Door Robert M. Bottse
Bestuurders van vennootschappen met liquiditeitsproblemen staan voortdurend voor de keuze welke rekeningen als eerste moeten worden voldaan en welke rekeningen op een later tijdstip betaald kunnen worden. Selectieve betaling: (on)rechtmatig?
Bestuurders van vennootschappen met liquiditeitsproblemen kunnen in een poging om de vennootschap van de ondergang te behoeden ervoor kiezen om schuldeisers selectief te betalen. Dat wil zeggen: schuldeisers die de onderneming het hardst nodig heeft om te overleven, worden wel (op tijd) betaald terwijl schuldeisers die minder belangrijk voor de continuïteit van de onderneming worden geacht simpelweg niet (op tijd) worden betaald.
De vennootschap heeft bijvoorbeeld een contract met een voor de onderneming zeer belangrijke leverancier. Wordt deze leverancier niet betaald, dan zal de onderneming mogelijk direct haar werkzaamheden dienen te staken, of zal de interesse van een derde in een overname van de onderneming of het verstrekken van nieuw kapitaal als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Niet betaalde crediteuren vinden het uiteraard onrechtvaardig dat betaling van hun vordering is uitgebleven, terwijl andere crediteuren wel (gedeeltelijk) zijn voldaan. Handelt de (bestuurder van een) vennootschap met liquiditeitsproblemen in een dergelijk geval dan in strijd met de zogenaamde partitas creditorum (gelijkheid van schuldeisers), dus onrechtmatig jegens de crediteuren die niet worden betaald?
Uit jurisprudentie blijkt dat het onder omstandigheden is toegestaan om, in een poging om het voortbestaan van de onderneming te waarborgen en liquiditeitsproblemen het hoofd te bieden, crediteuren die van belang zijn voor de continuïteit van de onderneming te betalen boven andere crediteuren.
De vraag is: waar ligt de grens van het (on)toelaatbare? De grens wordt bepaald door de omvang van de financiële moeilijkheden. Selectieve betaling levert ten opzichte van de niet betaalde schuldeisers onrechtmatig handelen op indien (het bestuur van) de vennootschap op het moment van de selectieve betaling wist of moest weten dat de vennootschap zich feitelijk in een faillissementssituatie bevond.
Kortom, (het bestuur van) een vennootschap met liquiditeitsproblemen dient ervan overtuigd te zijn dat de financiële moeilijkheden van tijdelijke aard zijn en dat er nog genoeg toekomstperspectief bestaat voor de onderneming op het moment dat de selectieve betalingen worden verricht. Zo niet, dan ligt een claim wegens onrechtmatig handelen op de loer.
Mr. Robert M. Bottse is advocaat bij HBN Law Curaçao. Hij schreef bovenstaande bijdrage voor het Antilliaans Dagblad.