In het zuiden van het Caribisch gebied vaart een stuurloos passagiersschip. De kapitein is vanwege zijn eigenzinnige beleid afgezet. De rest van de bemanning kijkt besluiteloos toe. Niemand wil beticht worden van medeplichtigheid. Met name de eerste stuurman die zich is gaan verschuilen in de kaartenkamer en fanatiek aan het plotten geslagen is. De reder doet alles om uit beeld te blijven en probeert op deze wijze imagoschade te voorkomen. Zelfs het ontslag van de kapitein complimenteerde hij met het verwijzen naar het feit dat de kapitein weinig weerstand had geboden waardoor alles vrij soepel en zonder incidenten was verlopen. De machinist heeft voorgenomen tijdelijk het roer over te nemen. Hij heeft bewezen goed te kunnen stoken en daar heeft het schip op het moment behoefte aan. Te blijven varen. Wat er ook gebeurt.
Het schip vaart in rondjes. Dit vanwege de sterke stromingen veroorzaakt door de onderwereld en gecontrasteerd door de reguliere stromingen in de regio. Het schip wordt op deze wijze op miraculeuze wijze behoed voor kapotslaan tegen de woeste kust van Venezuela. Waar ook een sterke stroming woedt.
Op het bovendek spelen een aantal jazzbands voor de gefortuneerde passagiers. De pantry-chef heeft na ervaringen te hebben opgedaan op verschillende wereldschepen, eindelijk zijn kans om zijn eigen ding te doen. Wat hij nu met trots aanprijst. In de hutten beneden moet de rest van de passagiers het doen met weerklanken van het muziekgezelschap boven. En hoewel ontzien van de gezelligheid op de bovenverdieping protesteert niemand. Deze passagiers die de meerderheid vormen aan boord, gaan ongestoord door met hun dagelijks routine: Slapen, eten, drinken, bidden en weer slapen.
Orlando Meulens, Nederland