Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het wetsvoorstel en de daarin voorkomende stellingen en conclusies ten aanzien flexibele werktijden, zijn onvoldoende onderbouwd, zo stelt de Raad van Advies (RvA) in een recent aan de Staten aangeboden advies.
Zo is er volgens de RvA geen onderzoek gedaan naar de voordelen voor werkgevers, werknemers en de samenleving in het algemeen. Er wordt volgens de Raad uitgegaan van de Nederlandse Wet flexibel werken (Wfw), die niet zonder nader onderzoek zomaar kan worden overgenomen. De sociaaleconomische situatie van Nederland is immers heel anders dan die van Curaçao. Dat geldt ook voor de stelling dat werknemers steeds meer belang hechten aan een goede balans tussen werken, zorgen en scholing en dat een ‘nine to five’-job zonder flexibiliteit en lange files op de weg de werknemers belemmeren. Aangevoerd wordt: ,,Voor wat betreft Curaçao is niet onderzocht of flexibiliteit in het werk een cruciale voorwaarde is voor vrouwen en mannen om (meer of minder) deel te nemen aan werk.” De RvA sluit zich hierbij overigens aan bij de Sociaal-Economische Raad (SER), waarbij wederom opgemerkt wordt dat het SER-advies niet is meegenomen in de Memorie van Toelichting (MvT).
De RvA bekritiseert ook de te summiere uitleg bij de artikelen van het initiatiefontwerp. De Raad vermoedt dat de teksten gekopieerd zijn uit de Wfw, die weer voortborduurt op de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa). De Raad vindt dat ook de MvT van de Waa van belang is voor de uitleg bij het initiatiefontwerp.
Verder meent het adviesorgaan dat actoren waarop de wet betrekking heeft niet te veel op kosten gejaagd moeten worden. Daar is de Raad nog niet zo zeker van want deze landsverordening zal waarschijnlijk wel gepaard gaan met kosten voor in elk geval de werkgevers omdat er bijvoorbeeld organisatorische veranderingen nodig zijn, mogelijk nieuwe medewerkers aangetrokken, nieuw personeelsbeleid ontwikkeld en werkplekken anders ingericht moeten worden. Zo kan het een voorwaarde zijn dat werknemers digitaal toegang krijgen tot bestanden van het bedrijf.
De RvA wijst op de door de SER gestelde vraag of in een krimpende economie vraag is naar flexibele werknemers. Het kan zijn dat er juist meer of minder vraag is naar flexibel werken, maar dit is niet onderzocht.
Tot slot wordt synchronisatie met andere wet- en regelgeving gemist zoals bijvoorbeeld terminologie die in verschillende wetten een verschillende uitleg krijgt. Er moet wat dat betreft een vergelijking komen met de Arbeidsregeling 2000, de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht en de Veiligheidslandsverordening die specifiek uitgaat van werknemers in een onderneming (en dus niet thuiswerkers).
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.