CBCS berekent effect steunmaatregelen kabinet-Rhuggenaath
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Curaçaose overheid heeft in 2020 ruim 150 miljoen gulden ofwel 3,3 procent van het bbp (bruto binnenlands product) aan steunmaatregelen verleend. Op basis van voorlopige cijfers blijkt dat meer dan 34.000 personen via deze maatregelen in meer of minder mate ondersteuning hebben ontvangen.
Zo leest het Antilliaans Dagblad in een recent onderzoek van de Centrale Bank CBCS. Zonder de steunmaatregelen zou de economische krimp in 2020 nóg sterker zijn geweest dan de historisch gezien grootste negatieve groei van 19,9 procent, namelijk tussen 0,5 en 1,4 procentpunt en daarmee uitkomen op -20,4 procent respectievelijk -21,3 procent. Zo heeft de CBCS berekend op verzoek van demissionair minister-president Eugene Rhuggenaath (PAR).
Het effect op het bbp dient echter met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd, aldus de studie, omdat hierbij het effect van sociale maatregelen wordt afgemeten tegen de productie. ,,Een groot deel van de maatregelen was niet zozeer gericht op het behouden van economische activiteiten, maar om in de primaire levensbehoeften van een grote groep te voorzien”, meldt het document.
,,Het dynamisch effect van de NOW- en TVL-regelingen kan in de berekeningen niet worden meegenomen. Het is aannemelijk dat zonder de steunmaatregelen meer bedrijven in faillissement zouden zijn geraakt met een grotere afname van het (potentiële) bbp als gevolg.”
NOW staat voor Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Met deze loonsubsidie, in april 2020 geïntroduceerd, was vorig jaar 95,5 miljoen gemoeid. Bij de invoering van de regeling hebben ruim 1.300 bedrijven er gebruik van gemaakt. De loonsubsidie had toen betrekking op meer dan 18.900 werknemers. Het aantal bedrijven dat gebruik heeft gemaakt van de NOW-regeling is echter geleidelijk afgenomen tot ruim 300 aan het einde van 2020, waarbij de loonkosten van naar schatting ruim 4.600 werknemers werden gesubsidieerd (met de jongste lockdown is de hoeveelheid bedrijven vermoedelijk weer flink toegenomen, red.).
TVL, in 2021 ingevoerd, is de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten. Onder deze regeling kunnen bedrijven in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de vaste lasten zoals huur, pacht, interest- en aflossingsbetalingen, verzekeringen, leasebetalingen en abonnementen. Er zijn nog geen cijfers beschikbaar met betrekking tot de TVL-regeling.
De Covid-19-pandemie en de hieraan gerelateerde preventieve maatregelen hebben de economie van Curaçao hard getroffen. Naast de historische economische krimp van 19,9 procent steeg het werkloosheidspercentage, op basis van berekeningen van de CBCS, tot boven de 24 procent. Bijna één op de vier was/is werkloos.
Uit de analyse blijkt dat de steunmaatregelen de verslechtering van de arbeidsmarkt hebben gematigd. ,,Zonder de steunmaatregelen, in het bijzonder de loonsubsidie onder de NOW-regeling, zou het werkloosheidspercentage tussen de 0,8 en 1,5 procentpunt hoger zijn geweest”, schrijft de Centrale Bank. Mogelijk wel 26,1 procent.
,,Daarnaast zou zonder de steunmaatregelen de beroepsbevolking kunnen afnemen als gevolg van het zogenaamde ‘discouragement effect’ en migratie naar Nederland. Dit resulteert in een verlies van menselijk kapitaal”, aldus de studie. ,,Voorts hebben de steunmaatregelen een daling van het potentiële bbp verzacht en een toename van de armoede op de korte termijn beperkt.”
De Curaçaose steunmaatregelen waren grotendeels mogelijk door liquiditeitssteun in de vorm van renteloze leningen van Nederland. De CBCS vermeldt dit niet expliciet in deze analyse en meldt evenmin dat het verreweg het grootste deel van de Nederlandse financiële hulp (de noodsteun in de vorm van giften en de Girobanklening van 170 miljoen nog niet meegerekend) van 670 miljoen, vooral in de vorm van begrotingssteun - ten behoeve van de overheid en bijvoorbeeld het ambtelijke apparaat - was. Het is onduidelijk wat de impact op het bbp/de economie en werkloosheid zou zijn geweest als er geen begrotingssteun zou zijn (geweest).
Er waren/zijn méér steunmaatregelen. Zoals de Tijdelijke Bijstand Zelfstandige Ondernemers (TBZO). De TBZO is een maatregel om zelfstandige ondernemers te ondersteunen gedurende de coronacrisis en werd in april 2020 ingevoerd. Zelfstandige ondernemers van wie de maandelijkse netto-inkomsten als gevolg van de coronacrisis onder de 1.335 gulden zijn komen te liggen, kunnen op basis van de TBZO een aanvullende uitkering ontvangen tot maximaal 1.335 per maand.
In 2020 werd in totaal 21,9 miljoen aan de TBZO uitgegeven. Bij de invoering hebben ruim 3.500 zelfstandige ondernemers van de regeling gebruikgemaakt. Dit aantal is geleidelijk gedaald tot ruim 1.800 aan het einde van 2020.
Voorts is er de ‘Weerbaarheidsuitkering’. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de ‘Weerbaarheidsuitkering bijstand’ en de ‘Weerbaarheidsuitkering werkzoekenden’. De Weerbaarheidsuitkering bijstand wordt aan personen die reeds op 15 maart 2020 een algemene bijstand (lees: onderstand) ontvingen uitgekeerd voor de aanschaf van primaire levensbehoeften.
Deze buitengewone bijstand wordt per twee weken uitgekeerd door middel van verstrekking van een tegoed geregistreerd op een betaalkaart voor besteding bij de deelnemende supermarkten. De uitkeringsperiode is één maand, maar kan worden verlengd. De hoogte van de uitkering is als volgt: een alleenstaande ontvangt 75 gulden per twee weken; een echtpaar zonder kinderen/alleenstaande ouder met kinderen 150 gulden per twee weken; en een echtpaar met kinderen 225 gulden per twee weken.
De ‘Weerbaarheidsuitkering werkzoekenden’ is gericht op personen die vóór 15 maart 2020 hun baan hadden verloren en werkloos waren. Deze personen kunnen een aanvraag doen voor een buitengewone bijstand voor de aanschaf van primaire levensbehoeften. In dit geval wordt de buitengewone bijstand maandelijks uitgekeerd door middel van verstrekking van een tegoed geregistreerd op een betaalkaart voor besteding bij deelnemende supermarkten.
De uitkering is voor de periode van één maand, maar kan hierna worden verlengd zolang de noodzaak hiervoor bestaat als gevolg van de coronacrisis. De hoogte van de weerbaarheidsuitkering werkzoekenden is als volgt: een alleenstaande 300 gulden per maand; een echtpaar/alleenstaande ouder/echtpaar met kinderen 450 gulden per maand.
Uit de voorlopige cijfers blijkt dat in 2020 in totaal 18,5 miljoen aan de weerbaarheidsuitkering is besteed. Uit de voorlopige cijfers blijkt ook dat gemiddeld per maand ruim 7.400 onderstandstrekkers gebruik hebben gemaakt van de Weerbaarheidsuitkering bijstand. Daarnaast werd tussen maart en december 2020 gemiddeld aan ruim 2.400 werkzoekenden per maand de Weerbaarheidsuitkering werkzoekenden uitgekeerd.
Tot slot de ‘Baanverliezersuitkering’. Personen die ná 15 maart 2020 vanwege de coronacrisis werkloos zijn geworden of anderszins geen inkomen genieten konden/kunnen in aanmerking komen voor een buitengewone bijstand (lees: uitkering) van maximaal 1.000 gulden, waarbij de verleende bijstand niet hoger mag zijn dan het gemiddelde van het genoten inkomen van de laatste twee maanden. Ook personen bij wie ten minste 50 procent van het aantal werkuren en het loon over die uren als gevolg van de coronacrisis is ingekort kunnen aanspraak maken op deze regeling.
De uitkeringsperiode is voor een maand, maar kan hierna worden verlengd indien de noodzaak hiervoor als gevolg van de coronacrisis bestaat. In 2020 heeft de overheid 13,7 miljoen aan de baanverliezersuitkering uitgegeven. Tussen maart en december 2020 hebben per maand gemiddeld 1.896 werklozen van deze regeling gebruikgemaakt.