Pleidooi voor het benoemen van twee daadkrachtige ‘tsaren’ die knopen doorhakken

Door Raymond Begina
Deze bijdrage gaat over ‘de wet van de bestuurlijke drukte’ en is bedoeld om een maatschappelijke discussie op te starten. Vele lezers zullen meteen denken: ,,Wat is dit nou weer voor nieuw fenomeen? Wat heeft Curaçao te maken met bestuurlijke drukte?”

OPINIEWaar komt deze term vandaan? In de jaren negentig van de vorige eeuw schreef de Nederlandse prof. dr. ir. Ton de Leeuw een boek over de ‘wet van de bestuurlijke drukte’. Daarin wordt beschreven hoe men vaak denkt problemen op te lossen door méér regels, organen, (externe) adviseurs, nieuwe functies, protocollen en veel te vergaderen. Maar, het werkt juist averechts, want volgens de theorie van bestuurlijke drukte neemt het effect van bestuurlijke inspanning af naarmate de inspanningen toenemen. Met andere woorden: meer red tape werkt contraproductief. Op Curaçao zouden ze zeggen: ,,Ban mira....man na obra.”
Kort gezegd: de laatste jaren wordt er te veel gepraat, er worden te veel structuren gecreëerd, iedereen en niemand gaat erover en uiteindelijk wordt er te weinig besloten en uitgevoerd, want - zoals eerder gezegd - meer bestuurlijke inspanning leidt vaak tot het afnemen van het beoogd effect.
In Nederland is veel onderzoek gedaan en veel literatuur en discussie gewijd aan de theorie en praktijk van bestuurlijke drukte. Vele proefschriften en scripties hebben het licht gezien, zelfs Staatscommissies (Onder andere De Grave) hielden zich ermee bezig.
De vraag is nu: hoe staat het met de wet van de bestuurlijke drukte op Curaçao? Alvorens deze vraag te beantwoorden, zou het goed zijn om een korte verkenning te doen naar de positie die Curaçao innam in het staatkundig bestel van de oude Antillen van Zes, de Antillen van Vijf en nu het autonome Curaçao.

Kort historische perspectief

Zoals bekend was Curaçao het machtscentrum binnen de Antillen van Zes en ook binnen de Antillen van Vijf. Curaçao was weliswaar politiek-bestuurlijk gezien oppermachtig binnen deze voormalige constellaties, maar de facto heeft deze mooie machtige positie geen enkele toegevoegde waarde gehad voor het eiland Curaçao. Integendeel, als wij de theorie van de bestuurlijke drukte volgen, dan was Curaçao meer dan vijftig jaar gegijzeld door wat ik voor het gemak maar noem ‘Antilliaanse bestuurlijke drukte’.
Geconcludeerd kan worden dat Curaçao zich in een te lange periode middenin een complexe politiek-staatkundig spagaat bevond tussen het eilandsbestuur, het Antilliaanse bestuur en de politiek-bestuurlijke relatie met Nederland. Dus, fragmentatie van de Curaçaose bestuurskracht, oeverloze discussies en vele overlegstructuren en -organen. Uiteindelijk heeft deze zogenaamde machtige positie geresulteerd in een ‘bestuurlijke aros brua met heerlijke windeieren’.

Land Curaçao en ‘bestuurlijke drukte’ anno 2021

Over de start van het Land Curaçao kan kort en krachtig worden gezegd dat deze een soort politiek-bestuurlijke achtbaan was. In de afgelopen elf jaar zijn er talloze kabinetten geweest met evenzovele premiers. Slechts één kabinet heeft de volledige rit uitgezeten. Al deze kabinetten moesten ook met het samengevoegde ambtelijk apparaat, uit Land Antillen en eilandgebied Curaçao, aan de slag krijgen. Daarbij kwam tussendoor ook de internationale financiële crisis, waardoor vele prestigieuze instituten omvielen of aan slagkracht verloren. Momenteel speelt de Covid 19-crisis ons al meer dan een jaar parten.
De vraag is nu: heeft het Land Curaçao een vermindering of vermeerdering van de bestuurlijke drukte gekend in de afgelopen decennia? Het antwoord is helaas negatief! Ergo, in de afgelopen tien jaar is er méér bestuurlijk gedoe dan ooit geweest.
Er werden vele overleg- en monitoring-verbanden in het leven geroepen zoals Cft, samenwerking op gebied van Justitie, monetaire unie, Groeistrategie, Groeiakkoord met Nederland, PMO Groeistrategie, later CMT, IPKO, Rijkswet financieel toezicht, Rijkswet Justitiële samenwerking, Geschillenregeling en niet te vergeten de discussies die - as we speak - worden gevoerd rondom het Landspakket, hervormingsorgaan Coho, en nu ook het IMF. Kortom, de agenda’s staan vol met afspraken voor overleg en afstemming.
Het is helaas zo dat al deze structuren, entiteiten, regels, nieuwe organen en nieuwe functies en de vele vergaderingen géén bijzondere toegevoegde waarde hebben opgeleverd. Integendeel, er is een diepe kloof tussen bepaalde politieke partijen, die we gerust grillig en onwerkbaar kunnen noemen. De relatie tussen Curaçao en Nederland is op z’n zachts gezegd eveneens verre van ideaal.

Wat nu?

Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat Curaçao bijna bezwijkt onder de bestuurlijke drukte. De vraag is wat nu en hoe nu verder?
Het is helaas een illusie dat bestuurders - zowel van Curaçao als van Nederland - situaties 100 procent kunnen beheersen. Er is een grens (tussen de 80 procent en 60 procent) van beheersing van bepaalde complexe problemen en daar moeten wij mee leren leven. Dit geldt zeker ook voor het College financieel toezicht (Cft), de Rijkswet Coho en het Landenpakket. En voor Curaçao geldt dit ook wat betreft de voorgenomen hervormingen.
De bedoelingen van beiden regeringen zijn goed, echter de universele praktijk en de wet van de bestuurlijke drukte leren ons dat het altijd anders loopt dan we denken; er zijn altijd uitzonderingen, er zijn altijd bijzondere omstandigheden.
Bestuurders zullen zich op een gegeven moment dus tevreden moeten stellen met de behaalde resultaten en accepteren dat 100 procent resultaat niet haalbaar is!
Indien toch gekozen wordt voor extra organen, extra monitoringinstanties, extra pressie en vele overlegmomenten, moet men ervan bewust zijn dat al deze inspanningen niet zullen leiden tot ook méér resultaat. Integendeel, het is een contraproductieve inspanning die misschien wel een goed gevoel geeft, maar dan ook niet meer dan dat.

Best Practice: geen buffer, maar bruggen bouwen

Het Landspakket, het Coho en de rijkswetgeving staan bol van de goede bedoelingen, maar brengen een hoop bestuurlijke drukte met zich mee. De ervaring leert dat we er weinig mee zullen opschieten. De vraag van velen onder u luidt: ,,Hoe gaat het dan wel lukken?”
Wij hebben niet alle wijsheid in pacht, maar we spreken uit ervaring met best practice en out of the box-benadering. Ervaring daarmee is opgedaan op Sint Maarten na de verwoestingen door orkaan Luis in 1995.
Gezien de crisissituatie na de orkaan hadden de toenmalige premier in Nederland, Wim Kok, en de gezaghebber van Sint Maarten, Dennis Richardson, besloten een zogeheten ‘wederopbouw-tsaar’ te benoemen, te weten Cees Rozemond, oud-burgemeester van Alkmaar. Ook de gezaghebber van Sint Maarten benoemde een dergelijke ‘wederopbouw-coördinator’ voor Sint Maarten.
De regering van Nederland had destijds 240 miljoen Nederlandse gulden gereserveerd voor de wederopbouw en Rozemond had als budgetbeheerder alle bevoegdheden van Nederland om projecten goed of af te keuren. De wederopbouw-tsaar had geen kantoor, maar zijn hotelkamer - nummer 207 in Holland House - diende als kantoor, kantine en ‘boxing ring’. Dit model werkte uitstekend en er was nagenoeg geen sprake van bureaucratie.
Integendeel:
• in een rap tempo werden enkele scholen gebouwd, opgeknapt en voorzien van nieuw schoolmateriaal;
• ook werd er een start gemaakt met de renovatie van vele beschadigde woningen;
• de bouw van 700 woningen in Belvedere;
• tevens werd een aanvang gemaakt met de meest majeure projecten van Sint Maarten, te weten: een compleet nieuwe zeehaven en luchthaven. We spreken hier over 1995.
Concluderend:
Het beleid voor samenwerking tussen de landen is de afgelopen jaren drastisch veranderd. Na de verwoestende orkaan Irma in 2017 heeft Nederland in samenspraak met Sint Maarten de Wereldbank als buffer tussen de twee landen gezet. Was dit een succesvolle zet?
Coho is ook een nieuw fenomeen. Zal dit orgaan de ‘game changer’ worden? Tevens lijkt het erop dat het IMF haar herintrede zal doen op Curaçao.
We leven in een en hetzelfde Koninkrijk en in plaats van om bruggen te bouwen, ontwikkelen wij buffers, omdat we elkaar niet recht in de ogen willen c.q. kunnen kijken.
Gepleit wordt voor het model dat Sint Maarten destijds heeft toegepast, desnoods in aangepaste vorm. In dit geval betekent het twee hervormings- implementatie-tsaren met volledige bevoegdheden van beide landen.
Eén vertrouwenspersoon die door Curaçao wordt benoemd en de andere uiteraard door Nederland. Deze twee personen moeten de ‘show’ runnen en als zij het goed doen, dan worden zij daarvoor beloond en als ze niet goed presteren, dan moeten zij plaatsmaken voor een nieuwe tsaar.
Per slot van rekening is het doel succesvolle en duurzame sociaaleconomische hervormingen en die gepaard gaat met een historische financiële injectie in belangrijke projecten en op middellange termijn werken aan een solide financiële positie. Dit moet de focus zijn en niet de entiteiten. Om dit doel te bereiken, dient er passie en daadkracht te zijn bij alle betrokken bestuurders.
Tot slot wil de initiatiefnemer van deze bijdrage een dringend beroep doen op alle betrokkenen die in discussie zijn over de samenwerking in het kader van de covidcrisis, om rekening te houden met de negatieve effecten van de bestuurlijke drukte in hun verdere besprekingen/onderhandelingen.
Nogmaals benadrukt moet worden dat het voornaamste doel van deze bijdrage is om een rationele maatschappelijke discussie op te starten, om te komen tot positieve uitgangspunten c.q. resultaten.

Raymond Begina heeft deze opiniebijdrage ondertekend als ‘Public Sector Specialist’. De bijdrage staat ook op de blog sopipensamentu.com.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.