Door Mike G. Eman
Het gerenommeerde onderzoeksinstituut TNO sluit zijn vestiging op Aruba. Dat is slecht nieuws voor Aruba. TNO is een hoeksteen voor de innovatie, diversificatie en ecologisering van een nieuwe, ambitieuze Arubaanse kenniseconomie. Die richting is voor de wijde Caribische omgeving een inspirerend voorbeeld voor toekomstgerichte, duurzame groei. TNO Caribbean is bijna tien jaar gevestigd geweest op Aruba en in al die jaren is intensief samengewerkt met de Arubaanse overheid.
Maar het nieuws is nog veel slechter. De TNO-vestiging op Aruba was onderdeel van een nieuwe, veelbelovende langetermijnvisie die veel verder ging dan lokale economie of onze groene visie. De komst van TNO was het eerste positieve voorbeeld van de mogelijkheid om een ‘new reason why’ te ontwikkelen voor het Koninkrijk der Nederlanden. Een visie waarbij win-winkansen voor zowel het Europese als het Caribisch deel van het Koninkrijk een positieve en energieke samenwerking tussen de partners zouden creëren, na zoveel jaren geplaagd te zijn door verdeeldheid en conflicten. Het vertrek van TNO staat symbool voor een serieuze hapering in die veelbelovende ontwikkeling.
Natuurlijk, Defensie, Buitenlandse Zaken, nationaliteit, rechtszekerheid verzekerd door de cassatie bij de Hoge Raad en een gedeeld staatshoofd zijn alle van groot belang voor de eilanden. Voor Nederland is het hebben van grenzen en diplomatieke invloed en gedeelde verantwoordelijkheid in de Caribische en Latijns-Amerikaanse regio eveneens van groot belang voor de rol en status van Nederland in de wereld. Dat alles gezegd en erkend hebbend, zijn deze rationele argumenten voor het behoud van het Koninkrijk der Nederlanden, hoe belangrijk ze formeel ook mogen zijn, niet zo duidelijk meer op ieders netvlies. Voor het brede publiek tellen ze steeds minder als argument om de samenhang van het Koninkrijk in stand te houden. De vele en steeds frequentere conflicten en irritaties tussen de partners zijn de grondslag van de samenwerking gaan overheersen.
Juist vanuit de bezorgdheid om de toenemende fragiliteit van de samenhang van het Koninkrijk werd een nieuwe visie ontwikkeld. Een visie waarbij terdege rekening zou worden gehouden met de belangen van alle partners en waarbij ook expliciet gezocht werd naar een identificatie en uitbouw van datgene wat ons als Koninkrijkspartners verenigt en naar win-winkansen voor alle deelnemers. Het fundament voor de nieuwe visie was dus tweeledig: enerzijds oprechte en diepe bezorgdheid over het draagvlak van het concept van het Koninkrijk en anderzijds een optimistisch, maar ook realistisch geloof in mogelijkheden om de delen van het Koninkrijk aan de Noordzee en in de Caribische Zee gezamenlijk in win-winsituaties te brengen of om in goede samenwerking vooruitgang te boeken die anders niet snel zou zijn bereikt. Dat houdt onder meer in het uitmunten over en weer van elkaars strategische geografische positie, enerzijds tussen de Amerika’s en als speciale toegangspoort voor Latijns-Amerika, anderzijds als vooraanstaand handelsland van de Europese Unie, kortom gateway naar drie continenten! Ook zijn daar de verschillende klimatologische omstandigheden die onderzoek en ontwikkeling een breder perspectief bieden. Voorts de aanwezige hoge kwaliteit van (kennis)infrastructuur en hooggekwalificeerde meertalige human resources.
Overtuigend en met trots heeft Aruba een katalyserende rol gespeeld bij het concipiëren van deze nieuwe visie en ook het voortouw genomen om er met woord en daad inhoud aan te geven. De visie kreeg een grote dynamiek met de opening van een TNO-vestiging op Aruba. Het ene project na het andere gaf verdere uitwerking aan deze visie: de verlenging en verdieping van het strategisch partnerschap met Schiphol op Aruba; de terugkeer van de KLM naar Aruba; de oprichting van een Rietveldacademie ondersteunende art school op Aruba; het besluit van het Scheepvaart- en Transportcollege Rotterdam om cursussen te geven op Aruba bestemd voor de regio; de realisatie van een strategisch partnerschap tussen Port Amsterdam en Aruba en Aruba Ports Authorithy; de strategische alliantie met Philips in de conversie van traditionele interne verlichting naar ledverlichting; de ‘Europe Meets the America’s Conference’ op Aruba in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken van Nederland; de gezamenlijke succesvolle handelsmissies van Nederland in Latijns-Amerika met een sterke ondersteunende en mediërende rol van Aruba; de samenwerking met Wubbo Ockels en TU Delft op het gebied van duurzaamheid, de gezamenlijke en succesvolle inspanning om een zetel te verwerven voor het Koninkrijk der Nederlanden in de Veiligheidsraad waarbij de diversiteit van het Koninkrijk en zijn affiniteit met Small Island Development States uitdagingen en kansen een belangrijke rol vervulde.
Al deze positieve ontwikkelingen zijn het bewijs dat deze visie een kans van slagen had en op weg was om de basis te worden voor een nieuwe synergie binnen het Koninkrijk, niet slechts gebaseerd op historisch toeval, maar op een frisse nieuwe en actuele visie, uitgewerkt in een win-win strategisch partnerschap. De aanwezigheid en groei van TNO Aruba in de regio was het bewijs dat dit concept van een strategische vestiging op Aruba zou kunnen dienen als een brug naar Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Een en ander verder ondersteund door het verbindingsvermogen van Aruba en netwerkcapaciteit in de regio.
Het vertrek van TNO uit Aruba is veel meer dan het sluiten van een vestiging van een in Nederland gevestigde belangrijke onderzoeksorganisatie. Het vertrek van TNO uit Aruba raakt alle grondbeginselen onder de visie voor het nieuwe strategisch partnerschap in het Koninkrijk. Ik vrees dat het jarenlang zo zorgvuldig gebouwde en ontwikkelde fundament hierdoor aan het wankelen kan worden gebracht. Dat is op korte termijn sowieso niet in het belang van Aruba, maar op de langere termijn zeker ook niet in het belang van het gehele Koninkrijk.
Mike Eman, voormalig minister-president van Aruba (2009-2017), heeft deze opiniebijdrage aan het Antilliaans Dagblad aangeboden. Hij is voornemens geregeld ‘een stem voor gedeelde en duurzame welvaart en welzijn’ te laten horen.