Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Nina Ansary heeft bij het Openbaar Ministerie (OM) van Curaçao aangifte van een strafbaar feit gedaan met het verzoek om vervolging van de Centrale Bank CBCS. Zij is de dochter van Hushang Ansary, de Amerikaanse eigenaar van Ennia.
Beiden zijn, samen met andere oud-bestuurders van Ennia, eind 2021 in eerste aanleg veroordeeld in een aansprakelijkheidsprocedure die de CBCS namens Ennia tegen hen had aangespannen. Het gaat daarbij volgens het gerecht om een door hen veroorzaakte schade van ruim een miljard gulden, waardoor Ennia Leven in grote problemen zit en polishouders in onzekerheid verkeren; als gevolg waarvan de regering nu een noodzakelijke kapitaalinjectie van 700 miljoen overweegt.
In maart 2023 vond hoger beroep plaats, waarover het Hof uiterlijk 12 september uitspraak doet. De aangifte, die naar verluidt in de eerste week van juni is gedaan, houdt verband met dit hoger beroep. Toen maakten de advocaten van Nina Ansary in verband met bepaalde door de CBCS ingebrachte bankafschriften van Parman International bv (de vennootschap van Ansary die de aandelen Ennia houdt) al melding van vermeend ‘misbruik van bevoegdheid’. De vraag was en is hoe de CBCS aan die informatie was gekomen en of dit schending van de geheimhoudingsplicht met zich meebrengt.
Nina Ansary, woonachtig in Los Angeles, legde in januari ook al een ‘complaint’ tegen de CBCS neer bij US District Court for the District of Columbia. De Centrale Bank reageerde destijds met de opmerking dat ‘de klacht bol staat van misplaatste en niet juiste beweringen’.