Toename vliegbeweging staat bijstelling omlaag toe

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De verschillende luchtvaarttarieven worden verlaagd, zo blijkt uit drie recent gepubliceerde Ministeriële Regelingen (MR’en). Het gaat om de luchtvaarveiligheidsheffing, de passagiersfaciliteitengelden en de landings- en parkeergelden. De veiligheids- en passagiersfaciliteitenheffing worden door de passagiers betaald en zijn opgenomen in de ticketprijzen.

Deze heffingen worden dus door de luchtvaartmaatschappijen doorberekend aan de passagiers en zijn bedoeld om de kosten te dekken voor veiligheidsmaatregelen op luchthavens en voor het gebruik van faciliteiten zoals terminals. De landings- en parkeergelden worden door de luchtvaartmaatschappijen betaald.

In de MR over de heffing voor de veiligheid, wordt uitgelegd dat het bedrag is verlaagd met een bedrag van 1,22 dollar, van 1,73 dollar naar 0,51 dollar. Deze heffing wordt jaarlijks aangepast en het nieuw vastgestelde bedrag gaat in op 1 januari 2025.

Deze heffing is gebaseerd op het Landsbesluit uitvoering luchtvaartveiligheidsheffing dat sinds 30 juni 2023 van kracht is. Daarin is ook de methode van berekening van het tarief vastgesteld. Toegelicht wordt dat de bepaling van het tarief het rekenkundig resultaat is van de raming van de niet door de Landsbegroting gedekte kosten van de Curaçaose Burgerluchtvaart Autoriteit (CBA) voor 2025 en een schatting van het aantal vertrekkende passagiers voor dat jaar. Er is ook rekening gehouden met de internationale normen voor toezicht op de vliegveiligheid. Eind september dit jaar heeft nog een consultatie plaatsgevonden met de luchtvaartmaatschappijen en de internationale belangenorganisatie International Air Transport Association (Iata).

De kosten voor passagiersfaciliteiten gaan dus ook omlaag en verschillen per bestemming. Voor Bonaire gaat het tarief van 18 naar 15 dollar per passagier. Voor reizigers naar Sint Maarten of Aruba is de verlaging van 35 dollar naar 15 dollar. Voor alle andere bestemmingen wordt het tarief verlaagd van 60 dollar naar 48 dollar en als het gaat om transfer-passagiers gaat het tarief van 15 naar 10 dollar per passagier, ongeacht de bestemming. Overigens worden de tarieven doorgaans bepaald voor een periode van drie jaar, maar kunnen tussentijds worden aangepast ‘in verband met de verrekening van het verschil tussen geraamde en gerealiseerde omvang van luchtverkeer en luchtvervoer’, aldus de MR. Vervolgd wordt: ,,Laatstelijk zijn de tarieven per 1 januari 2024 tussentijds aangepast omdat in het jaar 2022 de gerealiseerde omvang van het luchtverkeer en luchtvervoer aanzienlijk hoger lag dan de voor dat jaar geraamde omvang en daarmee derhalve ook de daaruit resulterende opbrengsten. Die trend heeft zich in 2023 (en 2024) voortgezet, hetgeen er ook toe heeft geleid dat de tekorten van de luchthavenexploitant Curaçao Airport Partners (CAP) als gevolg van de Covid-19-pandemie grotendeels zijn ingelopen. Uit de evaluatie volgt dan ook dat de positieve ontwikkeling van het luchtverkeer en -vervoer in belangrijke mate bijdraagt aan de verlaging van de tarieven voor de aanstaande tariefperiode 2025 tot en met 2027.”

Het tarief van de landingsgelden wordt verlaagd van 8,97 dollar naar 7,59 dollar. Het tarief van de parkeergelden wordt niet gewijzigd. Het gaat hier trouwens om een tariefperiode van drie jaar. Het huidige tarief verstrijkt op 31 december 2024.
Een deel van bovengenoemde landings- en parkeertarieven (te weten 4,09 en 3,50 dollar per ton startgewicht of een gedeelte daarvan) is bestemd voor ‘de aanbieder van de luchtverkeersleidingsdiensten respectievelijk de exploitant’, in het geval CAP.

In de MR’en wordt verhelderd dat het in de luchtvaart gebruikelijk is om de tarieven in Amerikaanse dollars uit te drukken. ,,Dit vergemakkelijkt de inning.”
Maar: ,,De exploitant van de luchthaven, die belast is met de inning van de heffing van alle vertrekkende passagiers, is bevoegd het equivalent daarvan in de Curaçaose munteenheid, thans nog de Nederlands-Antilliaanse gulden, uit te drukken en te innen van lokale luchtvaartmaatschappijen.”