Concreet investeringsplan voorgelegd
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Zonder financiële hulp van Nederland voor economische ontwikkeling is het dit kabinet gelukt om de economie in de afgelopen twee jaar te laten groeien door nieuwe luchtvaartmaatschappijen aan te trekken en de frequentie van bestaande vluchten te verhogen. Echter om een nog grotere groei te kunnen realiseren en een veerkrachtige economie zal Nederland voldoende ruimte en échte hulp moeten bieden aan Curaçao. Dat was de boodschap van minister Ruisandro Cijntje van Economische Ontwikkeling (PNP) aan de delegatie van het College financieel toezicht (Cft).
De delegatie onder leiding van Cft-voorzitter Lidewijde Ongering wilde tijdens hun werkbezoek aan Curaçao graag horen hoe het ministerie van Economische Ontwikkeling duurzame economische groei wil realiseren. Minister Cijntje illustreerde het enorme economische potentieel dat Curaçao heeft en hoeveel programma’s en projecten er in de wachtrij staan die de economie solide, duurzaam en gediversifieerd kunnen maken. ,,Maar als we niet kunnen vertrouwen op middelen, het budget van het ministerie van Economische Ontwikkeling niet kunnen verhogen om de economie op zo'n manier te stimuleren dat dit deviezen oplevert en duurzame en gediversifieerde werkgelegenheid creëert, blijven we stilstaan”, zei de minister. Daarnaast is het volgens hem noodzakelijk om te investeren in goed onderwijs en infrastructuur. ,,Anders kunnen we het groeitempo en de welvaart niet handhaven.”
Het financiële college wees erop dat de publieke investeringen van Curaçao veel lager zijn vergeleken met de regio en dat de regering niet al het toegewezen geld voor investeringen daadwerkelijk uitgeeft. Daarop stelde Cijntje dat het proces dat is gestart met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de ministeries de ruimte zal geven om meer te investeren. Inmiddels is de regering begonnen met het opstellen van een concreet investeringsplan dat ter financiering is voorgelegd. Het investeringsprogramma bestaat uit duurzame energieproductie met behulp van waterstof, de bevordering van IT en maritieme sectoren die deel uitmaken van de nationale exportstrategie.
Wat betreft duurzame energie dringt Cijntje er bij de Nederlandse regering op aan om een commissie in te stellen bestaande uit ambtenaren van de Nederlandse ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om het investeringstraject van duurzame energie op te pakken. Curaçao kent al zo’n commissie. Inmiddels heeft de werkgroep al belangrijke stappen gezet om het pilotproject voor de realisatie van een drijvend windpark van 72 megawatt. Zo’n 15 megawatt zal aan Aqualectra worden geleverd. Volgens de minister zijn Nederlandse bedrijven geïnteresseerd in brandstoffen die duurzaam worden geproduceerd, zoals vliegtuigbrandstof voor KLM.
Het Cft stond ook stil bij de situatie van het Nederlandse bedrijf Damen Shiprepair op Curaçao. In hun gesprekken met het Cft zei de scheepswerf dat het hier erg lang duurt voordat werkvergunningen worden verstrekt. Minister Cijntje deelde die kritiek niet. Ook wees hij op de beloften die Damen heeft gedaan, maar niet is nagekomen. Daarnaast gaf hij het Cft mee dat het ook belangrijk is om andere sectoren en ministeries te spreken voor het verkrijgen van een realistisch beeld van de situatie, in plaats van alleen met Damen te praten. Volgens Cijnte bestaat er een versnelde procedure voor bedrijven zoals Damen en Aqualectra met betrekking tot buitenlandse werknemers.