SER pleit bij nieuwe landsverordening voor meer handhavingscapaciteit
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Sociaal-Economische Raad (SER) vermoedt dat er ‘een lage tot middelmatige spontane naleving van de verscherpte vergunningsvoorwaarden door de nummerloterijvergunningshouders zal plaatsvinden’.
Daarom zal er een grotere behoefte zijn aan handhavingscapaciteit voor het bewerkstelligen van een effectieve naleving. Dit staat in het jongste advies van de SER over ontwerp-landsbesluiten tot wijziging van de loterijverordening.
Doel van de wetgeving is om aanvullende voorwaarden te stellen aan het aanvragen van een nummerloterijvergunning en het opleggen van de verplichting aan vergunninghouders om de administratie bij te houden volgens een geautomatiseerd systeem. Dit is volgens de toelichting bij de wet nodig vanwege het karakter van het loterijbedrijf dat, vanwege de grote kasstromen die daarbinnen circuleren, als gevoelig wordt beschouwd voor witwas- en andere ongeoorloofde (lees: criminele) praktijken. Maar de SER heeft er dus een hard hoofd in dat de verscherpte regels ook echt uitgevoerd gaan worden. En dus rijst de vraag of de aangewezen handhavende instantie de benodigde extra handhavingscapaciteit kan aanleveren. ,,Het investeren in de Gaming Control Board (GCB) en de Financial Intelligence Unit (FIU) is randvoorwaardelijk voor een doelmatige en doeltreffende handhaving van de Loterijverordening 1909”, aldus de SER.
De nieuwe wet- en regelgeving is van toepassing op wat de SER de ‘Wega di Number-sector’ noemt. Bij de Fundashon Wega di Number Kòrsou (FWNK) zijn 24 vergunninghouders ondergebracht. ,,De nummerloterijvergunninghouders hebben gezamenlijk gedurende de periode 2018-2022 een gemiddelde jaarlijkse omzet gegenereerd van 62,4 miljoen gulden. De SER kan hieruit concluderen dat er grote kasstromen verbonden zijn aan het aanbieden van nummerloterij.” Verder constateert de SER dat sinds 2022 alle nummerloterijvergunninghouders uitgesloten zijn van de primaire bancaire dienstverlening als gevolg van hun risicoprofiel. Hierover stelt het adviesorgaan dat de banking, dus het sluiten van bankrekeningen van loterijbedrijven, nauwelijks van invloed is geweest op de sector omdat Curaçao nog altijd een cash-intensieve economie is.
Er is wat de SER betreft nog meer onduidelijk. Want voor wie is de verlaging van het risicoprofiel tot een acceptabel niveau wenselijk? Moet deze wenselijkheid bezien worden vanuit het perspectief van de lokale banken, de GCB als zijnde toezichthouder of de FIU? En wat wordt verstaan onder acceptabel niveau?
De SER vindt ook dat onvoldoende in de nieuwe wetgeving aangetoond wordt dat de Wega di Number-sector ook echt geleid heeft tot een groot aantal concrete gevallen van witwaspraktijken en terrorismebestrijding. ,,Het is voor de SER onduidelijk of de voorgestelde verscherpte regulering in verhouding staat tot de bestaande witwasproblematiek binnen de Wega di Number-sector. Het staat niet vast dat verscherpte regulering daadwerkelijk nodig is voor het verlagen van het risicoprofiel.”
Het valt de SER verder op dat in de toelichtingen geen beschrijving wordt gegeven van de financiële en organisatorische gevolgen die de nummerloterijvergunninghouders zullen ervaren. Er worden ook geen technische eisen gesteld aan het voorgeschreven geautomatiseerd systeem.
Tot slot mist het adviesorgaan in de wet en toelichting vereisten die gesteld worden om kansspelverslaving tegen te gaan. ,,Het laatste onderzoek naar de kansspelverslavingsproblematiek op het eiland dateert van 2003. Terwijl deze verslavingsvorm internationaal gezien wordt als een psychische stoornis”, aldus de SER. De Wega di Number-sector moet de verantwoordelijkheid op zich nemen voor verslavingspreventie die opgenomen moet worden in de vergunningsvoorwaarden, zo adviseert de SER.
