‘Redenen opzeggen vertrouwen regering geveinsd en zonder substantie’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Omdat de regering-Pisas (MFK/PNP) niet uiterlijk afgelopen maandag de beschuldiging aan het adres van de RdK-top heeft ingetrokken, zoals verzocht, en überhaupt niet heeft gereageerd, overwegen de inmiddels ‘tijdelijk aanblijvende’ directie en commissarissen ‘terstond hun ontslag in te dienen’ met als gevolg een ‘bestuurloos RdK’.
Dat is een van de voorwaarden voor het tot uiterlijk 31 december 2021 aanblijven van directeur Marcelino de Lannoy en de enige twee overgebleven commissarissen Kenneth Mercelina en Kimberley de L’Isle, nadat het kabinet-Pisas als vertegenwoordiger van de aandeelhouder van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) op 23 september het vertrouwen in hen opzegde.
De andere voorwaarde om nog even aan te blijven en het schip niet zonder kapitein achter te laten - een derde RvC-lid, Wesley Kook, stapte al direct op - is dat ‘uw regering zich onthoudt van negatieve of beledigende uitlatingen’ over leden van de directie en de RvC.
De reden voor de harde toon en vastbeslotenheid waarmee De Lannoy, Mercelina en D’Isle dit opschrijven, is omdat het hen ‘diep heeft geraakt’ dat de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA, lees: de regering) een besluit heeft genomen waarin het vertrouwen in bestuur en RvC is opgezegd ‘zónder dat de AvA zich over de feiten heeft laten voorlichten, bijvoorbeeld door de leden van het bestuur en de RvC eerst te horen’.
,,Dat is niet de normale gedragslijn die bestuur en RvC gewend zijn van de AvA, daargelaten dat de AvA daarmee handelt in strijd met de wet”, staat verder te lezen in de brief die in handen is van het Antilliaans Dagblad.
In een kort persbericht heeft RdK dinsdag laten weten dat de directeur en de commissarissen hun functies ter beschikking hebben gesteld van de aandeelhouder. Dat blijkt, gezien de datum van de brief, al op 27 september te zijn gebeurd.
Niet alleen heeft de regering verzuimd zich te laten informeren, ook slaat de ministerraad de plank mis en worden verkeerde conclusies getrokken. Het gaat allemaal om RdK-dochter CRU (Curaçao Refinery Utilities) en de oprichting van RDK Fuel Farms, waar deze krant vorige week over berichtte.
Dit laatste traject loopt al minstens een jaar, en nog vóórdat het kabinet-Pisas aantrad medio juni kregen vertegenwoordigers van de aankomende regering eind maart een uitvoerige toelichting op onder meer de oprichting van RDKFF, namelijk aan Randolph Camelia, Ramon Chong, Errold Bishop, Ruthmilda Larmonie-Cecilia en Sithree van Heydoorn (de laatste twee zijn nu minister voor PNP en MFK).
Er zijn volgens directie en commissarissen ‘geen bedrijfseconomische of juridische redenen om hun positie ter beschikking te stellen’, laten zij weten aan premier Gilmar Pisas, minister van Algemene Zaken en tevens belast met de raffinaderij.
,,Aan de andere kant kunnen zij de ogen niet sluiten voor het besluit van de AvA om het vertrouwen in hen op te zeggen. Hoewel duidelijk mag zijn dat de redenen voor dat besluit van de AvA geveinsd en zonder enige substantie zijn, neemt dit niet weg dat u kennelijk een andere koers wenst te varen met RdK.” Daarom zullen de leden van bestuur en de RvC niet aanblijven.
Pisas en de overige bewindslieden worden in de gelegenheid gesteld zorg te dragen voor minimaal één vervangend lid van de directie en ook minimaal één vervangend RvC-lid. Zulks uiterlijk per 31 december 2021. Tot die tijd zijn De Lannoy als het enige lid van het bestuur en de twee commissarissen ‘in principe bereid aan te blijven in functie’.
Zij zullen ontslag nemen tegen het eind van de maand waarin de vervangende leden door de AvA/regering zijn benoemd, maar niet later dan de laatste dag van dit jaar. Over minder dan drie maanden dus. ,,Deze leden van bestuur en RvA zijn - ondanks uw ongefundeerde verwijt aan hun adres - hiertoe bereid, louter in het belang van RdK.”
Zij willen het overheidsbedrijf, eigenaar namens het Land van de raffinaderij, de BOO/CRU-krachtcentrale en de olieterminal te Bullenbaai, niet zonder bestuur achterlaten, zeker niet in een periode waarin zoveel strategisch complexe zaken op het spel staan; bijvoorbeeld ten aanzien van de nieuwe operator van de Isla, alsmede de aanbesteding voor de LPG Fuel Storage Terminal en het samen met Curoil veiligstellen van de lokale brandstofvoorziening. ,,Ook al zou dat door uw handelswijze gerechtvaardigd zijn.”
Er is geen besluit genomen tot ontbinding (en liquidatie) van CRU, stellen RdK-directeur De Lannoy en de commissarissen Mercelina en D’Isle. Een dergelijk bestuursbesluit zou overigens op basis van de statuten van RdK de goedkeuring behoeven van de RvC en niet van de AvA (Algemene vergadering van Aandeelhouders).
CRU heeft met de resterende, deels van Refineria Isla (Curaçao) overgenomen, werknemers een beëindigingsovereenkomst getekend ingaande 30 september 2021. In dat kader krijgt iedere werknemer ‘een redelijke beëindigingsvergoeding’.
Daarbij was RdK voornemens de resterende en nieuwe operationele activiteiten ter plaatse van de raffinaderij, de BOO-centrale en de olieterminal te Bullenbaai per 1 oktober 2021 onder te brengen bij RDKFF (RDK Fuel Farms).
Het betreft met name, in afwachting van overname door een nieuwe operator, diensten aan Curoil voor Plan B3/brandstofvoorziening aan Curaçao; beheer, waaronder opslag, en bewaking van de faciliteiten’; beperkte opwekking van utiliteiten. En verder nieuwe activiteiten, zoals de ontwikkeling en het beheer van de LPG Storage Terminal en andere nieuwe projecten als onderdeel van ‘Horizonte Nobo’.
De daarvoor benodigde arbeidskrachten zouden in dienst treden van RDKFF. Ondanks dat deze kwestie bijna één jaar in voorbereiding is geweest met nauwe betrokkenheid van en aansturing door het Land Curaçao, zijn de benodigde vergunningen en (fiscale)faciliteiten van overheidswege nog niet verstrekt.
Verwezen wordt naar bijvoorbeeld het besluit van de Raad van Ministers van 30 september 2020: Akkoord met strekking van inliggend principeakkoord tussen Refineria di Kòrsou en Curaçao Oil (Curoil) voor wat betreft het eigendom, de bouw en bedrijfsvoering van een nieuwe LPG Storage Terminal, een en ander conform het verzoek van 29 september 2020 van de minister van Economische Ontwikkeling en met inachtneming van het memo van de voorzitter van het Team Garantie Brandstofvoorziening Curaçao.
Verder ook naar het besluit van de Raad van Ministers van 2 december 2020: Akkoord dat RdK, mede namens een nog op te richten dochtervennootschap van RdK, RDK Fuel Farms en Curoil, op zeer korte termijn zullen onderhandelen met als doel een gebruiksovereenkomst aan te gaan voor gebruik bij uitsluiting van de LPG Fuel Terminal voor alle aanvoer, uitvoer, opslag en distributie door Curoil van LPG in Curaçao en voor Bonaire vanuit Curaçao.
,,Doordat de vergunningen niet zijn afgerond door de overheid, is de overgang naar RDKFF per 1 oktober 2021 helaas niet mogelijk”, staat in de brief aan premier Pisas. Daardoor moet RdK - nu zij de operationele activiteiten in het belang van RdK en de samenleving niet kan staken - dit voortzetten/onderbrengen in CRU, inclusief het wederom in dienst nemen van de benodigde arbeidskrachten.
,,Met alle financiële risico’s van dien”, voegen het bestuur en de RvC daaraan toe. ,,Het moge duidelijk zijn dat die gevolgen uiteindelijk door het Land Curaçao als enig aandeelhouder van RdK zullen worden gedragen middels het bedrijfsresultaat.”
Oprichting RDKFF in de wachtkamer
Het besluit van de RdK-directie tot oprichting van RDK Fuel Farms (RDKFF) behoefde op basis van de statuten van RdK de goedkeuring van de raad van commissarissen (RvC) en niet van de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA).
De oprichting van RDKFF is desondanks uitvoerig toegelicht en besproken met het Land Curaçao als enig aandeelhouder van RdK. Verwezen wordt naar onder meer het besluit van de Raad van Ministers van 2 december 2020 inzake het akkoord dat Refineria di Kòrsou (RdK), namens een nog op te richten dochtervennootschap van RdK, RdK Fuel Farms, zou optreden.
Daarnaast wordt Pisas verwezen naar de vergadering van 30 maart 2021 waarin aan vertegenwoordigers van de aankomende regering een uitgebreide toelichting is gegeven op onder andere de oprichting van RDKFF. Elders benoemt deze krant degenen die hierbij namens de nieuwe coalitie aanwezig waren.
De gegeven toelichting is schriftelijk vastgelegd bij brief van 7 mei 2021, ‘Status lopende zaken RdK’, aan de toenmalige minister van Algemene Zaken (premier Eugene Rhuggenaath) en ten behoeve van de aankomende minister van Algemene Zaken (Pisas). Daarin ook een overzicht van de nieuwe juridische structuur, waaronder RDKFF.
,,Daarmee staat vast dat de Raad van Ministers aan de wieg heeft gestaan van de oprichting van RDKFF en deze bovendien uitdrukkelijk in haar besluitvorming heeft betrokken”, menen het bestuur en de commissarissen.
,,Daarnaast bent ook u als aankomende minister van Algemene Zaken schriftelijk geïnformeerd. Dit alles maakt uw standpunt dat de AvA ‘thans wordt (...) geconfronteerd met de gevolgen van beslissingen die zijn genomen (...) waarbij de AvA niet in de gelegenheid is gesteld (...) van de motieven’ weinig geloofwaardig.”
De stukken laten zien - aldus De Lannoy, Mercelina en D’Isle - dat de reden voor oprichting van RDKFF een kosten- en risicobeheersing voor RdK is, alsmede het bewerkstelligen van een verbeterde operationele cultuur. Met name waar het betreft de nieuwe operationele activiteiten, waaronder de LPG Storage Terminal. ,,Deze voordelen zullen niet (volledig) kunnen worden bewerkstelligd indien op de oude voet (met CRU) wordt doorgegaan.”
Zij beëindigen dit deel van hun brief met: ,,Wat hier verder van zij, totdat het Land Curaçao de benodigde vergunningen en faciliteiten verstrekt, staat RDKFF in de wachtkamer.”