‘Recordkrimp Nederlandse economie’. En: ‘Economie Nederland krimpt 3,8 procent door corona, grootste daling sinds Tweede Wereldoorlog’. Koppen in Nederlandse kranten en ook prominent op het tv-journaal over de ‘ongekende krimp’, zoals gerapporteerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Nederland. Alleen in 2009 met de kredietcrisis werd met -3,5 procent een bijna zo grote terugval van de economie gemeten - en meegemaakt. Want om dit laatste gaat het: hoe voelt het om zo’n heftige economische crisis te ervaren? Als individu, als gezin. Maar ook als bedrijf, sector of als samenleving. Nederland heeft in driekwart eeuw zoiets ‘ergs’ nog niet meegemaakt, en zeker: hele branches en groepen zijn zwaar getroffen door de crisis die Covid-19 heeft veroorzaakt. Maar het rijke Nederland heeft een stootkussen; in de vorm van het bestaande sociale vangnet (werkloosheids- en in het slechtste geval een bijstandsuitkering) en ook met miljarden aan steunmaatregelen. Dan lijkt de klap van 3,8 procent krimp wel enigszins beheersbaar.
Hoe anders is dat verderop in hetzelfde Koninkrijk? In de Caribische landen van het Koninkrijk zou de vlag worden uitgehangen bij het nieuwsbericht dat het bruto binnenlands product met 3,8 procent zou zijn afgenomen. ‘Slechts’ 3,8 procent zou reden zijn voor een feestje, voor zover de coronaregels dat toelaten. De CAS-eilanden - zoals Curaçao, Aruba en Sint Maarten worden genoemd - hebben in werkelijkheid niet te maken met het dubbele en zelfs niet met het drievoudige, maar een grotere veelvoud van de Nederlandse krimp. Volgens de meest recente cijfers van de centrale banken: Curaçao -20,2 procent; Aruba -26,4 procent; en Sint Maarten -26,8 procent. Dat is niet alleen ongekend. Dat is ronduit dramatisch. En op de CAS is er géén sociaal vangnet. Sterker, de overheden zijn zo platzak dat het leeuwendeel van de liquiditeitssteun van Nederland linea recta naar de overheidsbegroting gaat om de gaten te vullen. Dat Curaçao economisch net iets minder kopje onder gaat, komt omdat Aruba en Sint Maarten nóg kwetsbaarder zijn met hun enkel op toerisme georiënteerde mono-economie. Maar als Nederland al jammert over het verlies van 3,8 procent is het wel duidelijk - zou het wel duidelijk moeten zijn - dat het zien wegslippen van een vijfde of een kwart van je economie niet zonder gevolgen kan blijven.
Natuurlijk is de relatieve omvang van het bbp op de CAS veel beperkter dan die van Nederland. Maar die bbp is hoe dan ook wel bepalend voor zaken als koopkracht, bedrijvigheid, werkgelegenheid, overheidsfinanciën, staatsschuld, de staat van de volksgezondheid en sociale zorg. Kortom: voor welvaart en welzijn. Die worden danig op de proef gesteld, maar vreemd genoeg speelt dat in de Curaçaose verkiezingscampagne nauwelijks een rol van betekenis. (Bijna) niemand heeft enig reëel idee hoe de gigantische krimp en het enorme verschil tussen uitgaven en inkomsten te overbruggen. Partijen lijken er zelfs gewoon niet mee bezig: geen concrete bezuiniging wordt overwogen, geen voorziening durven ze af te schaffen, hooguit is voor sommige de oplossing ‘samenwerken’ met Nederland. Het verwijt van inmenging in nationale aangelegenheden ligt echter op de loer, op grond waarvan ‘NL’ zich niet in het debat kan/mag mengen. Zie de reacties buiten de regeringspartijen PAR en MAN om. ‘Ongekend onrecht’ noemt voormalig coalitiegenoot PIN het Landspakket en de hervormings- en ontwikkelingsentiteit Coho zelfs. Terwijl er gezien de krimp, tekorten,
achterstanden en andere misstanden geen andere haalbare alternatieven zijn of worden gepresenteerd. Tegen beter weten in hopen dat deze nachtmerrie snel voorbij is, de economie als vanzelf aantrekt tot het oude niveau en het geld weer zomaar de staatskas binnen vloeit, is in elk geval géén oplossing. Partijen hebben tot 19 maart om met een deugdelijk verkiezingsprogramma te komen, welke zij idealiter door laten rekenen op hun financiële en sociaaleconomische gevolgen. Een Centraal Planbureau ontbreekt, maar de Studiedienst van de Centrale Bank CBCS beschikt over veel ervaring en expertise. Dán pas weet de kiezer welke partij(en) Curaçao uit deze depressie kan slepen.