Had Hermann Molenkamp (SVH) dan toch gelijk?
Door Jan van Nes
Aan het einde van de jaren tachtig (1988-1989) had ik het genoegen kennis te maken met Hermann Molenkamp. De heer Molenkamp was een onderwijsman pur sang, een groot aanhanger van het SVH-leerlingstelsel (Stichting Vakbekwaamheid Horeca) en stelde de leerling altijd centraal. Hij was de grondlegger van de SVH-meestertitels, de hoogste graad van vakbekwaamheid in de Nederlandse horeca. Hermann was een groot bestuurder, eerlijk, strategisch en recht door zee en heeft SVH geleid van 1971 tot 1990. De bron die dit verwoordt is afkomstig van directie en medewerkers SVH bij zijn overlijden in 2019.
Na het sluiten van de Lago-raffinaderij in 1985 koerste Aruba af op een enorme toerisme-expansie en de heer Molenkamp werd benaderd door het Land Aruba om in navolging van Nederland in samenwerking met het Bushiri Hotel een leerlingenstelsel te ontwikkelen. Met de hotelexpansie was er namelijk een groot aanbod van banen in de sector. Omstreeks dezelfde tijd kwamen op Aruba de eerste hotelwerkers aan uit de Filipijnen, nadien gevolgd door F&B- (Food & Beverage) en andere hotelmedewerkers uit de regio.
Met enkele anderen vertegenwoordigde ik Ahata (Aruba Hotel and Tourism Association) in de commissie die het leerlingenstelsel zou moeten introduceren. De heer Molenkamp kwam echter na zijn onderzoek tot de conclusie dat de Arubaan (toen) helemaal niet gemotiveerd was om in de horeca te werken. Dat was tegen het zere Arubaanse been en wij waren het volstrekt niet met hem eens. ,,How dare you!” Het succes van het toerisme op Aruba was immers te danken aan de Arubaan en zijn gastvrijheid! Het verblijf van de heer Molenkamp op Aruba was van korte duur en de details van zijn rapport zijn mij niet bekend. En tot een leerlingenstelsel kwam het niet!
Vandaag de dag moeten velen in de sector beamen dat de toerismesector qua banen concurreert met 1) werken voor de overheid; 2) werken voor een bank; 3) werken voor Setar; 4) voor WEB; 5) voor Elmar; of het liefst in een baan van maandag tot vrijdag van 8.00-17.00 uur en vrij met de feestdagen.
Er is niets mis met een dergelijke levensstijl na te streven. De horeca kampt echter daarom wel met een tekort aan goed geschoold en gemotiveerd lokaal personeel en er bestaat grote spanning om deze tekorten aan te vullen via werkvergunningen. Een enkeling die hardop durft te suggereren dat er inderdaad minder lokale motivatie bestaat voor de horeca, krijgt gelijk te verstaan dat:
- Deze minieme belangstelling bestaat door de ‘cheap labor’ in de sector.
- Werkgevers in de sector het personeel uitbuiten.
- Er slecht betaald wordt in de sector.
- Zoon- of dochterlief met of zonder diploma al ettelijke malen gesolliciteerd heeft zonder succes.
- De sector het liefst met niet-Arubanen zou willen werken.
In de tussentijd blijft de oplossing uit en ligt er geen plan op tafel dat werkelijk soelaas biedt naast wat wij al jaren doen, hetgeen niet tot tevredenheid van ook maar een enkele sector heeft geleid. To quote Einstein: ,,We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.”
Naar mijn bescheiden mening zie ik graag een gedegen studie van bijvoorbeeld onze Universiteit van Aruba tegemoet die onder andere de volgende vragen stelt na onderzoek en met een degelijk plan komt:
- Hoeveel Arubanen werken er in de horeca (naar leeftijdsklasse)?
- Hoeveel Arubaanse studenten maken het EPI of EPB af?
- Hoeveel van hen werkt (nog) in de horeca?
- Hoeveel leidinggevenden Arubanen werken er in de horeca (leeftijdsklasse)?
- Hoeveel niet-Arubanen werken er in de horeca (leeftijdsklasse)?
- Hoeveel Arubanen studeren er momenteel aan een horeca-instelling in het buitenland?
- Hoeveel van de afgestudeerden werken in een leidinggevende functie op Aruba?
- Hoe is de compensatie in de horeca vergeleken met de niet-horecabanen op Aruba?
- Hoe maken wij het werken in de horeca aantrekkelijker?
- Hoe maken wij het vergunningstelsel vriendelijker en efficiënter?
- Wat kan er beter op EPB- en EPI-niveau?
- Hoeveel ambtenaren werken er op Aruba?
- Hoeveel ambtenaren worden gezien de (CAft-)norm als overtollig gekenmerkt?
- Hoe motiveren wij deze groep toe te treden tot de horeca?
- Hoe betrekken wij de privésector-stakeholders mee te denken aan oplossingen?
Het idee is om de discussie uit de emotionele sfeer te halen en met een plan op tafel te komen waar wij mee vooruit kunnen! Wie gaan straks de kamers van Embassy Suites schoonmaken? En van de St. Regis? En waar komt het personeel vandaan van de paar duizend kamers die volgen? Laten we het for once and for all eens worden en service van hoge kwaliteit bieden die onze klanten - zeker gezien het hoge prijskaartje - verdienen. Wij zijn geen uitzondering met betrekking tot tekort aan personeel in de horeca. Ook in Nederland en de VS kampt de sector met een tekort aan werknemers. Onze economie steunt echter voor bijna 90 percent op het toerisme en dat maakt dat wij toch een probleem hebben!
Het Paas-lang-weekend ligt nu achter ons. Ik kan mij best voorstellen dat het niet zo makkelijk was voor het horecapersoneel dat juist tijdens deze feestdagen en in de avonduren moest werken, terwijl vrienden aan het strand aan het genieten waren. But somebody’s got to do the job, right! Zou Hermann Molenkamp toch gelijk gehad hebben?
De auteur van deze opiniebijdrage, Jan van Nes, is horecamedewerker sinds 1972. Hij was in het Arubaanse toerisme actief in diverse functies, waaronder als directeur van Aruba Tourism Authority (ATA) en general manager van Playa Linda Beach Resort.