Land Curaçao per eind oktober in negatieve liquiditeitspositie beland
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Curaçao is deze maand door de bodem van de landskas gezakt en in een negatieve liquiditeitspositie beland. Per eind oktober bedragen de liquide middelen -135,8 miljoen gulden.
Dat is nog zonder de spoedig van Nederland te verwachte aanvullende liquiditeitssteun. Daarover wordt naar verwachting morgen in de Rijksministerraad (RMR) in Den Haag beslist.
De jongste liquiditeitsprognose, in het bezit van het Antilliaans Dagblad, rekent uit dat eind november de stand al -553 miljoen (ruim een half miljard) bedraagt. En daar komt in december nog eens 300 miljoen bij, waardoor het Land Curaçao het coronacrisisjaar 2020 zal afsluiten met een liquiditeitspositie van -852,7 miljoen.
Al eerder ontving de Curaçaose overheid in april, mei en juni Nederlandse liquiditeitssteun ten behoeve van de begroting (zo’n 256 miljoen) en ook ten behoeve van het Noodpakket (126 miljoen). Bij elkaar: 382 miljoen in de vorm van renteloze leningen. Zo blijkt uit de ontvangstenzijde van de prognose.
De eigen ontvangsten zijn onvoldoende om de uitgaven te dekken. Voor oktober bijvoorbeeld zijn deze gecalculeerd op 147,7 miljoen. Daar staat tegenover dat de totale uitgaven uitkomen op 405,6 miljoen. Met de kanttekening dat daarvan 100 miljoen bedoeld is voor de aflossing van een tienjarige obligatielening.
Uitgaande van de tweede begrotingswijziging 2020 bedragen de totale belastingopbrengsten in coronacrisisjaar 1.130,4 miljoen (iets meer dan 1,1 miljard). Zoals deze krant deze week al berichtte waren deze in de oorspronkelijke begroting gesteld op 1.570,6 miljoen (bijna 1,6 miljard).
Wat aan de meest recente liquiditeitsprognose verder opvalt, is dat voor volgende maand, november, wordt gerekend met twee investeringsbedragen: 30 miljoen in het kader van het Groeiakkoord en 65,6 miljoen andere algemene investeringen.
Ook wordt voor november een bedrag van 49,3 miljoen opgevoerd aan in te lopen ‘premie-achterstand’. De uitleg luidt dat door de premiederving de afgelopen maanden, als gevolg van de effecten van Covid-19, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ‘wordt gecompenseerd’.
Er bestaat verder een achterstand in nakoming van de zogeheten landsbijdrage aan de SVB. In de maand december wordt daarvoor 36,8 miljoen uitgetrokken. Dit is besproken met het College financieel toezicht (Cft). Hetzelfde geldt voor het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC), waarvoor in verband met de achterstand 28,3 miljoen in december is opgenomen.
Door het langdurig niet nakomen van de afdrachten aan SVB, maar dus ook aan het APC, worden de exploitatietekorten van het Land impliciet gefinancierd door oplopende schulden aan APC en SVB, waardoor de financiering van uitgaven van de gewone dienst van de begroting ‘het karakter krijgt van een lening’, meldt de toelichting.
De ambtelijke personeelskosten drukken deze maand voor 43,7 miljoen op de overheid. Het gaat daarbij om 21,3 miljoen aan nettosalarissen. In december komt er 35 miljoen bij in verband met de VVU (Vrijwillige Vervroegde Uitdiensttreding). In de laatste maand van het jaar wordt deze VVU betaald.
Vanaf oktober is er tot en met de jaarwisseling weer ruimte gemaakt voor iets wat de afgelopen maanden sinds april niet was gebeurd, namelijk 1,7 miljoen voor het ‘schoonmaken en -houden van het eiland’.
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.