‘Geen productieplafond voor Esseboom en Liqui Lung’

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Longarts Earl Esseboom en cardioloog Arthur Liqui Lung hoeven zich niet te houden aan het door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ingestelde productieplafond voor vrijgevestigde medisch specialisten. De bodemrechter oordeelt dat een wettelijke grondslag ontbreekt om een dergelijk plafond eenzijdig op te kunnen leggen.
Esseboom en Liqui Lung, beide directeur van Heart & Lung Quality Center, gingen op 16 juni vorig jaar in beroep tegen het besluit van de SVB waarmee een productieplafond werd vastgesteld voor alle vrijgevestigde medisch specialisten per 1 juli 2020. Het gaat in geval van deze twee specialisten om een maximaal bedrag van 375.000 gulden voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020 en 750.000 gulden voor 2021. Declaraties boven deze bedragen ‘worden door de SVB niet betaalbaar gesteld’. In afwachting van een uitspraak in de bodemprocedure werd de maatregel tijdelijk geschorst. Maar na het vonnis van het gerecht in eerste aanleg worden de besluiten van 20 en 22 mei 2020 voor deze twee specialisten vernietigd.
Want een wettelijke grondslag ‘voor het eenzijdig vaststellen van een productieplafond, zoals in de bestreden besluiten is gebeurd’ ontbreekt, aldus het oordeel van de rechter. Dat heeft te maken met het uitblijven van ‘voorzieningen krachtens de bvz’. Daardoor is de oude Regeling Medewerking aan de Sociale Verzekeringen (RMSV) uit 1960, die de relatie tussen de SVB en de medewerkenden reguleert, nog altijd geldig. En die situatie verandert pas, zo voert de SVB aan in de rechtszaak, als er een Zorgautoriteit is opgericht. De autoriteit moet gaan toezien op de doelmatige en rechtmatige uitvoering van de bvz.
De SVB is van mening dat de bestaande RMSV-regeling wettelijk wel degelijk voldoende basis biedt om een productieplafond in te voeren. Dit ‘vooruitlopend op de onderhandelingen’ over de zorgcontracten die met zorgverleners worden afgesloten. Maar het gerecht in eerste aanleg concludeert dat de nodige ‘specifieke bepalingen’ ontbreken. De rechter gaat ook niet mee in het betoog van de SVB-verdediging dat een grens moet worden gesteld aan de betalingen aan medisch specialisten vanwege de taakstelling om de uitgaven aan medisch-specialistische zorg te verlagen. Uit de toelichting bij het Landsbesluit nadere criteria zorgcontracten van 2019 wordt duidelijk dat er geen wettelijke grondslag is voor het eenzijdig vaststellen van een plafond, maar dat dit alleen mogelijk is ‘via een met de zorgverlener te onderhandelen zorgcontract’.
Uit het vonnis van 9 augustus blijkt dat artikel 4 van het Landsbesluit taakstelling zorguitgaven bepaalt dat de SVB in de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 jaarlijks 17 miljoen gulden minder moet uitgeven aan medisch-specialistische zorg dan in 2017.
De bvz is op 1 februari 2013 in werking getreden. In het Landsbesluit nadere criteria zorgcontracten zijn volgens het gerecht in eerste aanleg kortweg vijf hoofdpunten voor onderhandeling opgenomen: diagnose-behandelcombinaties, een handboek met regels en richtlijnen, Algemene Ouderdomsverzekering als basis voor de pensioengerechtigde leeftijd, deelname farmacotherapeutisch overleg en het productieplafond.

Heart and Lung Quality Center
Longarts Earl Esseboom en cardioloog Arthur Liqui Lung zijn de twee directeuren van Heart and Lung Quality Center. De bv werd volgens het handelsregister van de Curaçaose Kamer van Koophandel op 3 september 2015 opgericht, met Liqui Lung en Esseboom als statutair directeur en managing director. Het tweetal maakte van 2009 tot 2015 ook deel uit van de Taams Kliniek. Dat ziekenhuis ging in juni 2015 failliet.
Esseboom en Liqui Lung zien zelf, als medisch specialisten, patiënten in hun centrum. Volgens de bedrijfsomschrijving in het handelsregister is het Heart and Lung Center een ‘medisch facilitair bedrijf in de ruimste zin des woords’. Het gaat dan bijvoorbeeld om het ter beschikking stellen van ruimte, medische apparatuur en instrumenten, medicijnen en zorgpersoneel aan specialisten, artsen en paramedici om ‘aldaar patiënten te kunnen behandelen, onderzoeken en revalideren’. Daarnaast legt de bv zich toe op de lease, verhuur en exploitatie van medische en paramedische artikelen, instrumenten, hulpmiddelen en apparaten’.