De actie ‘Nederland helpt Sint Maarten’ gisteren en de acties morgen op Curaçao en Aruba voor de Bovenwinden tonen aan dat burgers zich het lot van hun getroffen Koninkrijksgenoten wel degelijk aantrekken. Ook al zit er een Atlantische Oceaan of Caribische Zee tussen. Dit zijn burgerinitiatieven, georganiseerd door media en goede doeleninstellingen zoals het Rode Kruis en met ondersteuning van onder meer serviceclubs, maar los van de politiek. De overheden hebben in de tussentijd zeker niet stilgezeten. Integendeel, vanuit Den Haag, Willemstad en Oranjestad is de hulp onmiddellijk op gang gekomen en loopt nog steeds. Grootschalig en in het klein. Ieder naar draagkracht en vermogen, maar kosten noch moeite worden gespaard. Helpen, kúnnen helpen, is goed en geeft een goed gevoel. Zeker als dat in vertrouwen en onvoorwaardelijk gebeurt. Het is, los van de opbrengst, uniek dat op de Nederlandse televisie zoveel aandacht is voor de slachtoffers op een stukje land van nauwelijks 35 vierkante kilometer. De meeste Europese Nederlanders zullen vóór Irma nauwelijks van Sint Maarten hebben gehoord. Dat is na de massale media-aandacht van de afgelopen anderhalve week heel anders. Op Curaçao hebben de voorbije dagen meer dan 500 huishoudens zich opgegeven als gastgezin voor een of meer kinderen uit Sint Maarten, die tijdelijk - voor onbepaalde tijd - naar een Curaçaose school gaan. Op Aruba werden 64 dialysepatiënten in veiligheid gebracht. En dit zijn maar enkele sprekende voorbeelden. Want over de cruciale assistentie van Nederlandse militairen en hun materieel, agenten, militie-eenheden en leden van de vrijwilligerskorpsen uit Curaçao en Aruba nog niet gesproken. Zonder hun inzet en van vele anderen uit de overige delen van het Koninkrijk zou Sint Maarten er nog niet zo voorstaan als het vandaag staat. Langzaam begint het leven weer enige vorm te krijgen, met de nadrukkelijke notie natuurlijk dat het nog lang niet is wat het eerder was. ‘Bouncing back, but help needed’, schrijft The Daily Herald treffend. De inwoners van Sint Maarten staan bekend om hun veerkracht, maar deze klus kunnen zij echt niet alleen klaren. Het is mooi te zien dat dwars door alle politieke en staatkundige wijzigingen en vernieuwingen heen, de burgers van de eilanden nog altijd een hechte onderlinge band voelen. De politiek, de koning, de media en de burgeractie in Nederland hebben aangetoond dat ook vanuit dit deel van het Koninkrijk dit gevoel wordt gedeeld. Dit gevoel mag niet wegkwijnen, maar moet er ook nog volop zijn bij de immense opgave na deze fase van noodhulp: bij de wederopbouw.