Commotie over loon ministers
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De beslissing om ministers en parlementariërs onder te brengen in de hoogste ambtenarenschaal heeft gisteren voor veel commotie gezorgd. Terwijl de regering benadrukt dat er geen sprake is van een salarisverhoging, eisen ambtenaren en oppositiepartij MFK dat ‘de beslissing zo snel mogelijk wordt ingetrokken’.
Een hogere schaal en geen salarisverhoging? Leg dat maar eens uit. Een berekening van de sector Shared Service Organisatie van het ministerie van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD), verantwoordelijk voor de financiële administratie, laat zien dat het brutosalaris van een minister in schaal 18 met ruim 18.000 gulden ongeveer 2.300 gulden meer is dan in schaal 17, maar dat na alle doorgevoerde inhoudingen in verband met de voorwaarden van Nederland, onderaan de streep een nettosalaris van 8.882 overblijft in beide gevallen.
In een persbericht schrijft de overheid dat het gaat om een ‘correctie van de salarisschaal van ministers en parlementariërs’. In de Raad van Ministers is besloten dat de 12,7 procent loonsverhoging die dat tot gevolg heeft niet wordt uitgekeerd. Dat betekent dat ministers en parlementariërs in totaal ongeveer 37,7 procent inleveren: 25 procent plus 12,7 procent. ,,Bovendien zal de verandering van schaal geen enkele gevolgen hebben voor de uitgaven van de overheid, dus ook niet een verhoging van het pensioen”, aldus het persbericht.
De verwarring die is ontstaan is olie op het vuur van de vakbonden die protesteren tegen de 12,5 procent die ambtenaren moeten inleveren op hun arbeidsvoorwaardenpakket in verband met de voorwaarden die Nederland stelt in ruil voor verdere liquiditeitssteun. Ministers en Statenleden moeten om diezelfde reden 25 procent inleveren.
Rond 14.00 uur stonden gisteren zo’n vijftig à zestig actievoerende ambtenaren en hun vakbondsleiders voor de poort van Fort Amsterdam waar op dat moment alle ministers bijeen waren voor de wekelijkse vergadering van de regering. Met linten was het gebied voor de ingang afgezet en de poort was gesloten. Op verzoek kwam premier Eugene Rhuggenaath (PAR) naar buiten en nam een brief in ontvangst. De demonstranten eisten voor 17.00 uur een antwoord. Rhuggenaath zei dat de ministers wel degelijk 25 procent op hun salaris hebben ingeleverd en beloofde zijn best te zullen doen voor de gestelde deadline antwoord en uitleg te geven. Gisteravond liet de premier tegenover deze krant weten dat het nog niet was gelukt te reageren op de brief van de bonden.
Juan Lourens, voorzitter van douanevakbond STrAf, zei dat duidelijk moet zijn dat er geen spelletjes gespeeld kunnen worden. ,,Iedereen moet inleveren, het kan niet zo zijn dat een klein deel, waaronder de ministers, er wel op vooruit gaan.”
Voor wat betreft de Staten vraagt oppositiepartij MFK in een brief aan Statenvoorzitter Ana-Maria Pauletta (PAR) ‘er alles aan te doen wat mogelijk is om de beslissing terug te draaien, in ieder geval voor de leden van de MFK’.
Pauletta verzocht in een brief van 4 augustus premier Rhuggenaath zelf al ‘de uitgedraaide salarisstroken over de maand juli te herzien’, omdat het basissalaris blijkt te zijn verhoogd. ,,Alhoewel de toegepaste kortingen per saldo tot een gelijk nettoloon leiden (…) kan deze gang van zaken vragen oproepen en aanleiding zijn tot misverstanden”, schreef de Statenvoorzitter, die erop wijst dat het een politiek gevoelige kwestie betreft.
Wat op het eerste gezicht niet meer dan een formaliteit schijnt, is de bron van alle commotie. De bezoldiging van ministers en Statenleden blijkt niet formeel vastgelegd in een wet maar ‘wordt sinds 2006 beleidsmatig geregeld, met als grondslag een beslissing van de Raad van Ministers’, zo schrijft interim-directeur Bernadina van de Shared Service Organisatie in een brief van 21 juli dit jaar aan BPD-minister Konket. ,,In de beslissing wordt uitdrukkelijk bepaald dat politieke gezagdragers conform de hoogste ambtelijke schaal worden bezoldigd.” Dat was in 2017 nog schaal 17, maar is sinds 2010, na de staatkundige verandering, schaal 18. Dat anders dan voor hoge ambtenaren, waaronder secretarissen-generaal, ‘enkel ten aanzien van politieke gezagdragers schaal 17 nog als hoogste ambtenarenschaal is toegepast, is zonder enige objectieve rechtvaardiging discriminerend’, aldus Bernadina.
Maar de sectordirecteur is in dezelfde brief ook glashelder dat de verhoging van schaal geen consequenties kan hebben. De correctie is noodzakelijk maar ‘gezien de financiële situatie van het Land, maatschappelijk niet te verkopen’. Voor de korting van 25 procent op het arbeidsvoorwaardenpakket van ministers en parlementariërs moet daarom ‘schaal 17 het uitgangspunt blijven’. De verandering van schaal heeft geen financiële voordelen tot gevolg. ,,Het betekent in feite dat meer dan 25 procent is gekort doordat er geen aanspraak wordt gemaakt op de schaalverhoging die moet plaatsvinden.”