Vervuiling wordt zo snel mogelijk opgeruimd

Van onze correspondent

Kralendijk - Het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) heeft er bewust voor gekozen om niet vooraf te waarschuwen voor de naderende olie. Omdat het OLB nog niet zeker wist of de vlek Bonaire wel ‘zou raken’ en om niet onnodig paniek te zaaien.

Of dit het was of dat het eiland nog meer olie kan verwachten konden gezaghebber Nolly Oleana, havenmeester Gunther Glanegin en Marine Park-manager van Stinapa Judith Raming gisteren tijdens de persconferentie niet zeggen.
Gistermiddag gaf het openbaar lichaam uitleg over de gang van zaken rond de olievervuiling van afgelopen maandag en de keuzes die hierbij zijn gemaakt. Nadat op 7 februari een schip bij Tobago olie begon te lekken en op een rif liep is een grote vlek olie of bunker fuel in zee gestroomd. Zware stookolie (HFO) is een categorie stookolie met een teerachtige consistentie. Het openbaar lichaam en Stinapa hebben de vlek van ongeveer 80 kilometer in lengte vervolgens in de gaten gehouden met behulp van satellietbeelden en met hulp van de kustwacht. Toen de substantie onder het wateroppervlak verdween om daar al zwevend de weg te vervolgen was het onduidelijk of en wanneer Bonaire er last van zo krijgen. Toch is vorige week al begonnen met het plaatsen van de vangarmen bij de ingang van de mangrovekanalen om deze vrij te houden van olie.
Volgens Flanegin is ervoor gekozen om olie die onverhoopt de kust of Lac Bay en Lagun zou bereiken zo snel mogelijk op te ruimen. Alleen dan kan worden bepaald of er op een gegeven moment nieuwe olie is aangespoeld. Voorkomen dat de olie ergens op Bonaire zou aanspoelen was volgens hem een onmogelijke opgave. ,,We konden moeilijk het hele eiland beschermen met ‘booms’. We hebben genoeg materieel om snel op te ruimen. Sorobon is schoon en nu gaan we naar de andere plekken”, aldus Flanegin. Volgens Raming is ervoor gekozen om Lac Bay voorrang te geven vanwege de natuurwaarde van het gebied. ,,We hebben hetzelfde beleid toegepast als met sargassum.” Er kon gisteren niet worden voorspeld of er nog meer olie te verwachten is. Wel komen er regelmatig meldingen binnen van vlekken aan de zuid- en noordkant en zelfs in de baai van Kralendijk maar deze heeft Stinapa nog niet kunnen bevestigen. Omdat de olie ook gevaarlijk kan zijn voor mensen wordt sterk afgeraden om de komende dagen te gaan zwemmen of een watersport te beoefenen in Lagun, Lac Bay of bij Sorobon.

Economische ramp dreigt
Zoals het er nu naar uitziet is er op Bonaire vooralsnog geen sprake van een natuurramp door de olie die maandag de kusten en de stranden van Sorobon vervuilde. Maar een economische ramp voor de ondernemers die er hun geld verdienen met de surfsport is al niet meer af te wenden.
Zo gauw gisteren duidelijk werd dat er olie Lac Bay binnendreef en de eerste surfers besmeurd naar de kant kwamen is iedereen van het water gehaald. Het kwaad was echter al geschied. Niet alleen de surfers maar ook de surfboards en zeilen zaten onder de olie. En die is er niet makkelijk of helemaal niet af te krijgen. ,,Een enorme kostenpost”, zo laat eigenaar Jalmar de Jong van Jibe City het Antilliaans Dagblad weten. De ondernemers verwijten het openbaar lichaam en Stinapa dat ze al een aantal dagen op de hoogte waren van de naderende olievlek. Hoewel ze niet precies wisten of, waar en wanneer de olie Bonaire zou ‘raken’ hadden ze kunnen waarschuwen. Dan was er beter opgelet en had de financiële schade beperkt kunnen blijven. Havenmeester Gunther Flanegin gaf gistermiddag tijdens een persconferentie toe dat er misschien eerder gewaarschuwd had kunnen worden. ,,Maar wanneer laat je iets weten zonder onnodig paniek te zaaien”, aldus Flanegin.
De schade aan het materiaal is niet de enige kostenpost. Op sociale media en vanuit de Haagse politiek en Greenpeace zijn verontrustende berichten de wereld in geholpen als zou er nu al sprake zijn van een natuurramp. Dit heeft meteen geresulteerd in het vertrek van surfers die eerder van plan waren nog wat langer te blijven. Ze hebben hun boeltje gepakt en vliegen eerder dan gepland terug naar huis. Maar ook toeristen die voor maart en zelfs april of mei een surfpakket hadden geboekt annuleren deze nu ‘vanwege de olie op het eiland’. ,,Wanneer duidelijk wordt dat het allemaal wel meevalt ‘zit de olie toch nog steeds in de hoofden’”, aldus De Jong.
De financiële strop is volgens hem niet te overzien. De sector was net weer wat opgekrabbeld van een paar jaar sargassum en de covidpandemie en dan nu dit. En hij maakt zich ernstig zorgen over de nabije toekomst. ,,Tegen een vaste klant die nu op stel en sprong is vertrokken zei ik ‘tot volgend jaar’. Maar dat wist hij nog niet ‘met al die olie’. Flanegin liet gisteren weten dat de overheid een schadeclaim voorbereidt waarbij ook de schade van de ondernemers wordt meegenomen.

Geen nieuwe olie aangespoeld...

Wilt u het meer over dit onderwerp weten? Neem een online abonnement op de krant.