Van onze correspondent
Den Haag - Op een wegens de Covid-19-pandemie uitgeklede Prinsjesdag stond ook de Troonrede van koning Willem-Alexander vrijwel geheel in het teken van corona.
Het Caribisch deel van het Koninkrijk kwam er daarin wat karig vanaf met slechts een verwijzing naar de nog steeds doorgaande overleggen over steunverlening en hervormingen. Wel werd Aruba nog apart genoemd in een passage over corona.
De opening van het nieuwe parlementaire jaar in Nederland was deze keer niet in de Ridderzaal, maar in de Grote Kerk in Den Haag. Hierin was de anderhalve meter afstand beter te bewaren, maar toch was het publiek aanzienlijk kleiner dan gebruikelijk. De ministers van het kabinet-Rutte waren er, de staatssecretarissen niet. Genodigden waren er niet of nauwelijks. En ook veel meer parlementsleden dan anders lieten verstek gaan.
Er was geen rijtoer in de Glazen Koets en geen balkonscène van de koning en koningin na afloop. Dit alles om te vermijden dat er massaal Oranjefans naar Den Haag zouden komen, zoals in normale tijden gebruikelijk is. Die opzet slaagde.
De koning begon met een persoonlijke noot over de Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam op 4 mei. Het plein was leeg, ‘onwerkelijk en zeer realistisch tegelijk’. ,,Corona raakt ons allemaal”, zei Willem-Alexander namens de regering, ,,Van Terschelling tot Aruba.”
De koning roemde de saamhorigheid en solidariteit in het begin van de crisis. Hij riep op dat vol te houden zolang het nodig is. Er komen economisch zware tijden aan, aldus de vorst over de nabije toekomst voor Nederland. Maar: ,,De Nederlandse economie en overheidsfinanciën zijn veerkrachtig.”
Internationaal overheerst 75 jaar na de oprichting van de Verenigde Naties het nationale eigenbelang, constateerde de koning. Nederland blijft echter werken aan internationale samenwerking, ook binnen Europa. Het herstelfonds van de Europese Unie is ‘een vorm van solidariteit die twee kanten op werkt: van buren die elkaar vanzelfsprekend helpen in tijden van nood, maar die in eigen land ook stappen zetten en hervormen om bij een volgende crisis allemaal beter voorbereid te zijn’.
Dat laatste klonk ook door in de passage over de Caribische delen van het Koninkrijk: ,,Met de zwaar getroffen Caribische delen van het Koninkrijk wordt gesproken over welke steun onder welke voorwaarden kan worden verleend. Het doel is de bevolking nu te steunen en bij te dragen aan toekomstige economische zekerheid en maatschappelijke stabiliteit. Humanitaire steun blijft steeds beschikbaar.”
Het kort noemen van de ‘West’ in de Troonrede is al bijna even traditioneel als Prinsjesdag zelf. De geciteerde passage gaat uitsluitend over Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) werden niet genoemd, maar behoren uiteraard tot het Nederlandse staatsbestel. De in de Troonrede aangehaalde steunpakketten gelden, al is het in aangepaste vorm, ook voor de BES-eilanden, die dus op die manier toch door de koning werden meegenomen.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.