Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Met het verzoek aan Amerika om uitbreiding van de ‘special license’ hoopt de regering van Curaçao te voorkomen dat Refineria Isla, dochterbedrijf van het Venezolaanse PdVSA, haar financiële verplichtingen - zoals uitbetaling van salarissen, verzekeringen, stroom en water, onderhoud en huur - niet meer kan nakomen.
Zo’n doemscenario zou een grote negatieve impact hebben op de gemeenschap en veel extra kosten met zich meebrengen. Lokale crediteuren zouden dan met grote waarschijnlijkheid hun vorderingen niet meer betaald krijgen en dat kan verder verlies van arbeidsplaatsen met zich meebrengen.
Maandag bezoekt premier Eugene Rhuggenaath (PAR) - momenteel in de Verenigde Staten - de hoofdstad Washington DC, waar hij een bespreking heeft met functionarissen van de Office of Foreign Assets Control (Ofac), mede belast met het toezicht op de uitvoering van de sancties van de VS tegen Petróleos de Venezuela (PdVSA).
Afgelopen donderdag werd het verzoek van Curaçao om uitbreiding van de werking van de speciale licentie ingediend bij Ofac. De minister-president van Curaçao heeft in Washington ook ontmoetingen met het State Department en Treasury Department.
Er staat voor Curaçao veel op het spel. In mei werd het eiland al een uitzonderingspositie gegund, met als doel de gevolgen van de sancties tegen Venezuela/PdVSA voor Curaçao enigszins weg te nemen. Maar hoewel het eiland geheel buiten de situatie in Venezuela staat en ook wat dit heeft veroorzaakt, ondervindt de Curaçaose bevolking toch wel de ernstige effecten ervan.
Zo kunnen PdVSA en daarmee dochteronderneming Refineria Isla ‘niet meer onder normale omstandigheden functioneren’, legt het kabinet uit. Los daarvan wordt Isla direct geraakt door de beslagleggingen van onder andere ConocoPhillips als gevolg van de enorme internationale schulden van Venezuela en PdVSA.
,,Refineria Isla voldoet op het moment ook niet aan de financiële verplichtingen aan lokale instellingen en bedrijven die werk hebben geleverd”, stelt de regering in een persverklaring. De vergunning van mei blijkt onvoldoende in staat het risico weg te nemen dat Isla vroeg of laat niet meer kan betalen, met de kans dat de raffinaderij eerder sluit dan de geplande datum van 31 december 2019.
Rekening houdend met dit ongunstige scenario en overigens ook het feit dat de sancties verder zijn geëscaleerd, heeft de regering voorzorgsmaatregelen genomen om door middel van overheids-nv’s Refineria di Kòrsou (RdK) en Curoil de betalingen aan lokale instanties veilig te stellen.
Rhuggenaath zal in Washington ‘alles doen’ om een duurzame oplossing dichterbij te krijgen. Hij krijgt daarin de ‘volledige steun’ van de koninkrijksambassadeur in DC, maar wijst erop dat de eindbeslissing in handen is van de VS.