Nederland is wat Curaçao niet mocht zijn: een belastingparadijs
Het scheelde gisteren maar één stem, anders was Nederland door het Europees Parlement officieel tot belastingparadijs gebombardeerd. Bij de stemming door Europarlementariërs staakten de stemmen: 327 leden stemden voor en precies evenveel tegen. De regel luidt dat een voorstel dan is verworpen. Zo berichtte de NOS.
Ooit was Curaçao een heus internationaal financieel dienstencentrum. Mede door druk van buitenaf - Amerika, Europa en zeker ook door koninkrijkspartner Nederland - is de ‘offshore’ tegenwoordig lang niet meer wat het ooit was en binnenkort, vanaf 2019, zelfs non-existent. Natuurlijk, er zijn nog altijd trustkantoren, belastingadviesbureaus, accountants, notarissen en (internationale) banken actief in deze sector, die nog steeds goed is voor goedbetaalde werkgelegenheid, maar lang niet meer op de schaal van weleer.
Nederland daarentegen ontpopt zich, met opgeheven vingertje richting andere ‘jurisdicties’ waaronder Curaçao, als florerend aantrekkelijk belastingoord. Wat Curaçao - waar de internationale financiële dienstverlening zo’n beetje is ‘uitgevonden’ - niet meer mocht zijn, daar is Nederland tegenwoordig groot in. Dat bleek ook onlangs weer met de ‘Paradise Papers’, een gelekt databestand van trustkantoor Appleby over internationale belastingconstructies, met Nederland weer prominent op de mondiale kaart. ‘Nederland belastingparadijs voor Amerikaanse bedrijven’ kopte de Franse krant Le Monde. De Duitse politicus Fabio de Masi zei op de Duitse tv dat Luxemburg verbleekt bij Nederland als fiscaal toevluchtsoord voor multinationals. En The New York Times stelde vast dat Amerikaanse concerns hun buitenlandse winsten bij voorkeur in Nederland stallen.
Heeft de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies van de Tweede Kamer, die het nodig vond om de Curaçaose ‘trustkoning’ aan de tand te voelen, dan zitten slapen? Of was het slechts een afleidingsmanoeuvre? Nederland speelt een belangrijke (hoofd)rol bij het ontwerpen en beheren van internationale fiscale constructies. Tot die conclusie kwam de commissie na 27 deskundigen en getuigen te hebben gehoord. Die conclusie had de parlementaire commissie echter ook zónder maandenlange voorbereiding en verhoren kunnen trekken. Veel ‘breaking news’ hebben ze niet ontdekt. Sterker, voor een schatting van de omvang van de financiële stromen die via doelvennootschappen door Nederland lopen wordt anno 2017 nog steeds verwezen naar een onderzoek uit 2011. Dat noemt een bedrag van 4 duizend miljard euro.
,,Tijdens de verhoren is bevestigd dat buitenlandse bedrijven zich vaak mede om fiscale redenen in Nederland vestigen.” De deelnemingsvrijstelling, het ontbreken van bronbelasting op rente en royalty’s en het grote aantal belastingverdragen maken ‘Nederland in fiscaal opzicht een aantrekkelijk vestigingsland’. Aldus ‘Papieren werkelijkheid’, zoals het rapport van de Kamercommissie heet.
Ook andere berichten herhalen de actieve rol van Nederland in de internationale fiscaliteit: ‘Fiscaal genieten? Kom naar Nederland’ stond er niet lang geleden boven een bijdrage in NRC. Wat blijkt? Het Europese deel van het Koninkrijk is niet alleen fiscaal aantrekkelijk, overigens mede op basis van het lang niet altijd transparante rulingbeleid (een op maat gesneden belastingdeal die afwijkt van het reguliere, maar die niet openbaar is of wordt), maar werft tevens proactief onder multinationals én subsidieert deze vervolgens ook nog eens: ,,Sinterklaas bestaat en hij heeft ook een vestigingspiet, de Netherlands Foreign Investment Agency, het NFIA. Dat is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken dat buitenlandse investeerders en (Europese) hoofdkantoren van multinationals naar Nederland moet halen. Tot wel 80 procent korting op je reguliere belastingaanslag kun je krijgen, bleek uit een e-mail tussen honderden pagina’s documenten die NRC op basis van de Wet openbaarheid van bestuur overhandigd kreeg.”
Wat gênant, schreef de Nederlandse columnist Menno Tamminga. ,,Onze reputatie als een vestigingsplaats waar je zaken kunt doen met de fiscus, is alom bekend. Die fiscale voordelen zijn binnen Europa de logische instrumenten in de concurrentiestrijd tussen kleine en grote landen. De grote, zoals Duitsland en Frankrijk, hebben een natuurlijk overwicht. Een grotere thuismarkt, dus een groter aanbod van werknemers en hoger opgeleiden, en een markt met meer consumenten. Kleine landen (België, Luxemburg, Zwitserland, Ierland, Nederland) verweren zich traditioneel met een liberaal belastingregime. Of het bankgeheim. Of beide.”
Nederland is inderdaad klein (én slim). Curaçao is ook klein, zelfs veel kleiner. Waarom is Curaçao al die jaren niet slim(mer) geweest dat het zich zo de kaas van het brood heeft laten eten? Anders gezegd: dat het de lucratieve en voor de economie belangrijke internationale financiële dienstverlening (groten)deels heeft laten afpikken om te verkassen naar de chique Zuidas in Amsterdam?
Het bruto binnenlands product (bbp) van Curaçao is in 2016 en 2017 opnieuw niet gegroeid. Sterker: gekrompen. Het toerisme, met een veel lagere toegevoegde waarde, heeft de krimpende financiële diensten, met een hoge waarde, (natuurlijk) niet kunnen opvangen. En nog altijd wordt Curaçao door de VS, de EU, de Oeso en door Nederland in de hoek gezet waar de klappen vallen, met telkens nieuwe en aangescherpte wet- en regelgeving. Om oneerlijke belastingconcurrentie en ‘grondslaguitholling’ in andere landen (lees: de rijke landen) tegen te gaan.
Curaçao deed al vroeg mee en introduceerde in 2002 het Nieuw Fiscaal Raamwerk (NFR), schafte het offshore-regime af - per 2019 houden de laatste offshore-companies op te bestaan - en paste onder drang en dwang van Den Haag de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) aan. Maar wat blijkt? Het zijn vaak deze landen zelf, met regelmatig Nederland voorop, die kampioen zijn in het bedenken en optuigen van constructies opdat minder belasting hoeft worden betaald. Om legitieme redenen (zoals het voorkomen van dubbele heffingen) en om níét-legitieme redenen (zoals dubbele niet-heffing).
Belasting is net als water; het gaat altijd naar het laagste punt (het punt met de laagste tarieven). Dat is ook wat Gregory Elias de ondervragingscommissie van de Tweede Kamer voorhield; dat geen sprake is van belastingontwijking, maar van belastingbespáring. En dat weten ze bij het NFIA maar al te goed. Het landje langs de Noordzee is en blijft een land van dominees (met het opgeheven vingertje) en handelslui (met de portemonnee). Zoals NRC het een tijdje terug noteerde: ,,In het buitenland mag best verteld worden dat je hier (in Nederland, red.) kunt onderhandelen met de fiscus om zekerheid te krijgen over je toekomstige belastingen, maar de Tweede Kamer en de regering willen dat niet horen. Zoals de Kamer eerder per motie uitsprak dat Nederland geen belastingparadijs mag heten. Fiscale cadeautjes zijn gelegitimeerd smeergeld, maar praat er niet over in Den Haag.”
Het blijkt maar weer: wie niet (groot en) sterk is, moet slim zijn. Dat is van toepassing op Nederland. Dat zou zeker ook moeten geleden voor Curaçao, dat nog minder (groot en) sterk is, maar daarom des te slimmer zou moeten zijn. If you can’t beat them, join them!