Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Brasami, de instelling voor behandeling van personen met verslavingsproblematiek en psychische stoornis in de strafrechtsketen, behandelt cliënten beter dan in 2015.
Dat blijkt uit het onlangs gepubliceerde review-onderzoek van de Raad voor de Rechtshandhaving (RvR). Die deed in 2015 onderzoek en gaf verschillende aanbevelingen voor verbetering zowel op uitvoerend als op organisatorisch niveau.
Vooral ten aanzien van de cliënten is een verbetering in Brasami opgetreden: ,,De aanbevelingen om duidelijke eisen te stellen ten aanzien van de bejegeningsnormen;
de gedragscode voor het personeel; de klachtenprocedure; de benoeming op korte termijn van een externe klachtencommissie en de uitvoering van de taken van de Raad van Toezicht zijn volledig opgevolgd en geïmplementeerd”, aldus de RvR.
Wat niet goed van de grond is gekomen, is de aanbevelingen om de begroting van Brasami vast te stellen, om voldoende financiële middelen voor het beheer van Brasami beschikbaar te stellen en om zorg te dragen voor de permanente inzet van geschikt beveiligingspersoneel. Deze aanbevelingen zijn niet opgevolgd, aldus de raad. ,,Ook de aanbeveling om een alternatieve huisvesting voor Brasami te zoeken, is niet volledig opgevolgd, maar er wordt wel gewerkt aan de verdere uitvoering van deze aanbeveling.”
Brasami verantwoordt alle handelingen aan het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), terwijl ook het ministerie van Justitie bij de instelling betrokken is.
,,Het ministerie van Justitie draagt, aldus de respondenten, nog steeds niet voldoende bij aan de begroting van Brasami. De bijdrage is nog steeds beperkt tot voedsel voor de cliënten en beveiliging.” De raad heeft nagevraagd waarom. Het blijkt dat medewerkers van het ministerie van Justitie vinden dat verslaafden die op grond van een vonnis moeten worden opgenomen in Brasami, onder ‘zorg’ vallen. ,,Deze verslaafden is voorwaardelijke invrijheidstelling verleend, hetgeen volgens de respondent van het ministerie van Justitie inhoudt dat deze verslaafden in feite op vrije voeten zijn gesteld, waardoor de opname een vrijwillig karakter heeft en de verslaafden derhalve niet meer onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie vallen”, aldus het rapport. ,,Het standpunt van het ministerie van Justitie is aldus dat op deze verslaafden uitsluitend de regels van Brasami van toepassing zijn en dat pas indien deze verslaafden zich niet aan deze regels houden, het ministerie van Justitie kan ingrijpen en de verslaafden de rest van hun straf kan laten uitzitten.”
Overigens deelt het ministerie van Financiën deze mening en is Justitie ook niet opgenomen in het Landsbesluit van 2017.
Verzoeken tot subsidievermeerdering bij GMN zijn niet beantwoord en er is zelfs gekort op de subsidie. Dit heeft tot gevolg dat er minder cliënten opgevangen kunnen worden.