De Olympische Spelen zijn weer in volle gang en de stad Rio de Janeiro laat zich van zijn beste kanten zien. Velen van ons hebben met lede ogen moeten toezien hoe alle eilanden uit het Caribisch gebied in groten getale vertegenwoordigd zijn, terwijl Curaçao wederom de grote afwezige is. Het verhaal over onze afwezigheid is al bekend. Nationalistische, domme politici hebben het Internationaal Olympisch Comité (IOC) voor de rechter gedaagd en daardoor onze laatste troef uit handen gegeven.
Een aantal sportbonden wist zich nog via internationale federaties aan te sluiten bij de regionale sportwereld. Zo gaat Curaçao de Carifta Games 2017 organiseren en kunnen de Curaçaose atleten voor hun eigen land uitkomen. Dat deze atleten uiteindelijk geen enkele sportieve rol van betekenis zullen spelen, is natuurlijk vanzelfsprekend. Voorafgaande edities hebben ze nauwelijks tot geen medailles weten te behalen en we bungelen als land zowat aan de onderkant van de ranglijst.
De prioriteit heeft namelijk nooit in de atletieksport gezeten, en daardoor lopen we achter op de andere eilanden. Dat Curaçao toch het enorme gat probeert te dichten door onder anderen de atleten mee te laten doen, kan eenieder alleen maar toejuichen. Maar om dan zo’n groot evenement op eigen bodem te organiseren is zeer slecht voor het imago van Curaçao, omdat ons eiland simpelweg geen geschikte sportfaciliteiten heeft.
Net als bij de Olympische Spelen worden nieuwe faciliteiten gebouwd of bestaande gerenoveerd om het op internationaal niveau te brengen en het representatief te maken voor de buitenwereld. Per slot van rekening dient het stadion juist als paradepaardje te zijn voor het land. Zo heeft Grenada een hypermodern stadion gebouwd speciaal voor de Carifta Games 2016. Het verbaast mij dan ook dat Curaçao de gunning heeft gewonnen aangezien er geen concrete plannen zijn om het deplorabele Ergilio Hato-stadion te renoveren. In en rond het stadion ontbreekt het aan alle basale voorzieningen, zoals voldoende beschutting tegen de zon, ruime toegangspoorten naar de tribunes, horecagelegenheden, fatsoenlijke kleedkamers, publieke toiletten, een werkend scorebord, zichtbare belijningen op de baan, stadionstoelen enzovoort. Toeschouwers worden geacht om op keiharde betonnen vloer zonder rugleuning in de zon te zitten, dat is ongekend bij de Carifta Games of bij elk willekeurig internationaal sportevenement. En om de situatie nog erger te maken, dienen de speerwerpers buiten het stadion, in de ‘mondi’, buiten het zicht van de toeschouwers, hun speren te werpen, omdat het kunstgras daarvoor niet geschikt is.
Tijdens het schrijven van deze brief is mij ter ore gekomen dat de FDDK een ‘sport-o-ton’ wil organiseren om geld in te zamelen voor de renovatie. Een fantastisch en nobel idee, maar het blijft de taak van de overheid om geld te investeren in sportaccommodatie. De miljoen gulden die de FDDK hoopt in te zamelen, is natuurlijk lachwekkend in vergelijking met het meer dan 50 miljoen dollar kostende stadion van Grenada. Overigens is het ook nog bijzonder dat we wel topatleten leveren in het honkbal, maar ook daar geen nationaal honkbalstadion voor hebben? Aruba daarentegen heeft naast zijn moderne atletiekstadion, dat zoals naar behoren wel volledig voorzien is van stadionstoelen, ook nog twee ‘state of the art’ honkbalstadions (Joe Laveist Sport Park en Winston Baseball Park) heeft. Ook hebben alle Caribische eilanden van Britse origine flink geïnvesteerd in hun cricketstadions. Barbados spant daar de kroon mee met het prachtige en zeer bekende Kensington Oval Stadium, dat speciaal gerenoveerd is voor de 2007 World Cricket Cup. Bahama’s heeft niet stilgezeten en heeft een meer dan 100 miljoen dollar kostend Thomas Robinson Stadium gebouwd voor de IAAF World Relays. Het is dan ook zeer triest en buitengewoon onacceptabel dat Curaçao niet eens een fatsoenlijk honkbal- noch atletiekstation heeft. Als sport geen prioriteiten heeft, dan is het ook af te raden om internationale sportevenementen op Curaçao te organiseren. Laten we het al zeer slechte en armoedig imago van Curaçao niet nóg meer verslechteren door de wereld te laten zien dat wij ons zaken niet op orde hebben.
Roberto Batista, Curaçao


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.