Damage control
Wat zich deze week en met name woensdag heeft afgespeeld op en rond Fòrti heeft een ware schok teweeggebracht, waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien. Het is verbijsterend te vernemen dat drie ministers, waaronder de premier zelf, na zeven maanden regeren in verband worden gebracht met vijf concreet genoemde gevallen van mogelijke (poging tot) corruptie, omkoping, bevoordeling van zichzelf en ernstige belangenverstrengeling. En als dat wordt gezegd door een persoon met zo’n staat van dienst en zo’n gezag als Tromp, geeft dat uiteraard extra gewicht aan de zaak. Hij deed correct aangifte, zoals dat de plicht is van iedere burger. Het is wel de vraag waarom hij dit niet al eerder heeft gedaan en pas nu hijzelf - terecht of onterecht - onder vuur ligt.
Dan de premier. Die overschrijdt grenzen door gedurende anderhalf uur tijdens een persconferentie die live in de huiskamers was te volgen zo ongeremd en verstrekkend af te geven op de topman van de Centrale Bank, terwijl het volgens de premier zelf ‘het belangrijkste instituut’ van Curaçao is. Waarom heeft hij dan niet direct opgetreden toen de eerste berichten verschenen over een vermeende ‘vreemde’ commerciële lening, waarbij Tromp direct of indirect betrokken zou zijn? Schotte heeft de kwestie woensdagavond zo vaak en zo indringend herhaald, dat niet aan de indruk kan worden onttrokken dat hij hiermee opzettelijk schade wil aanrichten. Daarbij bediende de premier zich bovendien zonder blikken of blozen van privé-bankgegevens, waarmee hij het signaal afgeeft dat Curaçao het kennelijk niet zo nauw neemt met het schenden van privacy en bankgeheim. Overigens is de premier niet of nauwelijks ingegaan op de beschuldigingen van corruptie, behalve door uitvoerig stil te staan bij het proces vóórafgaand aan de aanstelling van Girobank tot huisbankier van de overheid. Maar Tromp sprak juist over wat daarná zou zijn voorgevallen met een hoofdrol voor Financiën-minister Jamaloodin. ‘Gekozen’ of niet, dit betekent nog niet dat de regeringsleider ongelimiteerd zijn gang kan gaan. Wat er ook gebeurt, de regering blijft politiek verantwoordelijk. Dat is zij ook voor het feit dat dit ‘belangrijkste instituut’ als zeven maanden vleugellam is doordat er geen Raad van Commissarissen is aangesteld; overigens nadat een poging om ongewenste invloeden van een internationale casinogroep tot de top van de RvC door te laten dringen, mislukte.
Alles wijst erop dat de Centrale Bankpresident op z’n zachtst gezegd onhandig is geweest door bij een commerciële bank vermoedelijk zelf te bemiddelen voor een lening ten behoeve van een kledingzaak van zijn levenspartner, die zelf niet de Nederlandse nationaliteit heeft. Als hoofd van het toezichthoudend orgaan van commerciële banken, had hij beter moeten weten om zijn invloed hiervoor niet aan te wenden. Tegelijk is het dubieus dat een bankmedewerker verantwoordelijk is voor de oprichting en tevens optreedt als directeur van het kledingbedrijf. Hij heeft zich hiermee onnodig op glad ijs begeven, zeker als president van de Centrale Bank die zo transparant moet zijn als water en een smetteloos blazoen dient te hebben. Maar onwettig lijkt het niet. De directie van de Centrale Bank moet - evenals elke andere burger - een lening kunnen aangaan, al dan niet met dekking.
De situatie - de bevolking - schreeuwt om helderheid. Het door Tromp aan de regering van Curaçao en Sint Maarten gevraagde onderzoek moet snel van start gaan om klip en klaar duidelijk te maken wat er precies is gebeurd met de geldlening waarbij hij betrokken was. Of dit een illegale handeling betrof, of slechts een onhandigheid die de regering probeert uit te vergroten. Het is goed dat het Openbaar Ministerie de zaak met betrekking tot de ministers ‘ambtshalve’, op eigen initiatief dus, direct heeft opgepakt om klaarheid te brengen. Dat is de enige manier om effectief aan ‘damage control’ te doen.