Curaçao is meer ‘what you see is what you get’. Zustereiland Aruba daarentegen weet ‘what you get’ zo in te pakken en te verpakken dat menigeen - vooral buitenstaanders - met ‘what you (think you) see’ om de tuin wordt geleid. Met name nieuwe hoge Haagse functionarissen (lees: de staatssecretaris) trappen er regelmatig in, om vervolgens van een koude kermis thuis te komen.
Het Land Aruba heeft vanaf de status aparte in 1986 ongelooflijk veel gepresteerd en bereikt, met een haast verdubbeling van de bevolkingsomvang. Onderwijl stond Curaçao regelmatig ‘stil’ en stilstand betekent achteruitgang. Sinds Curaçao vanaf 2010 eveneens de landstatus heeft, is zelfs sprake van achteruitgang, ondanks de ‘gezonde startpositie’ die het na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen (van vijf) kreeg.
Aruba ontving geen gezonde herstart, maar weigerde - onder uiteenlopende kabinetten aangevoerd door afwisselend groen (AVP) en geel (MEP) - te voldoen aan de gemaakte afspraken over financieel toezicht. Het protocol van 2018 werd en wordt maar nauwelijks nageleefd en in onderling samenspel hebben regering en parlement nog altijd weten te voorkomen dat er een Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft) kwam. Intussen speelt het bestuur in Oranjestad met verve de rol van het braafste jongetje van de klas (lees: de Caribische delen van het Koninkrijk), om uiteindelijk tóch te doen waar men in de Arubaanse politiek zelf zin in heeft.
Mooi en wel, de werkelijkheid (voor de burger van Aruba) is anno medio 2022 allesbehalve fraai. ,,De overheidsfinanciën van Aruba zijn niet op orde. Het Land neemt onvoldoende maatregelen om tot duurzame verbetering van de overheidsfinanciën te komen. De noodzakelijke lastenverlagingen worden onvoldoende opgepakt en dekking wordt te veel gevonden in het verhogen van de belastingen en in incidentele dekkingen. De schuld van Aruba is daardoor onnodig toegenomen”, zo constateert het College Aruba financieel toezicht (CAft).
Bovendien zal volgens de meerjarenbegroting tot en met 2026 de schuld nog verder oplopen en de maar liefst 6 miljard florin ruimschoots overstijgen. Hierdoor gaan de rentelasten een steeds groter beslag op de overheidsfinanciën leggen. Vanaf volgend jaar zal Aruba in de periode 2023-2027 niet minder dan 4 miljard moeten aflossen. Dit betekent dat het merendeel van de schuld van Aruba op de korte termijn geherfinancierd moet worden. Het CAft ziet ‘grote risico’s en acht maatregelen noodzakelijk’ om te komen tot duurzame overheidsfinanciën, zoals beoogd met de LAft (Landsverordening Aruba financieel toezicht; bij gebrek aan een Rijkswet) en het genoemde protocol.
Eigenlijk is het al enkele jaren hetzelfde liedje met deze zogenaamde ‘braafste leerling’. Al vanaf 2015 worden op basis van de LAft verschillende hoor- en wederhoortrajecten doorlopen en wordt de Rijksministerraad (RMR) in Den Haag op verschillende momenten ‘geïnformeerd’. Alsof de RMR, bestaande uit de Nederlandse ministers aangevuld met de Gevolmachtigde ministers in Den Haag van Curaçao, Sint Maarten en dus ook van Aruba, niets anders in hun agenda hebben staan.
Ook naar aanleiding van de door de Staten in Oranjestad goedgekeurde en daarop vastgestelde Landsbegroting 2022 was het toezichtscollege opnieuw genoodzaakt zo’n ‘hoor- en wederhoortraject’ op te starten. Aruba presenteerde deze begroting, voor zowel 2022 als ook meerjarig, met aanzienlijke tekorten. Het CAft constateerde daarop - net als in de voorgaande jaren - dat de Arubaanse begroting in onvoldoende mate voldoet aan de normen; dat wil zeggen de wettelijke normen uit de Landsverordening LAft en het Protocol Aruba-Nederland voor de jaren 2019-2021, waarvan de looptijd in januari 2022 met twee jaar werd verlengd of zoveel eerder als de Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft) in werking treedt.
Het lijkt (=is) pappen en nathouden met het Arubaanse politieke bestuur. Mooie pr (=niet public relations, maar praatjes), maar puntje bij paaltje weinig inhoud waar het kabinet zich ook daadwerkelijk aan houdt. Natuurlijk, de Caribische landen hebben een ongekend zware covidpandemie achter de rug met een buitenproportionele impact op economie en ’s lands financiën. Dat alleen al, overigens, toont de structurele zwakheid en kwetsbaarheid aan. Gelukkig was daar het Koninkrijk als back-up. Vooral Aruba echter, doet er te weinig aan om ‘what you see’ méér op ‘what you get’ te laten lijken. Menig hoge overheidsfunctionaris uit Den Haag is er in het begin ingetrapt, wellicht tot enig leedvermaak in het Bestuurskantoor in Oranjestad, maar met deze houding zal het op den duur en uiteindelijk de Arubaanse burger zijn die lacht … met kiespijn.