Uitgerekend vrijwel exact een kwart eeuw nadat Curaçao op 19 november 1994 invulling gaf aan haar zelfbeschikkingsrecht door middel van een (eerste) referendum, met inspraak dus van álle burgers, komt het Tweede Kamerlid André Bosman van regeringspartij VVD - de partij van de Nederlandse premier Mark Rutte, tevens voorzitter van de Rijksministerraad - met een initiatiefvoorstel voor wijziging van het Statuut, waarmee per saldo het referendum én het zelfbeschikkingsrecht om zeep worden geholpen. Met het dwaze voorstel wordt de kern van het zelfbeschikkingsrecht, het recht van de bevolking en niet van regeringen, met voeten getreden.
Als het Bosman lukt zijn zin door te drijven, krijgen alle eilanden de mogelijkheid om zelfstandig te besluiten uit het Koninkrijk te treden (lees: staatsrechtelijk onafhankelijk te worden). Hiervoor is dan géén referendum meer nodig, alleen als een regering dat zelf wil. Hoewel het lijkt alsof de VVD’er de bevolkingen van de Caribische delen van het Koninkrijk iets geeft - ze ‘krijgen’ van hem de kans om makkelijker onafhankelijk te worden - pakt Bosman iets anders, iets veel fundamenteler, van ze af. Namelijk het recht van de eilandbewoners om er zelf over te beslissen/stemmen door dit over te laten aan een handjevol mogelijk opportunistische politici.
In die zin zadelt Bosman de bevolkingen nu onnodig op met een probleem en mogelijk zelfs groot gevaar. Bovendien zitten de meeste burgers op bijvoorbeeld Curaçao helemaal niet te wachten op een nieuwe oeverloze politieke en maatschappelijke discussie over de hervorming van de staatkundige verhoudingen, iets wat de eilanden decennialang in de greep hield en wat alle tijd en energie opslokte in plaats van te zorgen voor goede economische en sociale omstandigheden voor de mensen. Het wijzigen van het Statuut - waardoor de eilanden sneller en eenvoudiger de onafhankelijkheid kunnen worden ingejaagd - is eerder iets dat hijzelf en de VVD-fractie al jaren willen. Met het eerdere voorstel voor een Gemenebestconstructie, door sommige betiteld als ‘gemeen beest’, wilden Bosman en zijn ‘partner in crime’ Ronald van Raak van oppositiepartij SP de Caribische eilanden ook al in een bepaalde richting sturen. Het jongste initiatiefvoorstel lijkt een andere truc met hetzelfde doel: de Caribische rijksdelen de onafhankelijkheid induwen. Inspelen op de ego’s van lokale politieke leiders - die om eigen redenen van het Koninkrijk af willen, wellicht omdat ze geen pottenkijkers wensen - door ze een zogenaamd ‘recht’ aan te bieden: het recht om, zonder het volk te hoeven raadplegen, uit het Koninkrijk te stappen. Het ‘goede voorbeeld’ van Suriname dus.
Bosman beroept zich op de richtlijnen in het handvest van de Verenigde Naties voor dekolonisatie. Aan de keuze voor de eigen toekomst moeten zo min mogelijk grenzen worden gesteld. Prima, maar blijf af van het recht van de bevolking om hier ‘one person, one vote’ invulling aan te geven. Niet voor niets begint de Preambule van de Curaçaose Staatsregeling, de hoogste wetgeving, als volgt: ,,Het zelfbeschikkingsrecht van het volk van Curaçao is absoluut en onvervreemdbaar. Het volk heeft het laatste woord bij de uitoefening van dit heilige recht”, gevolgd door de zin dat het volk in vrijheid heeft gekozen voor een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden met een eigen constitutie. Daar brengt geen Kamerlid, geen fractie of zelfs niet een hele Tweede Kamer in Den Haag verandering in.