Door Roy Evers
Maggy staart naar de stapel papieren op haar bureau, maar haar gedachten zijn helemaal ergens anders. De feestdagen naderen, daar denkt zij aan. De stapel papieren voor haar neus maken haar alleen maar chagrijniger. De papieren worden alleen maar meer, nooit minder. ,,Door naar ze te zitten staren, worden zij nooit minder”, merkt haar collega op. Maggy heeft zin om een schoen naar haar kop te smijten, waar bemoeit zij zich mee?
Het is pas begin november, maar toch kan zij nergens anders aan denken. Ze wil met Thanksgiving in Miami inkopen gaan doen voor kerst, maar zij heeft nog niet geboekt. Haar vriend wil maar niet over de brug komen. ,,Je hebt nog nieuwe kleren die je vorig jaar gekocht hebt en nog nooit hebt aangetrokken”. Wat weet hij van vrouwenkleren af? Hij is toch geen mietje, hoopt zij. Zij kent hem nu pas een jaar. ,,Na een jaar komen zij uit de kast”, zei haar vriendin. Ik timmer hem met een bezem weer terug in de kast, heeft zij met een ernstig gezicht geantwoord. Haar vriendin heeft al geboekt en wil haar een ticket voorschieten. Maar dat wil zij niet, waarvoor heb je anders een vriend?
Verdorie, een dezer dagen komt Sinterklaas ook weer eens aan. Kan die ouwe rukker niet een keertje in Spanje blijven? Een jaartje overslaan? Wie zal erom treuren? Geen enkele ouder. Ja, die Hindoes die speelgoed en andere troep verkopen. Zij moet navraag doen op welke zaterdagochtend die baardman precies aankomt, dan brengt zij haar zoontje de vrijdag ervoor na school al bij zijn vader. Die zal wel balen. Zijn probleem.
Holy shit, de bestellingen voor ayaka’s komen al binnen en november is niet eens voorbij. Zij is niet meer naar Miami gegaan. Toen haar vriend eindelijk uit de ..., sorry, over de brug kwam, kon zij geen vrij krijgen. Zij heeft een te grote achterstand, zei haar baas. Daar zit zeker die bitch van een collega achter. Een helpende hand uitsteken? Ho maar. Wel achter haar rug om met de baas zitten smoezen. Ze had zich wel ziek kunnen melden en zeggen dat zij een check-up moest doen in het buitenland. Nee, zich ziek melden bewaart zij voor de ayaka’s, mocht dat nodig zijn.
Wat? Heeft zij het goed gehoord? Wat zei die teef daarnet? Doorwerken met de feestdagen? Ik bel de Caprileskliniek op, er zijn mensen aan het flippen hier. Anders komt het werk niet af voor het eind van het jaar? Laat meneer een administratiekantoor inhuren, er zitten er genoeg zonder werk. Weet ik ook, het kost extra geld. In de eerste plaats is het niet jouw geld en ten tweede, laat meneer wat minder gasoline zetten in zijn boot op zondag. Goodwill tonen? Laat mij niet lachen. It takes two to dance the tumba. Wanneer hebben wij voor het laatst een kerstbonus gehad?
Halleluja, maandag begint het tumbafestival. ,,Volgende week kunnen jullie niet op mij rekenen”, had ze begin van de week terloops gezegd. Haar collega had niet gereageerd, maar ze wist drommels goed wat zij bedoelde. Trouwens zij moet niet het heilige boontje uithangen, want zij gaat ook iedere avond, maar achter op het terrein. Zij is te gierig om kaartjes te kopen voor de red carpet. Voor Maggy geldt: red carpet of thuis-carpet. Iedere ochtend na tumba zitten ze elkaar op werk met een kop koffie in de hand aan te kijken als twee zombies.
Verrek, het blijft druk. Het tumbafestival is voorbij en nu moet Maggy zich voorbereiden voor het carnaval. Ze heeft haar best gedaan om af te vallen, maar het is haar niet gelukt. Wat maakt het uit? ,,Ja, dat zeg je nu”, zegt haar collega spottend. ,,Omdat het je niet gelukt is.” ,,Ik val wel af van het dansen”, antwoordt Maggy. ,,Ik loop met alle optochten mee en ik ga naar alle jump-ins”. ,,Waar haal je het geld vandaan?” ,,Het groeit in mijn tuin.”
Woensdagochtend vroeg is Maggy een assenkruis op haar voorhoofd gaan halen in de kerk. Zij heeft haar mond gespoeld met een halve fles Listerine in de hoop dat de pastoor niet achterover valt van haar whiskykegel.
,,Waarvoor is die assenkruis op je voorhoofd?’’, vraagt haar collega. ,,Voor de boetedoening”, antwoordt Maggy. ,,Dan moet jij een hele zak as over je hoofd leeggooien.” Maggy kijkt haar met één oog aan. ,,Het is vastentijd”, zegt ze. ,,Kom op, aan het werk.”