aannemen dat deze groep ontzettend vitaal moet zijn, want na 29 jaar worden nog steeds dezelfde uiterst negatieve beschrijvingen van deze armlastige Curaçaose jongeren gelanceerd alsof het niets is.
Is het nu niet eindelijk tijd om de realiteit onder ogen te zien? Hoe kan het in ‘s hemelsnaam mogelijk zijn, dat deze kansarme groep zo’n uitstekend georganiseerd en ontwikkeld land van 16 miljoen mensen in de greep houdt? Is de kracht van deze groep bovenaards? Al Qaeda zou er jaloers op zijn. Waar zijn echter die miljoenen aan hulpverlening en preventie toch naar toe gegaan? Welke resultaten hebben die gemeenten en hun consultants geboekt met hun peperdure projecten? Als deze heelmeesters het niet hebben kunnen klaarspelen, ligt het dan niet voor de hand om hen verantwoordelijk te houden voor dit falen? Of is dat politiek geen punt waarmee je kunt scoren?
Niet de kansarme jongeren falen. Zij overleven ondanks de stroom van politici die hen reeds 29 jaar onophoudelijk stigmatiseren.
Tot slot mag het ook duidelijk zijn dat deze geweldig krachtige groep zich absoluut niet door een regeling of wet zal laten weerhouden om zich blijvend actief in Nederland te bewegen.
Harold Arends, Curaçao
Naschrift: de auteur van de analyse, René Zwart, stelt dat de heer Arends ten onrechte de conclusie trekt dat Zwart voor de Bosmanwet zou zijn. ,,Ik heb mijn verbazing geuit over het feit dat er kilometers wetsteksten e.d. en uren debat worden besteed aan iets waarmee de jongeren om wie het zou moeten gaan niet worden geholpen. Een aanklacht dus tegen de onmacht en onwil van politici aan beide kanten van de oceaan.”