Jongeren pleiten voor gesegmenteerde aanpak
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Tijdens het symposium ‘Braingain’, dat gisteren plaatsvond op de universiteit UoC, gingen verschillende partijen met elkaar en met ministers in gesprek over hoe ervoor kan worden gezorgd dat Caribische studenten die in het buitenland gaan studeren, na afloop weer terugkeren naar Curaçao. Hierbij waren ook twee jongerenvertegenwoordigers van de Verenigde Naties (VN) aanwezig: de van Curaçao afkomstige Kevin Eustatia-Palm en Fenna Timsi. Het Antilliaans Dagblad sprak met hen.
Eustatia is nu 23 jaar en vertrok vier jaar geleden naar Nederland om te studeren. In tegenstelling tot veel andere Caribische studenten is hij vastbesloten om binnen een paar jaar terug te keren.
Maar waarom eigenlijk? Hij legt uit: ,,Dat heeft alles te maken met de politiek. Toen ik jonger was, was ik nooit politiek gedreven, dat begon pas toen ik in het Jongerenparlement kwam, maar ik wilde altijd al terugkomen. Mijn doel sinds ik ging studeren was altijd om terug te komen. Ik weet 100 procent zeker dat wij als Land betere bestuurders nodig hebben. Daarom ben ik in Nederland Politicologie gaan studeren. Mijn doel is dus om kennis op te bouwen, en daarna kom ik terug om een steentje bij te dragen aan mijn eiland. In de afgelopen vier jaar is die drang alleen maar groter geworden. Veel studenten hebben dat niet, en dat doet mij pijn.”
Volgens Eustatia is het een misvatting dat de hogere salarissen in Nederland dé grote reden van het probleem zijn. Hij is ervan overtuigd dat dit voor een deel een belangrijke drijfveer is, maar zeker niet voor iedereen. Om het probleem te kunnen oplossen, is Eustatia van mening dat de overheid veel gesegmenteerder naar de populatie Curaçaose studenten - en afgestudeerden - in Nederland zou moeten kijken, in plaats van hen te zien als één groep die het uitsluitend om het geld gaat.
,,Daarvoor is onderzoek nodig; ga gewoon met de studenten praten. Ik hoor nooit iets van de overheid. Ze weten niet wat de studenten nodig hebben om terug te komen”, zegt de Curaçaose Jongerenvertegenwoordiger.
,,Voor mij als persoon uit de lhbti-gemeenschap geldt dat, als ik niet zo gedreven zou zijn om mijn eiland beter te maken qua politiek, ik niet zou terugkomen. Ik weet dat als ik terugkom, ik op straat ‘mariku’ (Papiaments scheldwoord voor homoseksueel, red.) zal worden genoemd. En zo heeft iedereen zijn eigen reden om niet terug te keren”, licht Eustatia toe.
Tijdens het symposium Braingain hebben Eustatia en Timsi vragen gesteld aan de aanwezige ministers Sithree van Heydoorn (MFK) van OWCS en Ruisandro Cijntje (PNP) van MEO. Voorafgaand aan het symposium vertelde Timsi welke onderwerpen zij en Eustatia graag met hen willen bespreken.
Eén daarvan is de vraag hoe lokale initiatieven gesteund kunnen worden. Timsi vertelt: ,,Toen ik studeerde waren er ook Caribische studenten die op verschillende eilanden iets hadden opgezet om te zorgen dat er meer jongeren toegang kregen tot Stem-educatie (Science, Technology, Engineering, Mathematics, red.). Maar voor veel meer groepen kun je iets bedenken.”
Een andere kwestie die Timsi benoemt is dat jongeren die naar het eiland terug willen keren, maar een (studie)schuld hebben, vaak moeilijk of geen aanspraak kunnen maken op een woning. ,,We horen vaak: ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat studieschulden van Caribische studenten kwijtgescholden kunnen worden?’”, zo zegt Timsi. ,,Op die manier kan ervoor worden gezorgd dat jongeren niet in een vicieuze cirkel terechtkomen, omdat ze geen huis en auto kunnen betalen en geen fundament voor zichzelf kunnen bouwen.”
Het thema van het symposium gisteren was hoe de braindrain kan worden omgezet in een braingain. Maar bij wie ligt nu de bal om dit te realiseren? ,,Dit is een te groot probleem om de oplossing eenzijdig te bedenken”, vindt Eustatia. Hij vervolgt: ,,Met iedereen, met alle stakeholders moeten we gaan samenwerken. Ook met studenten, want we moeten eerlijk bekennen: studenten moeten zich ook de vraag stellen wat zij voor hun land kunnen betekenen, in plaats van alleen wat hun land voor hen kan betekenen.”
Volgens de Curaçaose VN Jongerenvertegenwoordiger moeten ook studenten beseffen dat zij van een klein eiland komen. ,,We hebben niet de luxe om te zeggen: ‘Ik ga weg, mijn eiland blijft ook wel goed zonder mij’. Iedereen, de overheid, het bedrijfsleven, studenten, families, de gemeenschap; we moeten allemaal samen gaan werken. Ik vind het een existentieel probleem, de toekomst van ons eiland is echt in gevaar. De bal licht dus bij iedereen”, zo besluit Eustatia.
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.