Door George Lichtveld
In een op 11 mei verschenen krantenartikel geeft Hubert Cristina, zijnde de voorzitter van de stichting Kòrsou na Kaminda pa Libertat (FKKL), te kennen dat de autonome status het begin is van het dekolonisatieproces en dat het volk zich comfortabel moet voelen om zich verder te ontwikkelen om een soeverein volk te worden. Cristina benadrukt dat het volk zich dus comfortabel moet voelen, dat schijnt in zijn ogen een randvoorwaarde te zijn om verder op te kunnen trekken naar het o zo verheven doel van de onafhankelijkheid. Ik kan Cristina geruststellen. Curaçao voelt zich sinds 1954 uitermate comfortabel binnen de grotere rechtsorde van het Koninkrijk der Nederlanden, binnen die rechtsorde genieten het eiland en zijn bewoners van een leefomgeving die burgers alle geneugten en burgerrechten biedt die een moderne democratische rechtsstaat maar verlenen kan. Ik zie geen burgers die gebukt gaan onder wat voor bestuurlijke onderdrukking dan ook, integendeel, ik zie vrolijke mensen die van feest tot feest rollen, dan is het tumba-festival, carnaval, seú, dan weer dia di mama, enz. Het merendeel is wel gevoed en goed gekleed genietend van een welvaartsniveau dat hoger is (of op zijn minst gelijk staat aan) dan dat van de andere eilanden in het Caribisch gebied. Welk juk van onderdrukking moeten wij afwerpen? Cristina faalt nog steeds om ons uit te leggen op welke manier wij door Nederland worden misbruikt of worden uitgebuit, welk belang Nederland heeft om ons te onderdrukken. En hij faalt om uit te leggen welke economische en sociaal-maatschappelijke voordelen er kleven aan het verkrijgen van een onafhankelijke status voor Curaçao. Zolang hij dat niet kan uitleggen kan hij zich beter koest houden omdat, eerlijkgezegd, het de burger geen lor kan schelen of het dekolonisatieproces is afgerond of niet. Geen hond heeft interesse in een abstracte juridisch-academische discussie over het wel of niet afgebouwd hebben van een staatkundig proces zolang het geen effect heeft op hun leefomstandigheden. En dat heeft het niet. Als Cristina een mooie verhandeling wil opstellen over zijn staatsrechtelijke gedachtekronkels dan moet hij dat beslist doen maar ons verder met rust laten en niet proberen beroering te veroorzaken door een beweging in te zetten die enkel open deuren intrapt want hij heeft ook nog steeds niet uitgelegd naar welke ‘libertat’ het reeds volledig vrije Curaçao op weg moet. Maar weinig mensen zullen warmlopen voor een streven van een beweging die in economisch/sociaal maatschappelijk opzicht geen zoden aan de dijk zet maar die enkel strekt ter bevrediging van een groepje met kaboutercomplexen behepte najagers van het spook van het neokolonialisme. Eigenlijk zou ik geen aandacht moeten besteden aan al dit idiote FKKL-gedoe ware het niet dat Cristina met vuur speelt. Het effect van ophitsing is niet altijd voorspelbaar, ook al ben ik ervan overtuigd dat verreweg het merendeel van onze bevolking niet vatbaar is voor demagogie, toch blijft het gevaar bestaan voor volksmisleiding en volksdwaling, de geschiedenis heeft dat zo vaak al bewezen. In het uiterst giftige Latijns-Amerikaanse en Caribisch ecosysteem van drugkartels, zware grensoverschrijdende criminaliteit en door criminele organisaties geïnfiltreerde overheden heeft een onafhankelijk Curaçao weinig overlevingskans. Binnen de kortste keren worden wij dan een roversnest en een speelbal van de onderwereld temeer daar ons eiland nu al jaren de slechte reputatie heeft opgebouwd van een van de grootste witwasgebieden ter wereld (International Narcotics Control Strategy Report 2018 van de Verenigde Staten). Ons eiland is, meer dan men denkt, van belang voor de onderwereld. De sociaalmaatschappelijke, economische, justitiële en militaire vangnetten die het Koninkrijk biedt zijn daarom essentieel voor een democratisch en rechtsstatelijk voortbestaan van onze leefgemeenschap. Elke beweging die ons uit de comfortzone van het Koninkrijk wil brengen vormt dan ook een gevaarzetting voor Curaçao. Daarnaast zou Christina moeten begrijpen dat zelfredzaamheid van piepkleine economieën geen realistisch doel kan zijn. Er zal altijd geld bij moeten. Nederland besteedde volgens hoogleraar Gert Oostindie (hoogleraar Caribenstudies) per jaar ruim 500 euro per inwoner aan de Antillen. De covidepidemie heeft ministaten gewezen op hun kwetsbaarheid en op hun afhankelijkheid van hulp door de grote staten. De Sids (Small Island Developing States), zich bewust van hun fragiele levensvatbaarheid, zijn zich ook steeds meer aan het organiseren. Hopelijk komt het tot een dialoog met de grote naties waarbij oude concepten over (on)afhankelijkheid plaatsmaken voor nieuwe concepten over sustainability los van al die knellende nationalistische gevoelens en verlammende minderwaardigheidscomplexen. Als Cristina zijn eiland Curaçao echt wil dienen, dan houdt hij op met te zeuren over iets wat niemand boeit en hetwelk verder ook in geen enkel opzicht toegevoegde waarde heeft. In plaats daarvan zou hij kunnen meedenken over nieuwe, innovatieve staatsrechtelijke verhoudingen met Nederland waarbij het dan voornamelijk moet gaan om doelmatigheid, om het objectief plaatsen van bestuurlijke taken en bevoegdheden op die plekken die voor Curaçao en zijn gemeenschap het beste uitkomen. Laten wij in godsnaam ophouden met het bekijken van staatsrechtelijke verhoudingen vanuit een emotionele bril. Autonomie is tenslotte niets anders dan een zakelijke bestuursvorm die om praktische redenen wordt gehanteerd in elke gedecentraliseerde staat. De emotionele overwaardering daarvan veroorzaakt alleen maar ruis en tweespalt in het streven naar verstandige bestuurlijke werkverhoudingen met elkaar. Het antagonisme en het weerwerk dat Cristina zoekt zal Curaçao beslist niet vooruithelpen. Het is eerder angstaanjagend en levensbedreigend. Het zal de infiltratie en overname van de georganiseerde misdaad bevorderen en ons juist kansen ontnemen om de interne verhoudingen binnen het Koninkrijk te optimaliseren.