Met 86,2 procent voor ‘nee’ groter risico voor realiseren businessplan
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De meerderheid van het personeel dat valt onder de cao heeft het moeizaam bereikte principeakkoord tussen de vakbond PWFC en Damen Shiprepair Curaçao (DSCu) afgewezen.
Dat bleek gistermiddag toen de enquête werd afgesloten. Omdat met deze afwijzing het behalen van het geaccordeerde businessplan voor de scheepswerf minder realistisch wordt, heeft de directie van Damen met spoed een gesprek aangevraagd met de Landsbemiddelaar en met de sectordirecteur van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW). De uitslag van de enquête is een teleurstelling voor het managementteam van Damen.
Inzet was, is en blijft méér flexibiliteit van het Curaçaose dokbedrijf ten behoeve van de dienstverlening van de internationale scheepvaartklanten. Damen heeft er de afgelopen maanden geen geheim van gemaakt dat veranderingen noodzakelijk zijn om de werf bestaansrecht te geven.
,,Het belang van een positieve uitslag van de enquête om een aantal cao-aanpassingen door te voeren, is voor de continuïteit van de scheepswerf van groot belang”, zegt directeur Peter Luiten. ,,Omdat zonder verbeteringen te realiseren in een meer flexibele arbeidspool, het uitvoeren van het reddingsplan van de werf dreigt vast te lopen.”
Hij legt uit dat het reddingsplan namelijk van alle stakeholders vraagt een bijdrage te leveren om de continuïteit van de werf te kunnen waarborgen. ,,Als het eigen personeel zelf geen bijdrage wenst te leveren aan een deel van het vastgelegde verbeteringstraject, wat mogen we dan verwachten van alle overige stakeholders?” Damen Curaçao telt 164 werknemers in vaste dienst; 161 zijn flexwerkers of voor het dok werkzaam via een (onder)aannemer.
Afgelopen week heeft DSCu zijn personeel geïnformeerd over het bereikte principeakkoord met vakbond PWFC (Petroleum Workers’ Federation Curaçao). Het doel van deze bijeenkomsten was het personeel goed in te lichten over de bereikte onderhandelingsresultaten.
Om deze voor Damen Curaçao belangrijke boodschap goed over te brengen, werden de werknemers in kleine groepen bijeengeroepen, waarbij ook vertegenwoordigers van de bond PWFC aanwezig waren. Na elke voorlichtingssessie werd aan de werknemers gevraagd om via een anonieme enquête aan te geven of zij het principeakkoord accepteren of afwijzen.
De principeafspraken tussen DSCu en PWFC waren het resultaat van een bijna zes maanden lang onderhandelingstraject, waarbij ook de Landsbemiddelaar, Alfeo Profas, en de sectordirecteur van SOAW, Randolph ‘Dois’ Gijsbertha, waren aangeschoven. Volgens Luiten, algemeen directeur van Damen Shiprepair Curaçao, was het vooral het getoonde leiderschap van sectordirecteur Gijsbertha dat ervoor zorgde dat partijen na een lang onderhandelingstraject tot een principeakkoord zijn gekomen.
Maandagmiddag werd de enquêteronde gesloten. Van de stemgerechtigde werknemers hebben 90,7 procent hun stem uitgebracht. Hiervan heeft 86,2 procent ‘nee’ gestemd; slechts 2,6 procent ‘ja’; 8,6 procent had geen mening; en 2,6 procent werd als ongeldig verklaard.
Na vele informatiesessies, een groot aantal uitgebreide bedrijfsmemo’s waar de ‘shared reality’ van de Curaçaose werf werd toegelicht, en vele billboards in de gangen en in de vergaderruimtes bij Damen die de noodzakelijke veranderingsprocessen inzichtelijk proberen te maken bij het personeel, hebben volgens directeur Luiten ‘niet geresulteerd in een bereidheid van het personeel om het bedrijf meer flexibiliteit te geven bij het inzetten van het personeel als de werf geen of onvoldoende werk heeft’.
Hij legt uit: ,,Dat veranderingen noodzakelijk zijn om de continuïteit van de werf te waarborgen, wordt onvoldoende beseft en door een deel van het personeel niet geloofd.” Het is namelijk niet de eerste keer dat de directie aangeeft dat het dokbedrijf grote financiële uitdagingen heeft, waarbij de oplossingen jarenlang gevonden werden door extra kapitaalinjecties van - eerst - de Curaçaose overheid en - later - door extra financieringen door Damen Nederland.
,,Maar deze subsidiestromen zijn niet meer mogelijk in de huidige economische situatie van het eiland enerzijds en de mogelijkheden van de Damen Groep als moederbedrijf anderzijds.” Het moederbedrijf heeft volgens Luiten immers al circa 31,6 miljoen dollar aan schulden van DSCu overgenomen ‘om de kans van slagen van de werf te vergroten’.
Daarnaast staat het moederbedrijf DSCu constant bij met zowel technische/juridische als organisatorische ondersteuning. ,,Na de laatste kapitaalinjectie van november 2022 vanuit de Nederlandse overheid om te investeren in de infrastructuur van de werf en de complete schuldsanering door Damen Nederland moet de werf in 2023 op eigen benen gaan staan”, herhaalt de directie nog maar eens.
Het lokale managementteam van Damen, de Landsbemiddelaar, de ministeries van SOAW en MEO (Economische Ontwikkeling) alsmede het gehele parlement van Curaçao hebben volgens de bedrijfstop allemaal hetzelfde doel en dat is ‘de continuïteit van de scheepswerf voor Curaçao te waarborgen’.
Wetende wat de uitdagingen zijn voor de werf, zal het management zich de vraag moeten stellen of de individuele belangen van de werknemers prevaleren boven het waarborgen van de continuïteit van de werf en de economische betekenis ervan voor Curaçao.
Luiten: ,,Het opgestelde businessplan is namelijk een resultante van een uitgebreide studie door KPMG, waarbij meerdere belangrijke stakeholders zoals de Nederlandse en Curaçaose overheid, CDM Holding, Damen Nederland en Damen Shiprepair Curaçao hebben ingestemd.” Het is volgens de directeur duidelijk ‘dat hiermee het hoofdstuk van flexibilisering van de arbeid nog niet is afgesloten’.