Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Met de instemming van de directie en de raad van commissarissen (RvC) van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) gaat de Project Management Organisatie (PMO) nu verder met een ‘shortlist’ van geïnteresseerde en potentiële partners voor de overname van de exploitatie van de oliefaciliteiten op Curaçao.
Hiermee is Project Arawak een volgende fase ingegaan. Hoeveel partijen de shortlist telt, is niet bekend(gemaakt) door RdK, maar volgens plan was het de bedoeling om met 2 tot 3 ‘bidders’ een zogeheten Letter of Intent (LoI) te ondertekenen. Het Antilliaans Dagblad verneemt dat er drie zijn geselecteerd.
Medio augustus werd gemeld dat 25 bedrijven belangstelling hadden getoond. Daarvan hebben half oktober uiteindelijk 11 een zogeheten ‘non-binding proposal’ ingediend. Deze 11 waren ook actief in de zogeheten VDR (Virtual Data Room) van RdK. Nog zonder verplichtingen over en weer. Dat wordt vanaf nu minder vrijblijvend.
,,De volgende stap is nu dat de partijen (RdK spreekt in meervoud, red.) die op de shortlist staan niet later dan op 27 november een ‘binding proposal’ indienen. Hierna selecteert de evaluatiecommissie op 4 december een ‘preferred bidder’ om de onderhandelingen op te starten over het management en de exploitatie van de oliefaciliteiten.” Aldus de overheids-nv die eigenaar is van deze faciliteiten.
Dit is volgens RdK conform het tijdschema voor het Project Arawak zoals voorgelegd aan en goedgekeurd door de Raad van Ministers. Daarin is ook ruimte voor het due diligence-onderzoek door de geselecteerde ‘bidders’ en de onderhandelingen, die volgens het ‘Overall plan’ begin februari 2021 moeten leiden tot de ‘closing van de deal’, in de hoop dat vanaf maart volgend jaar kan worden begonnen met een gefaseerde startup van de exploitatie.
RdK informeert dat de evaluatiecommissie op 26 oktober de ontvangen non binding proposals heeft bestudeerd en geanalyseerd. Daaruit is nu dus de schortlist voortgekomen van partijen die, ‘onder specifieke voorwaarden’, de beste bijdrage kunnen leveren aan het succes van Arawak.
Het gaat nog nadrukkelijk om een ‘package deal’; de drie faciliteiten bij elkaar en niet van elkaar losgekoppeld: de Isla-raffinaderij, de Curaçao Refinery Utilities (CRU) en de olieterminal.
Bekend is dat de terminal bij Bullenbaai gewild is omdat met olieopslag en -overslag momenteel flink valt te verdienen. Dat geldt op het moment niet in de eerste plaats voor de raffinaderij, maar in tegenstelling tot de terminal is de meeste werkgelegenheid gemoeid met raffinage. En daar is het de overheid vooral om te doen; het scheppen en behouden van zoveel mogelijk jobs. De CRU is als producent van water, stroom, stoom en perslucht onmisbaar voor de Isla.
De speciale PMO staat onder voorzitterschap van Arthur Gevers. Het PMO-team werd een tijd terug in stilte enigszins gewijzigd. Voorzitter Evelyn Kruithof-Bor, in het dagelijks leven algemeen directeur van het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC), is niet langer betrokken bij PMO. Zij was voorzitter. In haar plaats is Gevers de nieuwe voorman van PMO geworden.
Gevers is conform het besluit van de Raad van Ministers van 12 augustus in deze functie aangesteld, zo blijkt uit stukken waarover het Antilliaans Dagblad beschikt en ook eerder over berichtte. Hij maakte al eerder deel uit van de PMO-commissie, die in 2018 aan de slag ging.
De ministerraad stemde ook in met de ‘reorganisatie van PMO’. De doelstelling - ‘het operationeel houden en de modernisering van de raffinaderij’ - werd opgedragen aan de volgende leden: naast Gevers zijn dat Patrick Newton, Alberto ‘Chos’ Romero en Edward Jesus. Naast Kruithof-Bor is ook Jessica Russel-Lucasius niet langer lid van het PMO-team.
De opties voor de ‘soort’ herstart van de Isla binnen het Project Arawak zijn divers en breed. Het kan gaan om een 1. lease; 2. joint venture; 3. verkoop; 4. tolling agreement; of 5. zelfs een combinatie van deze vier. Aldus het ministersbesluit.
,,Primair zal de PMO zich richten op het vinden van een partij die op lange termijn een oplossing biedt voor continuering van de faciliteiten”, meldt dit besluit.
Daarbij wordt dus een strakke tijdslijn aangehouden. Dat is ook nodig, want sinds de beëindiging van het leasecontract met het Venezolaanse PdVSA per 31 december 2019 staat de raffinaderij er nu al tien maanden bij zonder externe operator; RdK houdt de installaties zo goed mogelijk, zonder productie, overeind.