Dat het tussen coalitie en oppositie in de Statenzaal kan botsen en zelfs vlammen, is bekend en ‘normaal’. Dat gebeurt al jaren, overal ter wereld in elke democratie en kan - mits op fatsoenlijke wijze - zelfs worden gekwalificeerd als ‘gezond’. Zo hoort het zelfs, vooral als de oppositieleden de zittende regering aan de tand voelen. Nog beter is het als ook regeringsfracties in de Staten de ‘eigen’ ministers kritisch bevragen. Want op zo’n moment spreekt het parlement (=de gekozen volksvertegenwoordiging) namens alle burgers tegen de macht, die zich te allen tijde dient te verantwoorden.
Maar maandag gebeurde er iets opmerkelijks in de Curaçaose Statenzaal. Twee bewindslieden vlogen elkaar aan. Weliswaar in een woordengevecht, maar toch: dat ziet men niet vaak. Twee ministers van het kabinet-Pisas lieten duidelijk blijken het onderling grondig oneens te zijn en dat in het huis van de parlementariërs. Het was niet Staten vs. minister, maar minister vs. minister: MFK-minister Javier Silvania van Financiën tegenover PNP-minister Ruisandro Cijntje van Economische Ontwikkeling.
Een clash kan zich altijd voordoen, zeker in de politiek arena, maar in het geval van ministers onderling dient dit binnenskamers te gebeuren. In de beslotenheid en vertrouwelijkheid van de Raad van Ministers. En niet rollebollend over straat. Nu is een discussie tussen bewindslieden in het parlement niet hetzelfde als een straatgevecht, feit is echter dat de regering met één mond behoort te spreken. Zodra dat niet het geval is en dit nota bene gebeurt in het bijzijn van de Statenleden, dan kan gerust gesproken worden over een ernstig conflict. En het vertrouwen wordt erdoor aangetast.
Of dit ook gaat leiden tot een regeringscrisis hangt mede af van de goede stuurmanskunst van premier Gilmar Pisas (MFK) en vicepremier Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PNP). Tot een crisis zal het vermoedelijk echter niet komen, want beide coalitiepartners lijken daar op dit moment - amper twee jaar na de laatste verkiezingen - niet mee gebaat. MFK behaalde met 9 (van de 21) zetels waarschijnlijk de grootste verkiezingswinst ooit en wil dit nog verder verzilveren, terwijl PNP is herrezen uit de as en ‘weer meedoet’. Toch broeit het al langer binnen en rond Fòrti en daarbij laat de ‘junior’ coalitiepartij zich niet zomaar de les lezen. Dat bewees de partij nog onlangs door als één blok achter de twee ‘dissidente’ PNP-Statenleden te staan, waarna het van de zijde van MFK stil bleef. En ook minister Cijntje is niet voornemens alles zomaar te slikken van bewindsman Silvania, die een enorme profileringsdrang kent; desnoods ten koste van een eigen partijgenoot, intussen ex-collegaminister. Silvania liet zich vrijdag in het ziekenhuis CMC als minister met nu ook Gezondheid in zijn portefeuille als een held ontvangen en gaf opdracht hier intussen een soort persoonlijk campagnefilmpje van te maken. Hij bemoeit zich naast Financiën en Gezondheid ook graag met andere ministeries, zoals die van Economie. Maar Cijntje heeft hem door en bestempelt het als populistisch gedrag. De vraag is of dit Silvania zal tegenhouden. Misschien na het intern toespreken door Pisas, maar lang zal dit niet duren. De premier heeft de ‘minfin’ immers zelf ook al heel veel ruimte gegeven.
Rond 21 februari lieten MFK en PNP naar aanleiding van het vorige incident weten dat er een protocol tussen partijen was overeengekomen. Dit ‘protocol van samenwerking’ zou eind februari worden ondertekend - dus inmiddels twee weken geleden - en zou gaan over de samenwerking tussen Statenleden en ministers van beide partijen. Of dit ook is gebeurd is niet bekend(gemaakt). De vraag rijst of intussen ook een protocol van samenwerking tussen ministers nodig is.