Ondanks duidelijk ‘nee’ van Nederland
Van onze correspondent
Oranjestad - Aruba gaat - zonder toestemming van de Rijksministerraad (RMR) - op 24 juli ambtenaren hun volledige salaris uitbetalen. De Arubaanse ministerraad heeft deze beslissing gisteren genomen.
Dit betekent dat de overheid niet langer 12,6 procent op het salaris inhoudt, maar ‘slechts’ 7,6 procent.
Premier Evelyn Wever-Croes (MEP) maakte dit breaking news gistermiddag vanuit Nederland bekend via een Facebook-video. Ze was dinsdag naar Nederland gevlogen om woensdag met Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties, Alexandra van Huffelen (D66) te praten over de salariskorting. ,,Helaas heb ik de staatssecretaris er niet van kunnen overtuigen om te beginnen met het afbouwen van de 12,6 procent. Binnen de RMR is geen ruimte of draagvlak om af te wijken van de begrotingsvoorwaarden, zo begreep ik van haar.”
Wever-Croes had daarna overleg met haar eigen ministerraad, zo liet ze in de videoboodschap weten. ,,We hebben besloten dat we toch de eerste 5 procent gaan uitbetalen. Dat geldt voor alle ambtenaren. Zij krijgen hun volledige salaris uitbetaald op 24 juli. Alle overheidsbedrijven en stichtingen moeten zelf bekijken hoeveel ze hebben ingehouden en wat ze kunnen uitbetalen aan hun medewerkers.”
De premier zei in de videoboodschap dat de regering in 2023 zal bekijken hoe de resterende 7,6 procent ook kan worden uitbetaald. Ze sloot haar boodschap af met een dankwoord aan de vakbonden die hebben gestreden voor de salarissen.
Onderwijsvakbond Simar reageerde vrij snel na de videoboodschap met een persverklaring. ,,Onze strijd gaat door. De regering heeft bevestigd dat ze vanaf eind juli de ingehouden 5 procent van het salaris weer gaat uitbetalen. Dat betekent dat er nog steeds 7,6 procent van de salarissen wordt ingehouden.”
Simar stelt dat ze altijd is opgekomen voor de belangen van haar leden en daarin naast andere vakbonden staat. ,,We bedanken iedereen die meedeed aan de strijd, omdat we daardoor zijn gekomen waar we nu staan.”
In een reactie aan het Antilliaans Dagblad laat Simar-voorzitter Josephine Albertus weten dat het uitbetalen van de 5 procent betekent dat een ambtenaar eind juli het basissalaris volledig krijgt uitbetaald. ,,Dat krijgen onze leden vanaf eind juli tot en met eind december.” Het geld dat sinds mei 2020 is ingeleverd, wordt volgens de voorzitter niet met terugwerkende kracht uitbetaald. ,,Dat geld zijn we kwijt.”
‘Ambtenaren mogen niet lijden’
De regering stuurde later op de dag een persbericht waarin de beslissing iets uitgebreider werd toegelicht. ,,Het leven op Aruba is moeilijk. De kosten van levensonderhoud zijn enorm gestegen als gevolg van de pandemie en van de oorlog in de Oekraïne. De ministerraad wil de 5.000 ambtenaren die bij de overheid werken, bij instanties en bij staatsbedrijven, niet langer laten lijden. Ze leveren sinds mei 2020 12,6 procent van hun salaris in. Dat is niet langer te rechtvaardigen.”
De Arubaanse regering vindt dat ze aan alle voorwaarden van Nederland heeft voldaan. ,,We hebben de Wever-Croes norm ingevoerd. Dat was een voorwaarde om met het afbouwen van salariskorting te kunnen beginnen. Nederland wil niet dat het parlement die conceptwet veranderde, maar dat mag het parlement in onze democratie wel doen. In de wet die nu is aangenomen, staat dat per 1 augustus salarissen gebonden zijn aan de Wever-Croes norm. Salarissen mogen maximaal 130 procent van het jaarsalaris van de minister-president zijn. Dat jaarsalaris is vastgelegd op 329.000 florin. Zeven personen verdienen op Aruba meer dan deze norm. In de wet is ook vastgelegd dat zij binnen vijf jaar hun salaris moeten verlagen tot naar dit maximum. Vijf jaar is een redelijke termijn voor een overgangsperiode.”