ANALYSE
Het Openbaar Ministerie (OM) op Curaçao overweegt oud-premier Gerrit Schotte (MFK) en leden van diens kabinet te vervolgen voor wanbeleid en hen aansprakelijk te stellen voor de schade, zo’n 350 miljoen gulden. Aanleiding is het lijvige verslag van de Nederlandse oud-rechter Huub Willems van het onderzoek dat hij heeft gedaan naar de wijze waarop de overheids-nv’s Aqualectra, Curoil en Refineria di Kòrsou (RdK) in de periode 2010-2012 zijn bestuurd en de rol die MFK-bewindslieden en getrouwen in Raden van Commissarissen (RvC) en adviesfuncties daarbij hebben gespeeld.
Het verzoek van het OM aan het Gemeenschappelijk Hof om de conclusie van Willems te bevestigen dat sprake is geweest van wanbeleid, de daarvoor verantwoordelijke personen aan te wijzen en de benadeelde overheids-nv’s te gelasten de geleden schade bij hen te verhalen, zal door velen in onze maatschappij (en in Den Haag) met genoegen zijn verwelkomd.
Toch doet minister José Jardim - destijds overigens als hoogste ambtenaar, namelijk secretaris-generaal, de financiële rechterhand van het kabinet-Schotte - er goed aan niet te vroeg te juichen dat er binnenkort een onverwachte meevaller ter grootte van een paar honderd miljoen in de overheidskas kan worden bijgestort. Het lijkt immers onwaarschijnlijk dat de claim daadwerkelijk wordt geïncasseerd. Niet dat de betrokken ex-bewindslieden armlastig zijn, maar het zou niemand verbazen als de vermogens geparkeerd zijn op niet te traceren buitenlandse bankrekeningen.
Vandaar de vraag waarom het OM de Nederlandse premier Mark Rutte en de ministers uit diens eerste kabinet vooralsnog buiten schot laat. Zij zijn het immers die - terwijl alle signalen op diepdonkerrood stonden - Schotte en zijn ploeg in het zadel hebben geholpen en gehouden. Den Haag weigerde gouverneur Frits Goedgedrag de noodzakelijke rugdekking te geven toen deze de uitslag van de screening onder ogen kreeg, waaruit bleek dat de MFK-ministers vanwege hun dubieuze ‘trackrecord’ nooit voor benoeming in aanmerking hadden mogen komen.
Maar ook daarna stapelden de aanwijzingen zich op dat deugdelijk bestuur binnen de eerste regering van het Land Curaçao ver te zoeken was. Deze krant heeft meer dan eens, veelal op basis van bezorgde klokkenluiders, binnen een democratische rechtsstaat ongehoorde misstanden aan het licht gebracht, maar keer op keer werd Schotte c.s. ongemoeid gelaten, zelfs toen de deur van Fòrti wijd open werd gezet voor maffiose types.
De voor de Koninkrijksrelaties verantwoordelijke minister Piet Hein Donner was als de dood zijn blazoen te besmetten en daarmee de door hem geambieerde baan als vicepresident van de Raad van State mis te lopen. En Rutte? De mooi-weer-premier vreesde voor een donderbui van koningin Beatrix als hij haar werkbezoek aan Curaçao (november 2011) zou verstieren.
Het waarborgen van integer bestuur en de rechtsstaat in alle landen van het Koninkrijk behoren op grond van het Statuut tot de meest cruciale taken van de Koninkrijksregering. Dat de Rijksministerraad, waarin de Nederlandse ministers de dienst uitmaken, willens en wetens de andere kant op heeft gekeken en dus heeft toegelaten dat er voor honderden miljoenen via overheids-nv’s in het zwarte gat van het kabinet-Schotte is verdwenen, lijkt een simpel te bewijzen staaltje van verwijtbaar plichtsverzuim. Het OM in Willemstad doet er daarom misschien verstandig aan de claim van 350 miljoen eerst op de tafel in de Trêveszaal op het Binnenhof te leggen. Dan mag Rutte, tenslotte voorzitter van de Koninkrijksregering, het verder zelf uitzoeken hoe hij dat geld verhaalt op zijn ‘amice Gerrit’.