Rechtbank: tot 2 oktober de tijd, anders volgt vonnis
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de rechtszaak tussen het voormalige ziekenhuis Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos) en het Land, die draait om de afwikkeling van de schulden van het Sehos, heeft de rechter de partijen de gelegenheid gegeven om onderling tot een akkoord te komen. Tot en met 2 oktober hebben zij hiervoor de tijd. Op die dag wordt de zaak weer hervat, en kunnen de partijen aangeven of ze overeenstemming hebben bereikt over de afwikkeling, of dat zij een eindvonnis van de rechter wensen.
In het tussenvonnis, dat de rechter afgelopen maandag wees, zegt de rechter: ,,dat partijen behalve over de hoogte van de schulden en vorderingen over en weer, onder meer en vooral in debat zijn over de wijze, althans het moment waarop schulden moeten worden kwijtgescholden en vorderingen kunnen worden verrekend.”
Vervolgens worden de verschillende geschilpunten besproken. Allereerst de vordering van Linde Gas, een leverancier van onder meer medische gassen, op Sehos. ,,Het ziekenhuis stelt dat het Land bepaalde schulden moet vergoeden als schadevergoeding wegens tekortkoming in een overeenkomst. Het Land betwist dit, maar het gerecht stelt dat sommige schulden als schadevergoeding kunnen worden meegenomen in de schuldenafwikkeling”, is in het vonnis te lezen.
Verder wordt aangehaald de algehele kwijtschelding van belastingschulden en premies van 2017 en ouder. Sehos beroept zich hiervoor op de berichtgeving van Financiënminister Javier Silvania (MFK). Echter: ,,Sehos stelt evenwel dat zij nog geen bevestiging heeft ontvangen van de Ontvanger dat haar belastingschulden en achterstallige premies van 2017 en ouder zijn kwijtgescholden. Met een kwijtschelding zal daarom in het hiernavolgende geen rekening worden gehouden”, zegt de rechter in het tussenvonnis.
Andere punten waarover de partijen van mening verschillen, gaan onder meer over drie leningen van het Land aan Sehos, voor een bedrag van in totaal ruim 36,8 miljoen gulden, vorderingen van voor 15 november 2019 van Sehos op het Land, van - volgens Sehos - bijna 40,5 miljoen gulden en een vordering van na eerder genoemde datum van een ruime 1,8 miljoen gulden.
In het tussenvonnis is te lezen dat beide partijen het niet eens zijn over de volgorde van verrekening. ,,Sehos stelt zich op het standpunt dat haar vorderingen eerst moeten worden verrekend met de verschuldigde loonbelasting. Daarbij gaat Sehos ervan uit dat de verschuldigde loonbelasting per datum realisering van de totale financiering zonder verrekening wordt kwijtgescholden en de verrekening alleen plaatsvindt op de loonbelasting na financieringsdatum en de leningen”, aldus de rechter.
Hij vervolgt: ,,Volgens het Land moeten de vorderingen van Sehos eerst worden verrekend met de leningen, waarna de (resterende) belastingschuld met voorrang door Sehos moet worden voldaan. Daarbij stelt het Land dat de vorderingen van Sehos die zijn ontstaan na de transitiedatum wel verrekend kunnen worden met de belastingschuld (na januari 2015) en premieschuld van Sehos aan het Land.”
