Binnen 7 keer 24 uur was het gisteren wéér raak: bij ochtendgloren viel op héél Curaçao de stroom uit. In één keer en álles. Al snel gingen de eerste cynische grapjes rond, zoals ‘Black Thursday. Now Available Every Week’, getekend Aqualectra (maar niet heus). Het is even treffend grappig als dramatisch. Want ook dit ‘incident’ vereist ten minste een grondig onderzoek, naar de ‘root cause’ - het publiek wil niet meer horen over een ‘storing’, ‘kabelbreuk’ of een ‘kortsluiting’; maar wat er werkelijk is gebeurd en hoe het überhaupt kón gebeuren - maar ook de vaststelling wie hiervoor verantwoordelijk is/zijn. Uiteindelijk is dit laatste altijd de leiding ofwel de directie. Het kan een technisch mankement zijn of menselijk falen van een of meer van hun medewerkers, maar laat er geen misverstand over bestaan dat de bestuurders eindverantwoordelijkheid dragen voor het reilen en zeilen van het nutsbedrijf. Daarvoor zijn zij aangesteld. Daarvoor worden zij (rijkelijk) financieel beloond; tot of vermoedelijk zolang de overgangsregeling nog geldt (ruim) boven het wettelijk genormeerde topinkomen voor overheidsgelieerde instellingen. Zij dienen zorg te dragen voor een goed, betaalbaar en betrouwbaar product. Dáár betaalt de consument voor. Natuurlijk kan het weleens misgaan, maar twee black-outs in één week tijd is simpelweg onacceptabel. In het geval van ceo Darick Jonis heeft hij er intussen zeker vier of vijf of al meer achter zijn naam staan. Dat een enkele machine, installatie, sub- of schakelstation of productie-eenheid hapert, dat kan gebeuren. En ja, Curaçao heeft als een op dit punt geïsoleerd eiland niet de back-up die grote buurlanden hebben. Maar het is voor de burger onbegrijpelijk en ook onaanvaardbaar dat als er op één plek zich een breuk voordoet of één enkele centrale het begeeft, vervolgens het complete eiland platligt. Daar moeten andere geautomatiseerde draaiboeken voor komen. Terecht zegt cfo Neysa Isenia dat het ‘fundamenteel anders moet’. Want wat er nu gebeurt met zo’n black-out is anno 2023 niet alleen een schande en om als eiland om je voor te schamen, maar ook een enorme schadepost. Na vorige week donderdag kwam Aqualectra met advertenties en mededelingen waarin afnemers worden gewezen op de mogelijkheid van compensatie voor geleden schade als gevolg van defect geraakte (huishoudelijke) apparatuur. Maar de macro-economische schade is onbetaalbaar. Voor Aqualectra, zoals de directie zelf aangeeft over het omzetverlies van het bedrijfsleven, maar ook voor het Land Curaçao als geheel niet. Terwijl het eiland met man en macht werkt aan het opkrikken van het bbp (bruto binnenlands product), zijn het dit soort calamiteiten - zo mag je het welhaast noemen - die een groot deel van de inspanningen tenietdoen. Dat klinkt dramatisch, maar dat is het in werkelijkheid ook. Natuurlijk wordt opgelucht ademgehaald als het licht, de ijskast, de airco en het internet het weer doen. En bestaat de neiging om weer snel over te gaan tot de orde van de dag. Dit echter kan niet voorbijgaan zonder consequenties. Er zullen voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen. En de verantwoordelijken zullen aangesproken moeten worden. Dat is allereerst de taak van de raad van commissarissen (RvC), maar ook de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) - lees: de regering - en gezien het nationale belang tevens de Staten. Zo kan gerust de vraag worden gesteld of Aqualectra er verstandig aan doet zich met ‘Aquatel’ ook te begeven op het terrein van internet en telecom. De gemiddelde Curaçaoënaar wil van het nutsbedrijf op de allereerste plaats gewoon een betaalbare en betrouwbare stroom- en watervoorziening. Laat het alstublieft de laatste Black Thursday zijn geweest!