Denkfouten in het EBA-rapport

Door Emsley Tromp

Net toen de regering van Curaçao dacht de tweede tranche liquiditeitssteun van Nederland te ontvangen om de sociaaleconomische impact van het coronavirus te kunnen mitigeren, werd zij door staatssecretaris Knops overrompeld met een aantal beklemmende voorwaarden, en dát terwijl hulp op dat moment hard nodig was. Hoewel het trackrecord van de Curaçaose regering zeker niet smetteloos is, wordt met deze voorwaarden de aandacht afgeleid van de dwingende problemen van bescherming van het productief vermogen van het eiland en, niet op de laatste plaats, het menselijk leed als gevolg van de economische stilstand. Beleidslijnen en percepties van de Nederlandse regering worden al te vaak gevormd door onjuiste analyses en/of feitelijke onjuistheden. Dit leidt ertoe dat politieke discussies worden omgeven door wantrouwen aan beide kanten van de oceaan. Het recente rapport van het Economisch Bureau Amsterdam (EBA) - Kleine eilanden Grote uitdagingen; Het Caribisch deel van het Konikrijk in regionaal perspectief: prestaties, kansen en oplossingen (mei 2020) - mag dan wel informatief zijn, het bevat ook verontrustende denkfouten. Economisch beleid wat gebaseerd is op misvattingen zal leiden tot een verergering van onze economische problemen.

Het doel van het aangehaalde rapport is, zoals de titel duidelijk aangeeft, het identificeren van oplossingen voor onze uitdagingen in een regionaal perspectief. Gezien de huidige staat van onze economieën, is het daarom van wezenlijk belang dat de feiten waarop dit rapport gebaseerd zijn empirisch weerlegd kunnen worden en dat de analyses gebaseerd zijn op een deugdelijke economische denkwijze en niet op denkfouten. De meest opmerkelijke voorbeelden zijn:

  1. Hoge overheidsschuld zet een rem op economische groei. De impliciete veronderstelling hier, is gebaseerd op de gangbare opvatting dat overheidsleningen particuliere investeringen verdringen en andere overheidsuitgaven, die om sociale redenen nodig kunnen zijn, zullen verdringen. Hoewel dit argument over het algemeen wel opgaat, is het niet van toepassing op de situatie van Curaçao. De schuldopbouw sinds 10-10-‘10 is gefinancierd door het buitenland (lees: Nederland) tegen een bijna verwaarloosbaar rentetarief. De beschikbare binnenlandse financiële middelen blijven beschikbaar voor particuliere investeringen en de kosten van de overheidsschuld vertegenwoordigen een verwaarloosbaar percentage van de huidige overheidsuitgaven. In de toekomst, echter, kan de ongeremde toename van de schuldquote een risico vormen als en wanneer het tarief waartegen Curaçao dan kan lenen omhooggaat. Curaçao zou daarom een beleid moeten voeren wat gericht is op het omkeren van deze trend, door economische groei te bevorderen en/of een begrotingsoverschot te realiseren om vervallende leningen af te lossen.

  2. Structurele handelstekorten zorgen voor achterblijvende economische ontwikkelingen. Ook dit is een op drogreden gebaseerde stelling. De sterkte van een economie van een land, en dus de economische ontwikkeling, wordt niet gemeten aan de handelsbalans, maar aan de lopende rekening van de betalingsbalans. Door de structuur van de economieën in de Caribische regio (geen beschikking over natuurlijke bronnen, kleine markten en klimaatomstandigheden) zijn die landen altijd aangewezen op overschotten op de diensten- en inkomensrekening om de tekorten op hun handelsbalans te financieren. Door te stellen dat hun economische ontwikkeling achterblijft door die economische structuur, wordt de crux van de ontwikkeling van de Caribische landen gemist.

  3. De Caribische delen van het Koninkrijk zijn het rijkst van het Caribisch gebied. Dit is feitelijk onjuist. Om een juist beeld te krijgen van de welvaartverdeling in de Caribische regio, dient men ook naar de Bahama’s, de Kaaimaneilanden, de Britse Maagdeneilanden, Puerto Rico, de Amerikaanse Maagdeneilanden en Bermuda te kijken. Bahama’s heeft een bbp per capita van 31.827 dollar, de Kaaimaneilanden 65.996 dollar, de Amerikaanse Maagdeneilanden 35.938 dollar, Puerto Rico 31.353 dollar, de Britse Maagdeneilanden 34.246 dollar en Bermuda 85.748 dollar. Met deze cijfers houdt het argument dat het Caribische deel van het Koninkrijk het rijkst is van de regio moeilijk stand.

  4. Structurele hervormingen (hervormingen van de arbeidsmarkt en kapitaalmarkt, etc.) zijn hard nodig om het economisch potentieel van Curaçao te benutten.

Hoe het EBA tot deze conclusie is gekomen, is een raadsel. De arbeidswetten, kapitaalmarktstructuren en andere institutionele regelingen van de drie eilanden zijn praktisch identiek, en toch is er een groot verschil tussen de economische prestaties. Door dat enkel toe te schrijven aan de starheid van de arbeids- en kapitaalmarkt en de red tape, wordt geen rekening gehouden met de kennelijke zwakke verklaringskracht van deze drie variabelen.

De vraag is of de bureaucratische structuur op Curaçao en Aruba ten opzichte van Sint Maarten een groter verklarende werking heeft dan de argumenten van het EBA. De analyses van het EBA zijn op zich waardevol en informatief, maar dienen wel rechtgezet en in de juiste context geplaatst te worden, willen we deze kunnen gebruiken voor de aanpak van onze economische problemen. Ditzelfde geldt voor de meest recente adviezen van het Cft. Terwijl de huidige coronacrisis een afwijking van de bepalingen in de Rijkswet financieel toezicht (Rft) rechtvaardigt, komt de onevenwichtige zwaarte die aan het Cft-advies wordt gegeven, er in feite op neer dat voorbijgegaan wordt aan het besluit van de Rijksministerraad van 27 maart 2020 om Curaçao tijdelijk vrij te stellen van de bepalingen in de Rft.

Zoals Fredriech Hayek het treffend omschreef in zijn baanbrekende stuk Road to Serfdom: ,,Slimme middelen die gericht zijn op verkeerde doeleinden brengen het kwaad dichterbij”. Of naar Sophocles: ,,Ik heb de gewoonte te zwijgen over wat ik niet weet”.

Dr. Emsley D. Tromp is voormalig president van de Bank van de Nederlandse Antillen (BNA) en de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).

opinie


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.