Geduld Rijksministerraad na zeventien maanden op
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Caribische landen van het Koninkrijk - Curaçao, Aruba en Sint Maarten - is in verband met de maximering van de topinkomens een deadline gesteld door de Rijkministerraad (RMR).
Ze hebben nu nog iets meer dan drie weken de tijd om de concept-wetteksten met betrekking tot de maximering van de inkomens van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector inhoudelijk in lijn te brengen met de eerdere RMR-besluiten.
Het geduld is op bij de koninkrijksregering in Den Haag. Al in de RMR van 15 mei 2020 - bijna zeventien maanden geleden - werd als voorwaarde aan de liquiditeitssteun voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten gesteld dat de inkomens van deze topfunctionarissen per 1 juli 2020 dienden te worden gemaximeerd.
Namelijk op 130 procent van het nieuwe genormeerde salaris van de minister-president van het betreffende land (op Curaçao de zogenaamde ‘Rhuggenaathnorm’); overigens inclusief een gelijke maximering van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Verder ook met een gelijke doorwerking naar de tarieven voor consultants.
,,Een vergelijkend onderzoek heeft onlangs aangetoond dat er inhoudelijk aanzienlijke verschillen zijn tussen de (ontwerp)regelingen van de landen en dat de regelingen op belangrijke onderdelen onvoldoende effectief zijn”, schrijft staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer.
Nu moet er vóór 1 november aanstaande een conceptwetstekst liggen, zo is door de RMR besloten. Bovendien heeft de RMR (de Nederlandse ministerraad aangevuld met de Gevolmachtigde ministers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten) een aantal punten geformuleerd die in de regelingen opgenomen moeten worden, ‘om zo de effectiviteit van de regelingen te vergroten’. ,,Deze punten zien onder andere op de grondslag voor de berekening van het maximuminkomen, de werkingssfeer en handhaving”, licht Knops toe.