Hushang Ansary - de multimiljardair in de Verenigde Staten die via zijn Parman International op Curaçao en de Dutch Caribbean eigenaar is van verzekeraar Ennia, Banco di Caribe en NIBanc - en de Centrale Bank CBCS zijn op oorlogspad.ennia En het moet direct gezegd: dat is zeker niet in het belang van Ennia, de verzekeringsmaatschappij waar het allemaal omdraait, en ook niet in het belang van de financiële sector van Curaçao en daarmee van Curaçao als geheel. Een heilloze weg, waar partijen direct van af moeten om erger te voorkomen.
Terwijl de verwachting was dat Ansary - die al sinds oktober vorig jaar door het Antilliaans Dagblad bij herhaling is verzocht om een schriftelijk statement - het interview met het door hem in Miami uitgenodigde TeleCuraçao zou gebruiken om pacificerende en vooral geruststellende woorden te spreken, mogelijk zelfs aan te sturen op een schikking/regeling, opende hij de aanval. Met soms laatdunkende woorden richtte hij zijn pijlen op directeur José Jardim van de Centrale Bank, toch nog altijd de officiële toezichthouder van het bank- en verzekeringswezen. Hij deed de hele voor ons kleine land belangrijke kwestie af als een ‘misverstand’ waar Ansary - zo wilde hij de kijker doen geloven - pas onlangs achter is gekomen, want ‘één telefoontje zou genoeg zijn geweest’. Daarmee doet hij de waarheid geweld aan; al onder de voormalige CBCS-top werd Ansary in 2015 en 2016 gewezen op de noodzakelijke door hem door te voeren correcties. Hij weigerde echter en wenste een voorkeursbehandeling. Ook nadat Jardim eind 2017 aantrad en hem tijdens meerdere persoonlijke ontmoetingen op Amerikaans grondgebied en op Curaçao wees op het in orde brengen van de Ennia-balans, met name omdat dit vele miljoenen betreft die polishouders en pensioenverzekerden - en niet hem - toebehoren. Ook naar directieleden en commissarissen die hem waarschuwden, zo mag toch worden aangenomen gezien hun staat van dienst, luisterde de steenrijke uit Iran afkomstige Amerikaan niet.
Ansary slaagde er in het tv-interview niet in om de verzekerden gerust te stellen. Integendeel, zijn denigrerende uitspraken over de Curaçaose (van Nederland overgenomen) wetgeving inzake de noodregeling en zijn openlijke aanval op de persoon Jardim en daarmee het instituut CBCS, wekken grote twijfels. Die twijfels over de ware bedoelingen worden alleen maar versterkt bij het kennisnemen van de volgende op zondagavond laat door de CBCS gepresenteerde feiten:
1. Onder aandeelhouder Parman/Ansary zijn gelden van polishouders uit de Ennia-verzekeraars (Leven, Schade en Zorg) gehaald tot een totaal van 1,5 miljard gulden. Ennia heeft zelf het solvabiliteitstekort van deze verzekeraars in de door Ennia opgestelde jaarrekening 2016 becijferd op 1,5 miljard. Een solvabiliteitstekort betekent overigens zeker niet dat er ook een liquiditeitstekort is; legt de Centrale Bank terecht uit. De verzekeraars hebben, zodra beschikt kan worden over de rekeningen bij de Amerikaanse bank Merrill Lynch, voorlopig voldoende liquiditeit om aan hun uitkeringsverplichtingen te voldoen;
2. Net zo ernstig, zo niet ernstiger: direct na het stuklopen van de onderhandelingen van de CBCS met Ansary gaf hij in juli plotseling opdracht tot het onttrekken van een bedrag van 100 miljoen dollar aan polisgelden, waarbij was voorzien in een verdergaande onttrekking van nog eens 150 miljoen dollar. Na het uitspreken van de noodregeling is de som van 100 miljoen terugbetaald, waarbij 50 miljoen dollar afkomstig was van ‘een persoonlijke rekening’ van Ansary. Aldus de CBCS.
Deze omstandigheden - de uitspraken en feiten - maken dat klanten en het maatschappelijk verkeer er niet geruster op worden. Ansary denkt en handelt als een machtspoliticus (behalve dat hij als zakenman geen tegenspraak duldt, is hij in de VS prominent lid van de Republikeinse Partij en bekleedde hij voorheen in Iran topfuncties voor het regime van de Sjah), wil zijn zin doordrijven en speelt daarbij - desnoods - mensen tegen elkaar uit. Dat moet gestopt. De wetten en regels op Curaçao gelden voor iedereen. Dat hij beweert eerder nooit van het bestaan van de noodregeling gehoord te hebben en dat als hij in 2006 wel zou hebben geweten van zo’n wettelijk instrument zonder de mogelijkheid van beroep hij ‘geen dubbeltje’ zou hebben geïnvesteerd, komt ongeloofwaardig over van iemand met zijn intelligentie en die zich wist omringd door lokale directieleden en commissarissen die van alle markten thuis zijn en technisch-juridisch beter weten.
Terwijl het publiek er recht op heeft geïnformeerd te zijn over wat er in financiële instellingen gaande is en het in algemene zin goed is dat de CBCS optreedt als hoeder van spaarders en polishouders, is het maar zeer de vraag of de Centrale Bank er verstandig aan heeft gedaan om - lopende een kortgedingprocedure over deze kwestie - zo uitvoerig en gedetailleerd met een persbericht naar buiten te treden. Door het publieke debat op te zoeken gooit de CBCS in het conflict met Ansary in wezen zelf ook olie op het vuur. Dat kan gezagsondermijnend uitpakken, zeker als (later) blijkt dat op (kleine) onderdelen moet worden rechtgezet. De Centrale Bank had beter kunnen wachten op de uitspraak van de rechter die al binnenkort, voor het eind van deze maand, wordt verwacht.
Het oorlogspad waar partijen zich op begeven is nergens goed voor. Zoals gezegd, zeker niet goed voor Ennia en indirect de andere aan Ennia en Parman gerelateerde ondernemingen in een lokale financiële sector die al te maken heeft met lagere winstgevendheid en zelfs verlies. Het moet de CBCS primair te doen zijn om een gezonde sector en uiteindelijk de stabiliteit van de aan de Amerikaanse dollar gekoppelde gulden. Dat kan alleen door vastberaden maar immer zakelijk te handelen. Per saldo is de oplossing feitelijk kinderlijk eenvoudig: Ansary wil, zo zegt hij, ‘herstel’ door de noodregeling weg te nemen. Dat kan. Als hij zelf eerst zorgt voor ‘herstel’ van de balans en bezittingen van de Ennia-bedrijven, conform lokale wet- en regelgeving, in het belang van zijn verzekerden. En daarmee in het belang van Ennia en van Curaçao/de Dutch Caribbean. Dat is de enige begaanbare weg. Aan de onderhandelingstafel.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.