(Vestigings)vergunning ingetrokken, nieuw besluit binnen 4 maanden

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De associaties van pomphouders Copda en Asogas hebben de rechtszaak tegen de minister van Economische Ontwikkeling en St. Helena Pompstation gewonnen. De rechter heeft de vestigingsvergunning voor het tankstation bij Malpais vernietigd.

Daarnaast moet de minister binnen vier maanden een nieuw besluit nemen op de vergunningsaanvraag van St. Helena Pompstation. Voorlopig zullen weggebruikers bij een van de andere 25 pompstations op het eiland moeten tanken.
Op 26 november 2021 heeft MEO een vestigingsvergunning verstrekt aan St. Helena Pompstation bv van ondernemer Abdul Sebier Attaf. Volgens de rechter ontbreekt er echter een duidelijke motivering voor het verlenen ervan. Zo blijkt niet of de minister van MEO de aanvraag heeft getoetst aan de weigeringsgronden die in de vestigingsregeling zijn opgenomen. Bovendien was de minister op de hoogte dat de pomphoudersverenigingen Copda en Asogas bezwaren hebben tegen de komst van het benzinestation bij Malpais. Het had volgens de rechter op zijn weg gelegen om die bezwaren mee te nemen bij de beoordeling. Daarnaast blijkt uit de vestigingsvergunning niet of de minister aan het vestigingsbeleid heeft getoetst. ,,In de vestigingsvergunning wordt wel verwezen naar adviezen die op grond van het vestigingsbeleid bij de beoordeling van een aanvraag betrokken moeten worden, maar verweerder heeft niet gemotiveerd tot welke conclusie die adviezen leiden. Dat betekent dat het beroep gegrond is en de vestigingsvergunning zal worden vernietigd”, aldus de rechter in het vonnis.
De minister zal opnieuw over de aanvraag van Attaf moeten beslissen. Die beslissing met voorzien zijn van een ‘kenbare en deugdelijke’ motivering. Met andere woorden daaruit moet dus blijken aan welke voorwaarden en weigeringsgronden de minister de aanvraag heeft getoetst. De minister zal bij de beoordeling van de aanvraag ook rekening moeten houden met de bezwaren van de pomphoudersverenigingen.
Die bezwaren hebben betrekking op de economische belangen van de pompstations die in een straal van 5 kilometer van het nog te openen tankstation bevinden. Zij vrezen dat de komst van het station de levensvatbaarheid van de pompstations bij Tera Kora en Juan Domingo in gevaar brengt. De marges op benzine is al zo klein en met meer concurrentie verwachten ze een terugloop in klandizie.
Eerder hadden de partijen al een rechtszaak aangespannen om de bouw van het pompstation te stoppen. Die uitspraak was in hun nadeel. Hoewel de overheid nog geen bouw- en hindervergunningen had afgegeven, raakten die vergunningen ‘hun economisch belang’ niet. Bovendien beslaat het merendeel van het bouwsel een mall. Een klein deel van het terrein is bestemd voor het pompstation.