College wijst op gevolgen van het buiten invordering stellen van 2017 en ouder
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Ook in zijn meest recente halfjaarrapportage wijst het College financieel toezicht (Cft) op de eerder door het Cft geuite ‘zorgen over maatregelen die de belastingcompliance mogelijk negatief kunnen beïnvloeden, zoals het buiten invordering stellen van delen van het invorderingsbestand’.
Dat leest het Antilliaans Dagblad in de rapportage over de tweede helft van 2022. Met ‘het buiten invordering stellen van delen van het invorderingsbestand’ doelt het college op de beslissing, althans mededeling van Financiënminister Javier Silvania (MFK), om alle invorderingen van 2017 en ouder niet langer te incasseren; volgens verkregen informatie zelfs te schrappen van de debiteurenlijsten.
In het verslag gaat het Cft in een aparte passage in op de ‘belastingen’ en stelt vast dat Curaçao in 2021 startte met een project ter verhoging van de belastingcompliance en optimalisatie van de belastinguitvoering. ,,Deze inspanningen leidden tot een aanmerkelijke verhoging van de belastingbaten vanaf het derde kwartaal van 2021. Deze goede ontwikkeling zette zich in 2022 voort.”
Op verzoek van het Cft heeft Curaçao beargumenteerd welk deel van deze ontwikkeling te maken heeft met een structurele verbetering van de belastingcompliance, en welk deel volgt uit het inhalen van (administratieve) achterstanden. Hierover zal het gesprek worden voortgezet.
,,Voorts wees het Cft op het belang de positieve veranderingen in de belastinguitvoering structureel te borgen in de belastingorganisatie, en het belang van uitvoering van de maatregelen van het Landspakket met betrekking tot de belastingen. Tegelijkertijd uitte het Cft zijn zorgen over maatregelen die de belastingcompliance mogelijk negatief kunnen beïnvloeden, zoals het buiten invordering stellen van delen van het invorderingsbestand.”
Het is duidelijk dat het college verontrust is over het regeringsbesluit ten aanzien van de belastingvorderingen van 2017 en ouder, waarover eerder werd bericht dat er vermoedelijk geen formeel beslisdocument aan ten grondslag ligt. Inmiddels heeft een en ander ook geleid tot Kamervragen van de grootste Nederlandse regeringsfractie VVD.
,,Ook dienen nut en noodzaak van (tijdelijke) aanpassingen in belastingtarieven beter te worden onderbouwd”, aldus het Cft tot slot over het onderwerp belastingen.
Zorg en sociale lasten
Het Cft blijft voorts benadrukken dat besparingen in de medische zorg en de sociale zekerheid ‘noodzakelijk zijn om deze voorzieningen ook voor de toekomstige generaties te behouden’. Curaçao betaalt jaarlijks een ‘Landsbijdrage’ van 306 miljoen gulden aan de sociale fondsen en is wettelijk verplicht om tekorten in het schommelfonds aan te vullen.
De maatregelen die moeten leiden tot evenwicht in het schommelfonds in 2022 en 2023 zijn vertraagd, stelt het College, ‘waardoor de risico’s voor opvolgende jaren toenemen’.
Ook worden de taakstellende besparingen in de zorg, bedoeld om de hogere exploitatiekosten van het Curaçao Medical Center (CMC) te compenseren, volgens het Cft ‘slechts zeer beperkt gerealiseerd’. ,,Dit terwijl er concrete maatregelen voorliggen, bijvoorbeeld op het gebied van geneesmiddelen, die tot aanzienlijke besparingen kunnen leiden.”
Het Cft heeft geconstateerd dat, ondanks de instelling van een regiegroep en concrete aanbevelingen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), ‘er nog geen structurele oplossingen voorliggen om de precaire financiële situatie van het CMC te verbeteren’.
,,Naast de risico’s voor de continuïteit van de zorg op Curaçao, brengt dit ook aanzienlijke risico’s mee voor de Landsbegroting. Het Cft verzocht Curaçao om voor deze risico’s een voorziening in de Landsbegroting op te nemen.”
Meer inzicht geven in liquiditeit
Cft: Begroting 2022 had formeel aangepast moeten worden
Het Cft deed begin 2022 diverse aanbevelingen aan de regering van Curaçao om de vastgestelde begroting 2022 in lijn te brengen met de normen van de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Daarop legde Curaçao de eerste ontwerp-begrotingswijziging voor aan het Cft, waarin het begrote tekort voor 2022 werd verlaagd van 162 miljoen naar 123 miljoen. Een definitieve versie, met een tekort van 74 miljoen voor 2022, werd pas in november 2022 aan de Staten voorgelegd en is tot op heden niet vastgesteld.
,,Hierdoor heeft (nog) geen formele aanpassing van de begroting 2022 plaatsgevonden, terwijl de omstandigheden hier wel aanleiding toe gaven”, schrijft het college in de onlangs uitgebracht halfjaarrapportage.
Het Cft constateerde op basis van de uitvoeringsrapportages over het eerste tot en met het derde kwartaal van 2022 dat de realisatie duidelijk beter is dan de begroting. Zo toont de rapportage een overschot van 127 miljoen tot en met het derde kwartaal 2022, 83 miljoen hoger dan begroot. In zijn reacties op de uitvoeringsrapportages wees het Cft op de sterke liquiditeitspositie van het Land Curaçao.
,,Deze sterke liquiditeitspositie is het gevolg van de verbeterde realisatie, maar hangt ook samen met de achterblijvende overheidsinvesteringen. Het Cft verzocht Curaçao meer inzicht te geven in de voorziene aanwending van deze liquiditeit, mede in verband met de in oktober 2023 aflopende liquiditeitssteunlening van 911 miljoen gulden en de obligatielening van 140 miljoen die in 2025 moet worden afgelost.” Daarbij gaf het Cft Curaçao in overweging om een deel van de liquiditeit in te zetten voor additionele aflossing aan het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC), waardoor versneld aan de aanwijzing uit 2019 kan worden voldaan. Ook vroeg het Cft meerdere malen aandacht voor het uitblijven van investeringen die de economie versterken.
In lijn met de Rijkswet Rft werd de begroting 2023 op 28 december 2022 vastgesteld. De begroting 2023 toont begrotingsevenwichten tot en met 2026. Het Cft concludeerde dat Curaçao hiermee goede stappen zet, maar merkte ook op dat verdere actualisatie van de begroting noodzakelijk is.
De belastingraming toont waarschijnlijk een onderschatting, terwijl de risico’s voor de begroting in onder meer de zorg en sociale zekerheid nog onvoldoende zijn geadresseerd. Daarbij blijft Curaçao gehouden een start te maken met de compensatie van tekorten uit het verleden, en dient het verzochte inzicht in de aanwending van de liquiditeit nog te worden verstrekt.
Financieel beheer
De noodzakelijke verbeteringen op het vlak van het financieel beheer blijven een belangrijk punt van aandacht. Het gebrekkige financieel beheer bemoeilijkt de vaststelling van de jaarrekeningen.
De jaarrekening 2019 is gecontroleerd, maar nog niet vastgesteld. De controle van de jaarrekeningen 2020 en 2021 is nog niet afgerond. Het Cft constateerde eerder belangrijke knelpunten bij de uitvoering van de ‘Roadmap’ naar een goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening van het Land Curaçao. Gebrek aan personele capaciteit en financiële middelen leidden tot beperkte voortgang. Het Land is nu voornemens de deadline van de Roadmap te verschuiven.
,,Het Cft heeft oog voor de operationele uitdagingen waar het Land zich voor gesteld ziet, maar benadrukte dat de oplossing niet ligt in het verschuiven van de deadline. Een duidelijke prioritering, mede in licht van de maatregelen van het Landspakket, kan bijdragen aan het versneld verbeteren van het financieel beheer.”