Winst en verlies (75)
Door Lodewijk Daniel Gerharts
Verlies van 13.000 gulden
In het eerste jaar werd een verlies van ruim fl. 13.000,- geleden. Het was voorzien dat in de eerste jaren verlies zou worden geleden, maar zoveel!? In 1957 was dat opgelopen tot fl. 83.420,-. Er moest meer geld komen en dat vond plaats door middel van obligaties, waartoe het departement Economische Zaken het initiatief nam. De regering accepteerde en nam 50% van die lening op zich.
In Caracas woonde een Amerikaan John B. Bogaert, die Bonaire in zijn eigen Cessna-vliegmachine vele malen bezocht. Intussen was de heer De Klerk naar Nederland teruggekeerd, had een deel van zijn aandelen verkocht, doch hield er nog zestien, die in de kluis van de ABN te Curaçao werden bewaard.
Bogaert wendde zich tot de regering en stelde voor dat hij Zeebad zou overnemen. Hij wilde de aandelen van de regering kopen tegen 50% van de nominale waarde. De accountsdienst van het Gouvernement controleerde geregeld de boeken en maakte rapporten over de situatie. Zij rapporteerden aan de regering dat er enige verbetering te constateren viel.
De regering was van mening dat het in het belang van Bonaire was dat het hotel zou blijven bestaan, dat er een goede kans op succes aanwezig was, mits het beheer beter zou worden opgezet. Mevrouw Van Eijk had het beheer tijdelijk van De Klerk overgenomen en dankzij haar werk begon er wat winst te komen.
Winst van fl. 4.488,-
Minister-president Jonckheer vroeg mij of wij ook bereid waren onze aandeel op dezelfde voorwaarden aan Bogaert over te doen en wij antwoorden dat wij in het belang van Bonaire daartoe bereid waren. Wij maakten in 1955 fl. 4.488,- winst, doch de oorkaan ‘Janet’ sloeg de pier weg. Schade was fl. 4.817,- en daarmee verdween deze winst. In dat jaar waren er 688 gasten geweest met 2.268 logeernachten.
Bogaert nam dus de aandelen over. De Klerk met 16 aandelen wilde slechts verkopen tegen de volle waarde à fl. 500,- per aandeel.
Later hoorden wij dat de regering bedongen had dat nog eens 50% van de aandelen door Bogaert zou worden betaald als er winst gemaakt werd. Dat was ons onbekend; wij kregen niets, hoewel de overeenkomst zei dat wij zouden verkopen tegen dezelfde voorwaarden als die van de regering.
De naam Zeebad werd veranderd in Flamingo Beach Hotel, omdat Amerikanen de naam Zeebad uitspraken als ‘Seabad’ en vroegen of de zee hier werkelijk zo ‘bad’ was!
Het bleek echter nodig te zijn dat meer hulp werd verleend. Het departement Economische Zaken berichtte dat de regering in principe bereid was gedurende een jaar fl. 1.500,- per maand subsidie te geven. Hierdoor kon een grote opknapbeurt uitgevoerd worden.
Vliegverbinding
In de laatste maanden van 1958 kwamen veel aanvragen binnen uit Amerika, doch het bleek onmogelijk te zijn voor deze toeristen plaatsen te krijgen op de machines die op Bonaire vlogen (DC-3 met 23 passagiers). Alle vluchten waren maanden tevoren volgeboekt en grotere machines, de DC-6, konden op Bonaire niet landen. De baan was te kort. Het aantal vluchten van de KLM nam echter toe van 432 in 1964 tot 1.129 in 1969, in het aantal passagiers van 10.631 in 1964 tot 29.036 in 1969! Hoewel Bogaert enige verbeteringen aanbracht, onder andere een zestal suites bouwde van betonblokken en aan landscaping het een en ander deed, bleek wel dat het doel van hem was het hotel, zodra het winstgevend zou zijn, met een flinke winst te verkopen.
Er werd in 1969 een nettowinst gemaakt van fl. 40.000,- en in 1970 was dat fl. 75.700,-. Geen gek resultaat. In dat jaar 1970 waren er 1.538 gasten geweest die 7.022 nachten in het hotel verbleven (683 uit de VS).
A. Flores
Op een zekere dag dook A. Flores, die op Aruba woonachtig was, op en hij toonde belangstelling in het hotel. Het was nog steeds een naamloze vennootschap en De Klerk had nog steeds 16 aandelen, doch woonde in Nederland.
De Klerk had nimmer iets gezien van enige winstuitkering; hij wist van de resultaten van het hotel niets af. Berichten werden hem niet toegezonden, zoals hij mij later vertelde. Bogaert beschouwde zich als eigenaar en daarmee uit. Wat hij als directeur verdiende, is onbekend.
Hij kwam met A. Flores en Morris Neme tot een akkoord over de prijs en voorwaarden, maar om tot verkoop van het hotel, opstallen of wat ook over te gaan, was de goedkeuring van commissarissen nodig. (art. 11 van de statuten).
De mogelijkheid bestond dat de commissaris bezwaar zou maken tegen de verkoop aan Neme en Flores. Dus werd een vergadering van aandeelhouders uitgeschreven op 16 maart 1970.
De brief werd aangetekend van Bonaire verzonden, op 18 maart te Curaçao afgestempeld en werd op 25 maart door De Klerk ontvangen, de dag waarop de vergadering om 10.00 uur te Bonaire moest plaats vinden.
Het enige punt van de agenda was: ontslag van de in functie zijnde commissaris(sen) en benoeming van een nieuwe commissaris, de rechtskundige Adviseur van Bogaert. How Nice!
Het was de heer De Klerk niet mogelijk aanwezig te zijn, maar bovendien tekende hij aan dat dit de eerste keer was dat hij een uitnodiging voor een vergadering van Bogaert ontving. De verlies- en winstrekeningen werden derhalve nooit aan de aandeelhoudersvergadering ter goedkeuring overgelegd (art. 12 Statuten).
Verkoop
De heren Bogaert en zijn commissaris-rechtskundig adviseur konden toen doen wat zij wilden. De prijs waarvoor Zeebad’s opstallen werden verkocht is mij onbekend, doch deze zal wel een goede winst gelaten hebben, Bogaert zo’n beetje kennende, ook gezien de winsten die in 1969 en 1970 behaald werden. De heer De Klerk is sinds 1970 bezig zijn recht te zoeken. Zoals gezegd ontving hij nimmer een jaarrapport, nimmer een uitnodiging tot het bijwonen van een vergadering. En Bogaert is in Amerika en onbereikbaar. Hij is een van die figuren die naar Bonaire komen met een fluwelen stem en Jan en allemaal weten te bedriegen. Intussen heeft ons dit avontuur een hoop duiten gekost. Maar als ik indertijd niet naar de Gouverneur was gegaan, zou Flamingo Beach Hotel thans niet bestaan. Want dan zou de grond waarop het kamp stond verkaveld zijn geworden. Wijlen Julio Cesar (Boy) Herrera had midden in het kamp een stuk eigendomsgrond, dat hij later ruilde voor een ander stuk.