Veel mensen zijn in de coronacrisis in diepe armoede beland en afhankelijk geworden van voedselpakketten die via de samenwerkende hulporganisaties onder leiding van de Voedselbank of particulieren uitgedeeld worden. In deze serie laat het Antilliaans Dagblad enkele personen aan het woord die van deze hulp afhankelijk zijn geworden. Vandaag is dat Carolina.
Carolina
Carolina is 38 jaar, heeft vier kinderen waarvan een zoon in Nederland (23), een zoon (21) die op zichzelf woont, een zoon in de gevangenis (19) met een kindje van een jaar en een dochter van 13 die nog thuis woont.
Carolina heeft sikkelcelziekte, een vorm van erfelijke bloedarmoede, en heeft als gevolg daarvan een heupprothese moeten krijgen. Na een ongeluk is zij licht beperkt en onstabiel bij het lopen. Bij veel sollicitaties kreeg ze te horen dat zij een risico zou zijn voor het bedrijf. Maar tot haar geluk kon ze via een lokaal schoonmaakbedrijf gaan werken in een van de grotere hotels op het eiland. Er werd rekening gehouden met haar instabiliteit en ze werd ingeroosterd voor de minder zware middag- en avonduren. Dat is meer dan een jaar goed verlopen, totdat de coronacrisis kwam en iedereen naar huis werd gestuurd. Sinds 30 april heeft het schoonmaakbedrijf eigenhandig alle nul-urencontracten geannuleerd en is geen enkele medewerker meer uitbetaald. Op initiatief van Carolina wordt er een groepchat gemaakt waarin 22 collega’s die in hetzelfde schuitje zitten met elkaar spreken over de situatie. De bedrijfseigenaar wordt gevraagd om hulp. ,,Niet om het salaris”, zo benadrukt Carolina, ,,maar een bon of wat geld om in elk geval eten van te kunnen kopen.” Het heeft geen effect, niemand krijgt wat. Via het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) wordt Carolina geïnformeerd dat een contract, ook al is het een nul-urencontract, niet zomaar gestopt mag worden en dat de maanden die het contract nog geldig is, betaald moet worden. In het geval van Carolina loopt het contract tot februari 2021. De groep meldt zich aan bij SOAW voor hulp, maar het invullen van het aanmeldingsformulier loopt spaak omdat er al formulieren zijn ingevuld op naam van de medewerkers van het schoonmaakbedrijf. Vreemd, zo vindt Carolina. Nu wordt uitgezocht hoe dit kan. De werkgever is onbereikbaar.
Wrang is ook dat iemand haar had geholpen aan een appartement van de Fundashon Kas Popular (FKP). Ze zou daar tien weken lang een cursus voor moeten volgen. Ook dat is nu onzeker en onduidelijk. Carolina is boos, boos op haar werkgever die niet eens een beetje steun wilt bieden. ,,Ik hoop dat God nog een keer aan me denkt”, zegt Carolina. Ze krijgt nu wekelijks een voedselpakket van een particulier initiatief. Genoeg om de week door te komen. En hoe het met haar schoolgaande dochter van 13 gaat? Die zat op een vsbo-school in de brugklas maar weigerde daar nog naartoe te gaan omdat er dingen gebeurden, waar Carolina zelf nog niet precies de vinger op weet te leggen. Tijdens de zoektocht naar een andere school, kwam de lockdown.
Carolina heeft zelf de mavo niet afgerond. Ze kon niet meer bij haar vader wonen en moeder had geen geld om school te betalen. Opa en oma betaalden voor haar, maar toen die stierven, hield dat op. Daarna kreeg ze op jonge leeftijd kinderen. En vervolgens kreeg ze de sikkelcelziekte. Gelukkig heeft ze dat nu redelijk onder controle en heeft ze een goeie huisarts.