Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Curaçao leunt sterk op toerisme, maar is geen mono-economie, benadrukt Richard Doornbosch, president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).

Doornbosch heeft woensdag het meest recente Economic Bulletin van de CBCS gepresenteerd, waarna hij na afloop inging op vragen over onder meer de groeiende dominantie van het toerisme in de Curaçaose economie.
De CBCS-president erkent dat het toerisme momenteel de economische motor is, maar tempert het beeld van een eenzijdige economie. ,,Curaçao is beslist nog geen mono-economie”, benadrukt hij. ,,Toerisme draagt iets meer dan een kwart bij aan de totale economie. Dus het geld wordt ook nog steeds elders verdiend.”
Naast het toerisme noemt hij onder meer de financiële sector, de bouw, publieke diensten en kleinschalige productie als belangrijke bijdragers aan de economie. In het Economic Bulletin is per sector terug te vinden hoe de verhoudingen precies liggen, voegt hij eraan toe.
Toch ontkent de bankpresident de zorgen over eenzijdige groei niet. ,,Als je sterk afhankelijk bent van één sector voor je economische groei, dan ben je kwetsbaar. Daarover zijn we het eens.”
De ervaringen van andere Caribische eilanden laten zien dat toerisme-gedreven economieën weliswaar succesvol kunnen zijn, maar ook gevoeliger zijn voor externe schokken. ,,De volatiliteit is wat groter”, waarschuwt Doornbosch. ,,Je hebt dus meer weerbaarheid nodig. Vandaar onze aanbeveling om de overheidsfinanciën goed op orde te houden.”
Om de kwetsbaarheid te beperken, moet Curaçao blijven inzetten op economische diversificatie. Volgens Doornbosch betekent dat niet alleen spreiding binnen het toerisme - zoals variëren tussen massatoerisme en nichemarkten - maar ook aandacht voor niet-toeristische sectoren.
Een sector met potentieel is duurzame energie. ,,Een groot deel van onze welvaart vloeit nu weg via de import van olie en andere energieproducten”, stelt hij. ,,Als je die afhankelijkheid vermindert, houd je meer waarde op het eiland.”
Ook de digitale economie biedt kansen, bedrijven in de softwaresector kunnen een belangrijke inkomstenbron worden. Verder noemt hij de financiële sector nog altijd belangrijk als exportdienst en verwijst hij ook naar online gaming als potentieel exportproduct. Daarentegen ligt export van manufacturing products niet voor de hand omdat het eiland de schaal en arbeidskrachten daarvoor eigenlijk niet heeft.
Ook over de oliesector, jarenlang een pijler van de Curaçaose economie, is Doornbosch voorzichtig. Hij geeft aan dat al zo’n vier à vijf jaar aangekondigde raffinage- of overslagactiviteiten niet worden meegenomen in de groeiramingen. ,,Maar op het moment dat Global Oil natuurlijk de asfaltproductie gaat doen, dan zou dat een positief effect hebben op de economie”, erkent hij. Ook als Oryx Vigor substantieel zou bijdragen via overslag in Bullenbaai dan zou dat de groeivooruitzichten positief beïnvloeden.
Doornbosch ziet voorts enige ruimte in importvervanging, bijvoorbeeld in energie en kleinschalige voedselproductie, echter houdt hij een slag om de arm. ,,Soms wordt voedselvoorziening genoemd. Ik denk niet dat dat op hele grote schaal mogelijk is, maar misschien dat je daar wel een bijdrage uit kunt halen, want uiteindelijk heb je meerdere bronnen nodig die zorgen voor de totale economische groei”, aldus Doornbosch.