Zoals regeringen en politici vaker doen, vertellen ze niet altijd het hele verhaal; afhankelijk van hoe hen dit uitkomt. Liever wel het zoet, maar niet het zuur. Wel de successen (overigens terecht), maar niet het falen of achterblijven (onterecht). Naar aanleiding van de IMF-missie die Curaçao vorige maand bezocht en daar op 31 mei voorlopig verslag van deed en waarover deze krant op 1 juni berichtte, bracht het ministerie van Financiën gisteren een persbericht uit. Daarin ligt de nadruk op ‘een sterke groei volgens IMF’. Het persbericht meldt: ,,In 2021 is de economie van Curaçao met 4,2 procent gegroeid en IMF schat dat de groei in 2022 6,5 procent was. Ze projecteren dat de groei in 2023 en 2024 zal aanhouden met een gematigd percentage van 3 procent.” Deze cijfers staan inderdaad zo in de jongste ‘Kingdom of the Netherlands – Curaçao: Staff Concluding Statement of the 2023 Article IV Mission’. Echter, het is niet het héle verhaal. Want gepresenteerd zoals de regering het nu doet, lijkt het erop dat de economie van Curaçao in vier jaar tijd met maar liefst 16,7 procentpunten groeit; een welhaast ongelooflijke prestatie en ongekend in de meeste andere landen. Wat Financiën er niet bij vertelt, maar wat wel in het IMF-verslag staat, is dat Curaçao er zelfs met deze groeicijfers nog niet bovenop is, en nog niet het niveau van vóór de coronacrisis (2019) heeft bereikt. Met andere woorden: ja groei, maar Curaçao is nog (lang) niet uit het diepe dal gekrabbeld. ,,Given the large decline in 2020, real GDP is projected to recover to its pre-pandemic level by 2026, later than the Caribbean average”, schrijven de IMF-delegatieleden. Dus pas over drie jaar zit het eiland qua bruto binnenlands product (bbp), ofwel de totale omvang van de economische bedrijvigheid, op het peil waar het vier jaar geleden zat. En als dat dan ook is gelukt, heeft Curaçao langer over het herstel gedaan dan het gemiddelde van de ruim dertig Caribische (ei)landen. Dat staat niet in het persbericht van de minister van Financiën. Wel in het artikel. En dat maakt ook het verschil tussen een politiek getint persbericht en een journalistiek artikel.
Natuurlijk mag een regering wijzen op behaalde resultaten - hoewel het nog de vraag is of de groei het werk is van het kabinet of van het gezamenlijke bedrijfsleven. Maar doe daarbij niet aan ‘cherry picking’; een discussietactiek waarbij bewijzen, uitspraken of feiten selectief genoemd worden om een standpunt te verdedigen. Data en gegevens die dit standpunt mogelijk ontkrachten of nuanceren worden hierbij weggelaten. Vertel het héle verhaal. Dat geldt in dit geval óók voor het begrip ‘Landspakket’. In het persbericht wordt het niet éénmaal genoemd. In het nota bene Engelstalige, samenvattende verslag van de IMF-missie wel vier keer: ,,Implementing the structural agenda embodied in the package of structural reforms (Landspakket) agreed with the Netherlands would be key for addressing many of long-standing structural challenges”. Zo, op deze manier, komt het niet terug in het persbericht, terwijl het Landspakket en de met Nederland gemaakte afspraken volgens het IMF zelfs ‘key’, ofwel bepalend is voor de aanpak van de al heel lang bestaande uitdagingen, juist om het gewenste herstel versneld te kunnen realiseren. Hopelijk ten minste zo snel als het gemiddelde Caribische tempo.
Zie ook:
https://antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/27715-groei-van-3-verwacht